Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6082

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

BTW - Fraude - Uitstootrechten CO2 - Beltijden met mobiele telefoons - Grondstoffen (Strijd tegen BTW-carrousels)

BTW
belastingfraude
economisch delict
georganiseerde misdaad
emissiehandel
emissierechten

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4304

Vraag nr. 4-6082 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Brussels parket beschikt naar verluidt over aanwijzingen dat de organisatoren van BTW carrousels nu ook belastingsfraude plegen bij het verhandelen van CO2 uitstootrechten. Het fenomeen past binnen de algemene verschuiving van BTW- carrousels met goederen naar carrousels met diensten. Deze laatste blijken veel moeilijker te detecteren en vergen bijzondere expertise.

De verschuiving van BTW-carrousels naar diensten vergt een andere aanpak van de anti-fraude diensten. Ook de fraude op beltijd voor gsm’s zit in de lift.

Ik had dan ook volgende vragen :

1)Kan u gedetailleerd aangeven welke maatregelen u heeft getroffen om de expertise inzake BTW-carrousels met diensten te verhogen bij de controle diensten en/of de parketten alsook welke budgetten u hiervoor heeft uitgetrokken?

2)Meent u dat uw diensten over voldoende mankracht en expertise beschikt om BTW carrousels in CO2 uitstootrechten op te sporen en aan te pakken? Zo ja, hoeveel concrete gevallen van fiscale fraude met CO2 uitstootrechten hebben uw diensten reeds kunnen opsporen en kan u deze cijfers concreet duiden en toelichten en kan u aangeven welke bedragen ermee gemoeid waren in het totaal per jaar? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen?

3)Kan u aangeven hoeveel gevallen van fiscale fraude rond beltijd voor gsm’s uw diensten reeds hebben kunnen opsporen en aanpakken en kan u deze cijfers toelichten wat betreft aantal dossiers, betrokken bedragen ten nadele van de staat en aantal veroordelingen hieromtrent?

4)Naar verluidt worden tevens BTW carrousels opgezet rond grondstoffen zoals platinum. Kan u aangeven hoeveel gevallen van BTW fraude rond grondstoffen uw diensten reeds hebben kunnen opsporen en aanpakken en kan u deze cijfers toelichten wat betreft aantal dossiers en betrokken bedragen op jaarbasis ten nadele van de staat en aantal veroordelingen hieromtrent?

5)Klopt de informatie als zou de BTW fraude rond grondstoffen moeilijk te bewijzen zijn gezien betrokkenen beweren aan trading te doen? Kan u de problemen inzake de bewijslast toelichten en aangeven hoe uw diensten zich hiertegen wapenen?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

Het openbaar ministerie bij de rechtbanken van Brussel heeft mijn diensten geen informatie verstrekt dat bepaalde organisatoren van BTW-carrousels belastingsfraude plegen bij het verhandelen van CO2 uitstootrechten. De magistratuur kan en mag in het kader van het geheim van het onderzoek geen informatie over een concreet opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek aan mijn diensten verstrekken. Mijn antwoord zal zich daarom beperken tot algemene beeldvorming, zonder in detail te treden over enig onderzoek.

Vooreerst wens ik het begrip BTW-carrousel scherp te stellen aan de hand van de door de opsporingsdiensten gehanteerde definitie: georganiseerde BTW-fraude is het verkrijgen van wederrechtelijke vermogensvoordelen door een organisatie of dadergroep, die via ondernemingen goederen en/of diensten verhandelt in een supranationale omgeving (bijvoorbeeld intracommunautaire leveringen) en waarbij de aan de Staat verschuldigde Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) niet wordt afgedragen en/of waarbij een onrechtmatig opgebouwd BTW-tegoed van de Staat wordt teruggevorderd en dit door gebruik te maken van valse documenten (veelal onjuiste BTW-aangiften en onderliggende valse facturen) of door het niet naleven van voorschriften inzake deze belasting. Deze fraude is ook mogelijk door louter fictieve handelingen (leveringen van goederen en diensten die enkel op papier bestaan).

Deze definitie houdt reeds rekening met het feit dat de fraude kan worden gepleegd met zowel goederen als diensten. Grondstoffen behoren tot de categorie van goederen. Tot slot kan het gaan om louter fictieve transacties (enkel gebaseerd op valse documenten).

De politie heeft in het kader van artikel 44 van de wet op het politieambt het recht om gegevens bij te houden in een Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). In deze databank worden – naast vele andere fenomenen – bijvoorbeeld het aantal aanvankelijke processen-verbaal (waarmee een dossier kan worden geopend) inzake BTW-fraude bijgehouden. In het jaar 2006 betrof het 110 dossiers; voor 2007 114 dossiers en in 2008 waren het 102 dossiers.

