Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6276

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 10 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Kredietcrisis - International Financial Reporting Standards (IFRS) - Boekhoudkundige regel IAS39 - Uitwerking van nieuwe regels

monetaire crisis

Chronologie

10/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/1/2010)
20/1/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6276 d.d. 10 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De International Financial Reporting Standards (IFRS) zijn de internationale boekhoudnormen die de 7 000 beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie sinds 2005 moeten toepassen. IFRS is ondertussen in honderddertien landen dé boekhoudstandaard. Evenwel niet in de Verenigde Staten.

De IAS39-boekhoudregel (International Accounting Standard) verplicht banken bovendien een groot deel van hun portefeuille elke drie maanden te toetsen aan de marktwaarde en minwaarden ofwel ten laste te nemen van de resultatenrekening ofwel af te boeken van het eigen vermogen.

Deze regel van de International Accounting Standard Board, dat bedrijven al hun beleggingen aan de marktwaarde moeten toetsen, zorgt voor veel controverse.

Tijdens de kredietcrisis werd dit vaak de oorzaak genoemd voor de infernale vicieuze cirkel van afboekingen, kapitaalverhogingen en kelderende beurskoersen.

Onder druk van de banken en de Europese Commissie kwam er in september een " IAS30 lite ".

Vanaf het derde kwartaal mogen banken een deel van hun portefeuille een ander label geven. Daardoor moeten die beleggingen niet langer elk kwartaal de markttoets ondergaan en hollen minwaarden niet langer het eigen vermogen uit.

1. Gaat de geachte minister akkoord met de stelling dat de IAS39-boekhoudregel een negatieve rol speelde in de kredietcrisis?

2. Wat is zijn mening over de nieuwe Europese "IAS30 lite"? Is hij van mening dat dit volstaat om te vermijden dat banken in de toekomst opnieuw in een vicieuze cirkel van afboekingen, kapitaalverhogingen, enz., zullen terechtkomen bij een kelderende beurs?

3. Overweegt hij binnenkort werk te maken van het opstellen van nieuwe boekhoudkundige regels voor banken opdat hun boekhouding beter de werkelijkheid zou weerspiegelen?

4. Overweegt hij ook nieuwe regels uit te werken omtrent de toetsing van de marktwaarde van de bankenportefeuilles?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2010 :

De internationale standaarden voor jaarrekeningen IFRS (International Financial Reporting Standards) zijn in Europa ingevoerd naar aanleiding van de goedkeuring van de Europese Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen. De IFRS worden opgesteld door de IASB, een onafhankelijke internationale instelling, en worden in Europa pas van toepassing na op Europees niveau aan een grondig technisch en strategisch onderzoek te zijn onderworpen. Dit mechanisme van Europese goedkeuring van de IFRS is van groot belang om de Europese economische belangen te kunnen veiligstellen bij de internationale boekhoudkundige standaardisatie.

Sinds 2005 verplicht Verordening 1606/2002 de ondernemingen waarvan de effecten op een gereglementeerde markt zijn genoteerd, de IFRS te gebruiken bij de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening (groepsjaarrekening). De Verordening voorziet ook in de mogelijkheid voor de lidstaten om het gebruik van de IFRS toe te staan of verplicht te stellen bij de opstelling van (1) de enkelvoudige jaarrekening ("solo"-jaarrekening) en (2) de enkelvoudige en/of geconsolideerde jaarrekening van elke andere onderneming.

België heeft van die mogelijkheden gebruik gemaakt door in 2006 voor de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen de verplichting in te voeren om de IFRS te gebruiken bij de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening (koninklijk besluit van 5 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen). Bij het koninklijk besluit van 18 januari 2005 houdende toepassing van de internationale boekhoudnormen is ook de niet-genoteerde vennootschappen de mogelijkheid geboden om, indien zij dat wensen, van de door de Europese Commissie aangenomen internationale standaarden voor jaarrekeningen gebruik te maken bij de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening. Tot slot zullen ook de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen vanaf 2012 verplicht worden om de IFRS te gebruiken bij de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening (koninklijk besluit van 27 september 2009 op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en de herverzekeringsondernemingen).

Het is belangrijk te onderstrepen dat de goedkeuring van de IFRS in Europa moet worden gezien in een langetermijnperspectief van internationale convergentie op het vlak van de financiële regelgeveing en dat zij bijdraagt tot de vergelijkbaarheid en de kwaliteit van de jaarrekeningen van de ondernemingen waaraan de burgers hun spaargeld toevertrouwen of waarmee zij een zakenrelatie aanknopen op financieel vlak. Transparante financiële informatie is immers noodzakelijk opdat ondernemingen en beleggers, spaarders en verzekerden een vertrouwensrelatie zouden kunnen opbouwen.

