Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6144

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Illegalen - Bezetting van de Brusselse Miniemenkerk in 2005 - Gevolgen

politiek asiel
illegale migratie
verblijfsrecht
hongerstaking
asielzoeker

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
9/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4504

Vraag nr. 4-6144 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het antwoord van de toenmalige minister van Migratie- en Asielbeleid op mijn vraag om uitleg nr. 4-997 (Handelingen nr. 4-84 van 15 juli 2009, blz. 29) blijkt dat in 2005 de Miniemenkerk werd bezet door een groep illegalen:

" In maart en april 2005 bezetten tweeëntwintig Koerden de Brusselse Miniemenkerk. De actie eindigde eind april 2005. "

Volgens het antwoord van de toenmalige minister op een schriftelijke vraag van senator Verreycken met nr. 3-3213 (Vragen en Antwoorden nr. 3-50, blz. 4300) ging het evenwel om drieëndertig Koerden.

Kan u mij in dit verband nog het volgende meedelen:

1. de precieze periode waarin de bezetting van de gebouwen plaatsgreep;

2. de periode van hun hongerstaking en het aantal hongerstakers;

4. hun verblijfsstatuut op het ogenblik van hun actie, alsook het aantal personen dat met hen verbonden was en waarvoor zij mee hun eisen stelden;

5. de eventuele opeenvolgende toezeggingen die door u (of uw voorgangers) of de diensten aan de betrokkenen werden gedaan in het kader van of na de stopzetting van de actie inzonderheid wat het verblijf op ons grondgebied betreft (met vermelding van de duur ervan) en hoeveel personen het betrof en krachtens welke wettelijke bepalingen dit gebeurde;

6. hoeveel van deze personen op dit ogenblik nog in het land verblijft, welk verblijfsstatuut zij hebben, hoeveel er geregulariseerd werden en op welke wettelijke gronden dat gebeurde, en hoeveel inmiddels het land hebben verlaten en volgens welke procedure dit laatste is gebeurd.

Antwoord ontvangen op 9 december 2009 :

1. De actie had plaats in april 2005.

2. De duur van de hongerstaking is mij niet bekend. Tweenentwintig personen hielden het gebouw bezet.

3. Ik heb geen informatie over hun verblijfsstatus voordat zij met hun actie begonnen. Hetzelfde geldt voor de verblijfsstatus van de personen die banden hadden met de leden van de groep.

4. Over de feiten die zich in april 2005 hebben afgespeeld kan ik zeggen dat de actie ophield na de schorsing van het bevel om het grondgebied te verlaten dat hun werd betekend. Gedurende die periode stond het hun vrij een aanvraag voor een machtiging tot verblijf in te dienen conform de geldende wetgeving.

Aan de actievoerders werd geen enkele belofte van een verblijfstitel gedaan.

Als de hongerstakers dus een machtiging tot verblijf wensten te verkrijgen, dienden zij een procedure te starten conform de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

De aanvragen werden dan door de Dienst Vreemdelingenzaken onderzocht wat de gegevens in het dossier betreft, geval per geval, zoals alle dossiers die bij mijn administratie worden ingediend, zonder onderscheid te maken tussen de hongerstakers en de andere aanvragers. Als een verblijfstitel wordt toegekend, gebeurt dit op grond van de bestaande wetgeving.

5. Als vroegere hongerstakers een aanvraag voor een machtiging tot verblijf indienen conform hetgeen is voorgeschreven door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt hun aanvraag behandeld volgens de wettelijk vastgestelde procedure. Er is dus geen geldige reden om een onderscheid te maken tussen de dossiers.