Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6136

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Illegalen - Hongerstaking - Onderzoek van de gezondheidstoestand - Artsen

illegale migratie
buitenlandse staatsburger
politiek asiel
verblijfsrecht
hongerstaking
gezondheidsverzorging
eerste hulp
kosten voor gezondheidszorg
dokter
medisch onderzoek
asielzoeker

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3756

Vraag nr. 4-6136 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met mijn mondelinge vraag nr. 4-837 (Handelingen nr. 4-81 van 25 juni 2009, blz. 30) stelde ik de geachte minister een aantal vragen over de beëindiging van de laatste hongerstaking van illegalen in de Begijnhofkerk op 19 juni 2009. In haar antwoord deelde zij mij onder andere mee dat de gezondheidstoestand van een aantal onder hen door een aantal artsen werd onderzocht.

1. Wie zijn deze artsen en wat is hun relatie met de administratie?

2. Hoe worden ze vergoed? Gaat dat via het derdebetalersysteem?

3. Op welke wijze rapporteren zij over de gezondheidstoestand van de illegalen?

4. Is een uitspraak van deze artsen vatbaar voor beroep of een tegenexpertise en zo ja op welke wijze?

5. Hoeveel bedragen de kosten voor de medische onderzoeken van illegalen die in hongerstaking waren? Graag een jaarlijks overzicht voor de laatste tien jaar.

Antwoord ontvangen op 6 mei 2010 :

1. en 2. De artsen in kwestie zijn die welke zijn bedoeld in artikel 9ter van de wet van 15-12-1980 en artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 mei 2007; administratief hangen zij af van de Dienst Humanitaire Regularisaties van de Dienst Vreemdelingenzaken en ze worden dus bezoldigd. De artsen die momenteel in dienst zijn hebben de administratieve rang van attaché.

3. Zoals artikel 9ter, in werking getreden op 1 juni 2007, duidelijk bepaalt, treden deze artsen op in het onderzoek ten gronde en verstrekken zij de beslissingsambtenaren advies over de vraag of de ziekte een reëel risico voor het leven of de integriteit van de aanvrager betekent of een reëel risico voor een onmenselijke of vernederende behandeling inhoudt wanneer er geen adequate behandeling is in het land van herkomst of in het land waar hij verblijft.

4. De artsen nemen dus geen beslissingen – zelfs geen medische – maar geven alleen medische adviezen die geacht worden de administratieve beslissing die volgt te ondersteunen. Bij andere gelegenheden heb ik al aangegeven dat zij medisch onafhankelijk oordelen, zoals gewenst door de wetgever. Tegen beslissingen tot weigering van de machtiging tot verblijf die door de Dienst Humanitaire Regularisaties worden genomen in het kader van een op grond van artikel 9ter ingediende verblijfsaanvraag kan altijd beroep worden ingesteld bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

5. De kosten voor het werk van de artsen zijn in hun salaris inbegrepen. Zij worden dus geenszins geval per geval betaald en zoals ik al vaker heb gezegd beperkt de wet het beroep op de procedure 9ter niet tot vreemdelingen in onwettig verblijf.

Daar artikel 9ter pas sinds 1 juni 2007 van kracht is, vervalt de vraag over de kosten van de medische onderzoeken over de laatste 10 jaar.