Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5902

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Webwinkels - Online-verkoop - Overtredingen consumentenregels

elektronische handel
bescherming van de consument
handelsregelingen
teleshopping
internetsite

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4987

Vraag nr. 4-5902 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een recente Europese studie over online-shopping zijn toch wel verbijsterende feiten aan het licht gekomen. Zo zouden meer dan de helft van de elektronicawinkels op internet de consumentenregels overtreden. Basisregels die specifiek werden opgesteld om de consument te beschermen bij het online aankopen van producten, iets wat mijn inziens noodzakelijk is in dit virtuele internationale kader.

Bij het onderzoek kwamen verschillende problemen aan het licht, de voornaamste betreffen verkeerde informatie betreffende het recht op teruggave-herstelling-vervanging, het niet vermelden van contactgegevens, misleidende prijs (prijsvermelding zonder de verzendingskosten, gratis leveringen worden toch aangerekend, …), etc.

Voor het onderzoek werd beroep gedaan op de nationale overheidsinstanties. Ook de Belgische Overheidsdienst Economie zou zijn medewerking hebben verleend. Op zich is het goed dat elke nationale overheid de webwinkels die zijn geregistreerd op zijn grondgebied goed controleert om misbruiken te voorkomen.

Graag zou ik van de Minister een antwoord krijgen op onderstaande vragen:

- Is de Minister op de hoogte van de resultaten in de Europese studie van de webwinkels?

- Welke conclusies trekt de Minister uit deze studie?

- Heeft de Minister suggesties om de bestaande consumentenregels met betrekking tot webshoppen in de toekomst aan te passen of te verbeteren?

- Is het correct dat de Belgische Overheidsdienst Economie zijn medewerking verleende om het Belgische luik van het onderzoek te verrichten? Wat waren de conclusies hiervan?

- Worden deze winkels ook in de toekomst verder opgevolgd?

- Hoeveel Belgen worden jaarlijks het slachtoffer van misbruiken bij online-aankopen of hoeveel landgenoten dienen jaarlijks een klacht in na een online-aankoop?

- Zal de Minister in de toekomst verdere stappen nemen om de bestaande consumentenregels beter te laten respecteren door de webwinkels?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2010 :

Webwinkels - Online-verkoop - Overtredingen consumentenregels

Alvorens in te gaan op de specifieke vragen van het geachte lid dien ik voorafgaand een aantal uitgangspunten enigszins te nuanceren.

Er wordt gesteld dat meer dan de helft van de websites de consument probeert te misleiden. Nochtans stelt het perscommuniqué van de Europese Commissie dat 55 % van de websites onregelmatigheden vertonen en dat daarvan 66% misleidende informatie bevat over de rechten van consumenten. Dit betekent (55 % x 66 %) dat de websites die ‘misleidende informatie’ bevatten 36,3 % beslaan. Dit is uiteraard nog 36,3 % te veel.

Zoals vermeld in het persbericht van de Europese Commissie, bevatten 11 van de 17 websites uit het Belgische deel van het onderzoek onregelmatigheden. Nog volgens het bericht, zijn 4 daarvan cross-border cases (en dus buitenlandse websites) en 7 in België gevestigde websites. (41 %).

1. Zoals het geachte lid kan afleiden uit mijn antwoorden op de mondelinge vraag van de heer Peter Logghe van 14 september 2009 (vraag nr. 14789) en op de schiftelijke vraag van de heer Franco Seminara van 25 september 2009 (vraag nr. 4-4583), ben ik inderdaad op de hoogte van de resultaten van deze actie.

2. Mijn commentaren bij de cijfers en resultaten zijn de volgende: Het einddoel van een sweepactie en de handhavingsacties die er op volgen is om bepaalde tekortkomingen in de handelspraktijken van bepaalde sectoren weg te werken. De steekproef is dan ook steeds willens-nillens vertekend en bevat websites die geselecteerd werden op basis van een risicoanalyse, met het oog op een efficiënte inzet van schaarse onderzoeksmiddelen. Generaliserende uitspraken zijn daarom nooit accuraat.

Het persbericht van de Europese Commissie stelt duidelijk dat de overtreders zullen worden gecontacteerd door de nationale autoriteiten, gedurende de zogenaamde ‘enforcement phase’. De Europese instellingen beschikken in het domein van consumentenbescherming niet over handhavingsbevoegdheden. Voor wat België betreft is het de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, die voor de websites van in België gevestigde ondernemingen zal optreden en voor de in andere lidstaten gevestigde ondernemingen de betrokken autoriteiten, in toepassing van Verordening (EG) Nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, dwingend zal verzoeken om op te treden. Het is trouwens de wettelijke plicht van nationale autoriteiten om er op toe te zien dat de in hun land gevestigde dienstverleners de regels naleven.

3. Wat betreft het eventuele aanpassen van de bestaande regels m.b.t. elektronische handel, zal het het geachte lid niet ontgaan zijn dat de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (2005/29/EG) en het ontwerp van Richtlijn ‘Consumentenrechten’gestoeld zijn op het principe van maximumharmonisatie, waarbij Europa vooral beoogt om de wetgevingen gelijk te schakelen en te vermijden dat bepaalde landen bijkomende wetgevende maatregelen zouden nemen die zeker bij internetverkoop tot verwarring leiden bij zowel consument als handelaar.

4. 5. 7. Het Belgische luik van het onderzoek werd gevoerd door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie. Op basis van haar vaststellingen zal zij ook de inbreuken verder opvolgen en de overtreders niet alleen contacteren maar hen er ook toe bewegen de nodige correcties aan te brengen. Dit is voor enkele trouwens al gebeurd. Ik dien ook op te merken dat niet alle door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling gecontroleerde websites in België gevestigd zijn. Voor die ondernemingen zal de betrokken homologe autoriteit in toepassing van voornoemde verordening verzocht worden om maatregelen te nemen. Deze verzoeken zijn een dwingende vraag om bijstand.

De toepassing van de communautaire wetgeving op de elektronische handel is tot nader order een bevoegdheid van de lidstaten. Al in 2001 installeerde de Algemene Directie Controle en Bemiddeling een permanente monitoring van de handelspraktijken op het internet. In 2006 werd hiervoor een speciale cel ‘internetbewaking’ opgericht. Om het hiaat van grensoverschrijdende handhaving te dichten, werd bij voornoemde verordening een netwerk van autoriteiten opgericht. Dit biedt een kader voor grensoverschrijdende bijstand, op basis van dwingende wederzijdse verzoeken. België is zowel nationaal als Europees sterk geëngageerd om de wetgeving accuraat te handhaven.

6. Wat betreft het aantal klachten of het aantal Belgische slachtoffers van misbruiken bij online-aankopen, zijn geen gegevens beschikbaar. Het is evenwel zo dat één enkele klacht voldoende kan zijn als signaal dat er een probleem is met een bepaalde website. Dit is afhankelijk van de aard van de problematiek.

De meeste klachten die worden ontvangen hebben vooral betrekking op :

Op basis van de concrete elementen, verzameld in het kader van de analyse van de klachten/meldingen van misbruiken/getuigenissen van individuele consumenten, hebben de onderzoeken van de cel internetbewaking gewezen op onwettige handelspraktijken en het mogelijk gemaakt de maatregelen te nemen om ze stop te zetten. 71 % van de onderzoeken in 2008 hadden betrekking op Belgische dienstverleners.