Het is in de ANG mogelijk – maar louter facultatief – om voor elk dossier aan te duiden wat aan de grondslag lag voor de fraude (goederen of diensten). In de meeste gevallen wordt deze facultatieve variabele niet ingevuld, waardoor uw these van een “algemene verschuiving” van goederen naar diensten aan de hand van deze bron niet kan worden bevestigd. Er is trouwens geen enkele statistische bron die de uitspraak van een “algemene verschuiving” staaft.

Het is wel zo dat alle lidstaten van de Europese Unie op dit moment nog kwetsbaarder zijn voor de fraude met diensten dan deze voor goederen, in die zin dat de uitwisseling van communautaire listings op dit moment uitsluitend voor goederen geldt (het zogenaamde “VIES-I”). Vanaf 1 januari 2010 (in uitvoering van de Europese richtlijn 2008/117 van 16 december 2008) zal een dergelijke administratieve uitwisseling evenwel ook gebeuren voor diensten (“VIES-II”), waardoor de detectie van missing traders vergemakkelijkt. Zoals hoger gezegd is er helemaal geen objectieve grond om te stellen dat de huidige kwetsbaarheid voor BTW-fraude met diensten zich vertaalt in een grote effectieve impact (die zich manifesteert in verliezen voor de Belgische Schatkist).

Wel kan ik U bijtreden dat de bewijslast in een onderzoek naar fraude voor bepaalde goederen – maar dan mag het niet gaan om fictieve goederen – gemakkelijker te leveren is, naarmate deze goederen beschikken over serienummers (bijvoorbeeld nummer van een gsm, chassisnummer van een voertuig) dan wanneer het soortgoederen betreft (grondstoffen, groenten en fruit, vlees), of nog voor immateriële diensten (bijvoorbeeld levering van consultancydiensten).

Niettemin hebben de opsporingsdiensten voldoende ervaring om valse of vervalste documenten, die in een dergelijke fraude worden aangetroffen, te kunnen ontdekken.

Over de specifieke vraag naar fraude bij de handel in CO2-uitstootrechten, kan worden gezegd dat de opsporingsdiensten op de hoogte zijn dat een dergelijke fraude bestaat, maar op basis van de (facultatieve) registratie in de ANG zijn er momenteel geen dergelijke dossiers bekend voor België.

Let wel: het is niet ondenkbeeldig dat de fraude (en de ermee verbonden schade) zich manifesteert in één van de landen die een beurs hebben in emissierechten (zoals onze buurlanden Engeland, Frankrijk en Nederland) en dat de Belgische opsporingsdiensten medewerking hebben verleend aan een onderzoek van buitenlandse diensten, maar om de hierboven aangehaalde redenen kan hierover niets gemeld worden. Volledigheidshalve kan worden gemeld dat in augustus in the Financial Times een artikel verschenen is over een fraudeonderzoek in Engeland met emissierechten.

De BTW-fraude met belminuten is genoegzaam gekend in België. De federale gerechtelijke politie heeft een strategische fenomeenanalyse “telecommunicatiefraude” uitgevoerd, welke zowel intern politie, als aan mijn diensten, alsook aan de vereniging van gemeenten en steden werd verspreid en waarin het aspect BTW-fraude met belminuten uitgebreid aan bod kwam.

Ik hoef U tevens niet te herinneren aan de talrijke tamtam-acties in belondernemingen (phone-shops) waar er aandacht is voor de fraude met belminuten. Deze belminuten die in de fraude voorkwamen, werden ook op vaste lijnen gebruikt.

Dat BTW-fraude wordt en werd gepleegd met goederen als gsm’s is U natuurlijk genoegzaam gekend.

Over de vraag naar BTW-fraude met grondstoffen zoals platinum, dien ik U eveneens te antwoorden dat het probleem bij de opsporingsdiensten gekend is. Er is geen fraudegeval geregistreerd (met schade voor de Belgische Schatkist) waarbij het voorwerp verhandeld in de fraude platinum betrof, maar ik herhaal dat een dergelijk registratie facultatief is in de ANG. Deze politionele databank heeft immers een op de eerste plaats operationele roeping. Teneinde het instrument effectief te houden, dient men keuzes te maken. De databank werkt met keuzelijsten teneinde een uniforme interpretatie mogelijk te maken (alsook eenzelfde informatie te hebben ongeacht de landstaal van de onderzoeker). Het zou utopisch zijn te denken dat voor een fenomeen met een honderdtal dossiers per jaar keuzelijsten worden aangemaakt om elk mogelijk goed of dienst dat aan de grondslag van een georganiseerde BTW-fraude kan liggen, te bevatten.

Uit het voorgaande mag evenwel niet worden afgeleid dat noch de ondersteuningscel BTW-fraude, noch de opsporingsdiensten aandacht hebben voor nieuwe tendenzen. Deze worden in het (politionele) netwerk uitgewisseld of er wordt in specifieke politionele informatiebladen over geïnformeerd.