Hoewel bij bepaalde van de hierna vermelde aspecten een voorbehoud dient te worden gemaakt, moet in het algemeen toch de bijdrage worden onderstreept die de IFRS hebben geleverd tot de financiële informatieverstrekking binnen Europa en daarbuiten. Tegenwoordig hebben de meeste grote financiële centra de IFRS goedgekeurd of minstens toch aanvaard. In tegenstelling tot in het verleden kunnen de in de Verenigde Staten genoteerde Europese ondernemingen voortaan bijvoorbeeld gebruik maken van hun conform de IFRS opgestelde jaarrekening zonder nog verplicht te zijn bijkomende informatie te verstrekken. Verschillende grote landen waaronder de Verenigde Staten werken eveneens aan de convergentie tussen hun standaarden voor jaarrekeningen en de IFRS met de bedoeling die op termijn voor hun eigen ondernemingen te kunnen goedkeuren. Die convergentie moet evenwel onder controle blijven en mag de belangen van de Europese ondernemingen niet schaden.

Toch moeten nog aanzienlijke verbeteringen worden aangebracht opdat de IFRS volledig zouden voldoen binnen de Europese economische context. Op dit moment wordt de aandacht toegespitst op IAS 39, de standaard over de boeking van financiële instrumenten (aandelen, obligaties, opties, enz.), alsook op de standaard over de verzekeringsovereenkomsten.

IAS 39 is noodzakelijkerswijs van cruciaal belang voor bepaalde ondernemingen uit de financiële sector zoals de banken en de verzekeringsondernemingen. Momenteel werkt de IASB aan de herziening van die standaard met de bedoeling hem minder complex te maken, hoewel die vereenvoudiging op zich onvoldoende is. De documenten die de IASB tot op heden heeft gepubliceerd omtrent de herziening van de IAS 39 gaan zeker in de goede richting, maar toch blijven diverse technische aspecten voor problemen zorgen, zoals de waardering van complexe of weinig liquide financiële instrumenten.

Voor ons is het essentieel dat de herziening van IAS 39 ervoor zorgt dat, bij de boekhoudkundige waardering van financiële instrumenten, een evenwicht wordt bereikt tussen het gebruik van de reële waarde die de marktbewegingen weerspiegelt (fair value), en dat van de historische waarde die meer geschikt is voor financiële beleggingen op lange termijn. Daarnaast is het ook belangrijk dat de procyclicaliteit wordt beperkt waartoe de huidige IAS 39 aanleiding geeft, door het mogelijk te maken dat vooraf voorzieningen worden gevormd voor verliezen op kredieten. Vanuit dat oogpunt volgen wij de herziening van IAS 39 dan ook aandachtig.

De internationale standaarden voor jaarrekeningen liggen noch aan de basis van de financiële crisis, noch aan die van de internationale verspreiding ervan. Toch zijn de aanpassingen van IAS 39 in eerder vermelde zin noodzakelijk om het risico te kunnen afwenden dat zich op de markten procyclische ontwikkelingen - i.e. een sneeuwbaleffect - zouden voordoen omdat te intensief gebruik wordt gemaakt van de reële waarde, en om beter te kunnen anticiperen op het risico op verliezen op kredieten.

Wij steunen dus de initiatieven die de IASB ertoe aanzetten snel en adequater werk te maken van de herziening van zijn standaarden voor jaarrekeningen, zodat op die manier kan worden ingespeeld op de bezorgdheden die al maanden worden geformuleerd door de politieke autoriteiten binnen de G20, de prudentiële toezichthouders en de industrie zelf. Verder moet ook worden nagedacht over de interne organisatie van de IASB. Hoewel de onafhankelijkheid van de IASB noodzakelijk is gelet op het technische karakter van zijn standaarden voor jaarrekeningen, is het even belangrijk dat de transparantie en de responsabilisering van de IASB worden vergroot in het licht van het algemeen economisch belang. Dit punt ligt met name erg gevoelig in Europa waar de IFRS statuut van wet hebben.

De frequentie waarmee financiële informatie openbaar wordt gemaakt naar de markten toe, staat in se los van de gebruikte standaarden voor jaarrekeningen. De ondernemingen die op een gereglementeerde markt zijn genoteerd - waaronder KBC en Dexia voor de financiële sector - moeten een jaarrekening en een halfjaarlijks financieel verslag met verkorte financiële overzichten publiceren. Ook de openbaarmaking van "driemaandelijkse" informatie wordt gevraagd, maar die kan beperkt blijven tot een algemene beschrijving van de financiële positie en van de resultaten van de emittent, en een toelichting bij de belangrijke gebeurtenissen en transacties. De op een gereglementeerde markt genoteerde ondernemingen zijn dus niet verplicht driemaandelijkse financiële staten openbaar te maken. Die verplichtingen vloeien voort uit de omzetting in Belgisch recht van de zogenaamde "transparantierichtlijn" op het vlak van de periodieke informatie die openbaar moet worden gemaakt door op een gereglementeerde markt genoteerde ondernemingen.