Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6

van Geert Lambert (SP.A-SPIRIT) d.d. 15 oktober 2007

aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ondergrondse aardgasopslagplaats - Project in Poederlee - Advies van de CREG

aardgas
energieopslag
gasleiding
CREG

Chronologie

15/10/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/11/2007)
20/12/2007Antwoord

Vraag nr. 4-6 d.d. 15 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Energieregulator CREG bezorgde u in april 2007 een negatief advies over de plannen van Fluxys en Gazprom, verenigd in de NV Poederlee Gas Storage, om te investeren in een ondergrondse aardgasopslagplaats in Poederlee omdat zij de voorwaarde stelden dat alle capaciteit in Poederlee gedurende vijfentwintig jaar zou toegekend worden aan Gazprom terwijl de capaciteit, volgens de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere, door middel van leidingen, normaal zonder discriminatie ter beschikking gesteld moet worden van alle geïnteresseerde bedrijven. Zij vroegen nog een tweede uitzondering op de wet van 12 april 1965, met name dat de opslagplaats van Poederlee niet gereguleerd zou worden zodat de CREG geen invloed zou hebben op de tarieven die voor gasopslag kunnen worden aangerekend.

Ik vernam dan ook graag van de geachte minister of hij rekening zal houden met dit advies en de bevoegdheid van de regulator met betrekking tot de tarieven voor het gebruik van het gasnetwerk, de liquefied natural gas (lng)-invoerterminal en de gasopslag zal vrijwaren.

Antwoord ontvangen op 20 december 2007 :

In antwoord op de vragen van het geachte lid, heb ik de eer hem het volgende ter kermis te brengen.

Uiteraard houd ik rekening met de bevoegdheid van de regulator met betrekking tot de tariefregulering en de toegang van derden tot de infrastructuren. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gaz (CREG) heeft in haar advies aangegeven dat een afwijking inzake de tarifaire methodologie en het recht tot toegang tot een stockagesite te Poederlee zou kunnen resulteren in een blokkering van onbenutte- en dus voor derde partijen beschikbare- vrijgestelde opslagcapaciteit.

Anderzijds is het zo dat de Belgische markt een aanzienlijk tekort heeft aan ondergrondse opslagcapaciteit. Het UGS Poederlee project kan resulteren in de realisatie van extra opslagcapaciteit en verhoogde kansen voor Gazprom (dat nog niet actief is op de Belgische gasmarkt) én derden om toegang te krijgen tot de markt voor gaslevering, hetgeen een positieve invloed zal hebben op de gasleverings- en flexibiliteitsmarkt en de werking van de nationale gasmarkt zal verbeteren.

Het project zal voordelen bieden voor de bevoorradingszekerheid en bovendien zal dit project aan Fluxys de mogelijkheid bieden om de efficiëntie en doeltreffendheid van de netwerkactiviteiten te verhogen.

Het UGS Poederlee Project brengt enorme technische en financiële risico's met zich mee, waardoor een afwijking op de tarifaire methodologie en de regels van toegang moet kunnen worden verleend. Deze afwijking moet echter onderworpen worden aan zeer strikte voorwaarden, zodat tegemoet kan gekomen worden aan het voorbehoud van de CREG, zoals geformuleerd in haar advies.

Het is met deze wetenschap dat ik een koninklijk besluit heb genomen betreffende de toekenning van een afwijking op basis van artikel 15/5duodecies van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere doormiddel van leidingen. In dit koninklijk besluit zijn zeer stringente voorwaarden opgelegd. Deze voorwaarden zijn :

— slechts 75 % van de bijkomende opslagcapaciteit valt onder de ontheffing. 25 % wordt door middel van een transparant mechanisme van marktraadpleging aangeboden aan geïnteresseerde partijen,

— de ontheffing geldt voor maximaal 300 miljoen kubieke meter, voor een periode van twintig jaar.

— Gazprom wordt verplicht over een zetel te beschikken in België en over een leveringsvergunning, zodat rechtstreekse afzet van aardgas voor de Belgische markt verplicht wordt,

— de controle op de toepassing van de voorwaarden voor ontheffing, op kruissubsidie ed. gebeurt niet enkel door inlichting aan de minister bevoegd voor Energie, maar ook de CREG wordt bij iedere stap ingelicht zodat de regulator kan optreden indien mogelijk.

Dit koninklijk besluit zal door de Koning worden ondertekend na installatie van een nieuwe regering. Vervolgens moet dit koninklijk besluit genotificeerd worden aan de Europese Commissie die eveneens haar goedkeuring moet verlenen over de gevraagde uitzondering en de in het koninklijk besluit geformuleerde voorwaarden.