Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5976

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Fonds voor de ontvangsten- en uitgavenverrichtingen met betrekking tot de voor rekening van de gedetacheerde federale politieambtenaren naar de meergemeentezones en de gemeenten

begrotingsfonds
begrotingscontrole
politie
gemeentepolitie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4089

Vraag nr. 4-5976 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kan u mij voor het Fonds voor de ontvangsten- en uitgavenverrichtingen met betrekking tot de voor rekening van de gedetacheerde federale politieambtenaren naar de meergemeentezones en de gemeenten het volgende meedelen:

1. Welk is de reglementaire of wetgevende basis?

2. Wat is het opzet ervan?

3. Wie of welke instantie beheert het fonds?

4. Op welke wijze is het fonds verplicht te rapporteren over zijn activiteiten? Is deze rapportage openbaar?

5. Op welke wijze oefent de overheid controle uit op dit fonds?

6. Met welke bijdragen wordt het gespijsd?

7. Hoe groot was het bedrag in dit fonds op 1 januari 2008, op 1 januari 2009 en op dit ogenblik?

8. Worden deze gelden belegd en zo ja via welke beleggingen?

9. Welke zijn in dat geval de eventuele verliezen die werden geboekt ingevolge de banken- en financiële crisis van het afgelopen jaar?

10. Welke begunstigden kunnen desgevallend van dit fonds gebruik maken?

11. Hoeveel begunstigden/instellingen/projecten… kregen desgevallend in 2009 een uitkering uit dit fonds en welk was het totaalbedrag aan uitkeringen? Graag een opsplitsing per gewest.

Antwoord ontvangen op 2 februari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

1. Op het fonds voor de ontvangsten- en uitgavenverrichtingen met betrekking tot de voor rekening van de meergemeentezones en de gemeenten gedetacheerde federale politieambtenaren, worden door de begunstigde meergemeentezones of gemeenten de terugbetalingen gestort van de kosten van de federale politieambtenaren die op hun vraag bij hen gedetacheerd werden, conform het koninklijk besluit van 30 maart 2001.

Deze ontvangsten worden geboekt ten voordele van het organiek begrotingsfonds 17-3, opgericht door artikel 406 van de programmawet van 22 december 2003, zoals gewijzigd bij artikel 475 van de programmawet van 27 december 2004 en bij artikel 267 van de programmawet (I) van 27 december 2006. Dit begrotingsfonds is verbonden aan de variabele kredieten van het programma 17-90-6 waarop de federale politie de bezoldigingskosten van de gedetacheerde personeelsleden en hun werkingskosten aanrekent.

De aan de meergemeentezones en de gemeenten aangerekende kosten worden bepaald conform het jaarlijks geïndexeerd forfaitair bedrag vastgesteld in de ministeriële omzendbrief GPI 39 van 15 mei 2003 en de daaropvolgende versies. De gemiddelde maandelijkse loonkost voor een inspecteur van politie werd hierbij vastgesteld op 3 125 euro in 2003. Na indexatie wordt de gemiddelde kostprijs voor 2009 en 2010 : 3 636,66 euro (indexatiecoëfficient voor de budgetcontrole 2009 en de initiële begroting 2010: 1,4859).

De financiële middelen/kredieten die aan dit fonds verbonden zijn, worden integraal door de federale politie beheerd, uitsluitend met het oog op noden inzake de financiering van het personeel. De externe controle alsook de rapportage worden verzekerd door het feit dat alle ontvangsten en uitgaven die op dit fonds geboekt worden, afhankelijk zijn van de toestemming die het parlement jaarlijks verleent in het kader van de stemming van de algemene uitgavenbegroting en van de rijksmiddelenbegroting. De openbaarheid van de toestand van dit fonds wordt dus ook op deze wijze gewaarborgd.

Op 1 januari 2008 was de toestand van dit fonds (saldi) de volgende: 7 433.000 euro vastleggings- en vereffeningskredieten. De toestand op 1 januari 2009 was : 7 417 000 euro vastleggings- en vereffeningskredieten. Op dit ogenblik en rekening houdend met de ontvangsten waarvan de terugstorting aan de gang is, zou de toestand de volgende zijn : 21 423 000 euro vastleggings- en vereffeningskredieten.

Dit geld maakt niet het voorwerp uit van enige belegging door de federale politie. Daardoor wordt dus geen verlies geboekt op het niveau van de federale politie.

2. Op het fonds voor de levering van kledij en uitrusting tegen betaling aan het personeel van de politiediensten (fonds 17-2) worden de ontvangsten aangerekend die gerealiseerd worden ingevolge de levering van kledij en uitrusting tegen betaling aan de personeelsleden van de federale en van de lokale politie. Deze leveringen zijn in de loop van het begrotingsjaar 2002 van start gegaan.

Dit fonds werd opgericht krachtens artikel 45, §1 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, in de wet van 27 december 1990 (zoals gewijzigd bij artikel 404, §§1 en 2 van de programmawet van 22 december 2003 en bij artikel 482 van de programmawet van 27 december 2004). Dit is verbonden met de variabele kredieten van het programma 17-90-5 waarop de federale politie de uitgaven aanrekent die voor de bevoorrading van stocks van kleding en uitrusting nodig zijn.

De ontvangsten vloeien voort uit artikel 115, §5 van de wet van 7 december 1998 (WGP) tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (zoals gewijzigd bij de wet van 22 december 2003).

De financiële middelen/kredieten die aan dit fonds verbonden zijn, worden voornamelijk door de federale politie beheerd. De externe controle, de rapportage en de openbaarheid van de toestand van het fonds worden op dezelfde wijze verzekerd als bij het eerste fonds.

Op 1 januari 2008 was de toestand op dit fonds (saldi) de volgende: 708 000 euro vastleggingskredieten en 5.072.000EUR vereffeningskredieten. De toestand op 1 januari 2009 was: 2 798.000 euro vastleggingskredieten en 6 024 000 vereffeningskredieten. Op dit ogenblik en rekening houdend met de ontvangsten waarvan de terugstorting aan de gang is en met de uitgaven die vastgelegd en/of vereffend zijn, is de toestand de volgende : 3 359 000 euro vastleggingskredieten en 6 600 000 vereffeningskredieten.

Wat betreft een eventuele belegging door de federale politie, is wat inzake het eerste fonds gezegd werd, hier eveneens van toepassing.