Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6431

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 11 januari 2010

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Wegcode - Inbreuken - Artikel 40ter (Gedrag tegenover de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen)

overtreding van het verkeersreglement
tweewielig voertuig
geldboete
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
21/1/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6430

Vraag nr. 4-6431 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 40ter, " Gedrag tegenover de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen ", van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg bepaalt:

" De bestuurder van een auto of van een motorfiets mag een fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets die zich op de openbare weg bevindt onder de in dit reglement voorziene voorwaarden niet in gevaar brengen.

Hij moet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van fietsende kinderen en bejaarden.

Hij moet een zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen zijn voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets.

Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden.

Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen niet oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op die oversteekplaats zou moeten stoppen. "

De verkeerswet bepaalt vier graden van overtredingen, volgens het gevaar dat ze opleveren. Inbreuken tegen bovenvermeld artikel behoren tot overtredingen van de derde graad, met uitzondering van het laatste lid dat een overtreding van eerste graad is.

In de meeste gevallen wordt bij een inbreuk tegen de wegcode een geldboete opgelegd. Dat kan via een onmiddellijke inning of een minnelijke schikking. In sommige gevallen of als er een betwisting is van de onmiddellijke inning of minnelijke schikking kan men voor de politierechtbank worden gedagvaard.

1. Hoeveel inbreuken werden er op artikel 40ter vastgesteld in 2006?

a. Hoeveel maal werd de geldboete vereffend via onmiddellijke inning?

b. Hoeveel maal werd de geldboete vereffend via minnelijke schikking?

c. Hoeveel maal werd de inbreuk behandeld door de politierechtbank?

d. Hoeveel maal werd er in dit geval een geldboete opgelegd door de politierechtbank?

e. Hoeveel maal werd er een andere strafmaat opgelegd door de politierechtbank?

f. Hoeveel maal werd er geen gevolg gegeven aan de vaststellingen van een inbreuk tegen artikel 40ter?

g. Graag kreeg ik de gegevens per provincie.

2. Kunnen dezelfde gegevens verstrekt worden voor de jaren 2007 en 2008.

Antwoord ontvangen op 21 januari 2010 :

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Ik verwijs de senator naar het antwoord van de minister van Justitie, aan wie de vraag ook werd gesteld (nr 4-6430).