Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5792

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Drager van een buitenlandse diploma - Aanwerving - Lissabonakkoord - Bolognaakkoord - Omzetting - Maatregelen

erkenning van diploma's
hoger onderwijs
nationale uitvoeringsmaatregel
onderwijshervorming

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
13/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4424

Vraag nr. 4-5792 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Bologna-akkoord van juni 1999 over de hervorming van het hoger onderwijs en de daaraan gelinkte invoering van European Credit Transfer System en van de bachelor- en masterdiploma's zou de erkenning van diploma's tussen de betrokken Lidstaten moeten vergemakkelijken.

Bovendien is er ook het verdrag inzake de erkenning van diploma's betreffende het hoger onderwijs in de Europese regio, gedaan te Lissabon op 11 april 1997. Dit laatste verdrag werd op 15 mei 2008 in de Kamer van volksvertegenwoordigers goedgekeurd.

Op basis van deze internationale overeenkomsten zouden mensen niet alleen makkelijker aan buitenlandse universiteiten moeten kunnen studeren, maar zou het ook makkelijker moeten zijn om te gaan werken in een ander land dan waar men gestudeerd heeft.

Wie bijvoorbeeld met een buitenlands diploma bij de federale of Vlaamse overheid, of een ander openbaar bestuur wil gaan werken moet de geldigheid en gelijkwaardigheid van dat diploma laten bewijzen. Bij kandidaten voor een Nederlandstalige betrekking, raadpleegt Selor de Vlaamse overheid hiervoor indien het diploma binnen de Europese Economische Ruimte wordt gehaald. Zoniet wordt moet een procedure worden gestart voor het bekomen van academische gelijkwaardigheid. Kandidaten voor een Franstalige betrekking dienen dit steeds te doen.

Zo'n procedure kan al vlug drie maanden en in de praktijk zelfs langer aanslepen. Daar komt bovendien nog extra administratieve rompslomp bij kijken. In de privésector lijken steeds minder bedrijven dergelijke erkenning te eisen.

Nochtans zou de overheid in dergelijke gevallen een voortrekkersrol moeten kunnen spelen.

Welke maatregelen werden concreet genomen in toepassing van de omzetting van de Lissabon- en Bolognaakkoorden bij de federale overheid teneinde het gebruik van buitenlandse diploma's bij aanwervingen makkelijker te maken?

Antwoord ontvangen op 13 januari 2010 :

Ik heb de eer het geachte lid de gevraagde gegevens mee te delen:

In de bijlage bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel is vastgelegd welke diploma’s in aanmerking komen voor de aanwerving. Dit is een omzetting van het Bologna-akkoord.

Dezelfde bijlage stelt eveneens dat buitenlandse diploma’s, die als gelijkwaardig worden erkend door verdragen of internationale overeenkomsten of door toepassing van de procedure voor het verlenen van de gelijkwaardigheid volgens de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma’s en getuigschriften, ook worden aangenomen. De erkenning van de gelijkwaardigheid behoort tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen.

Een kandidaat met een buitenlands diploma die zich inschrijft voor een vacature wordt uitgenodigd om de volledige selectieprocedure te doorlopen.

In afwachting van de erkenning van zijn diploma wordt hij niet uitgesloten.

In deze context ben ik van oordeel dat de huidige procedure toelaat, zonder veel administratieve rompslomp en zonder vertraging van de procedure, onze internationale verplichtingen na te leven.