Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5708

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Schijnechtscheidingen - Controle - Gevolgen

echtscheiding
fraude
burgerlijke stand
OCMW
minimumbestaansinkomen

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
24/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4799

Vraag nr. 4-5708 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Antwerpse schepen van Sociale Zaken stelde onlangs dat zij weet heeft van schijnechtscheidingen. Mensen die zich tot het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) richten, melden met andere woorden dat zij gescheiden zijn en alleen wonen, terwijl ze in werkelijkheid samenwonen of gehuwd zijn. Op die manier kunnen ze aanspraak maken op een hoger leefloon en gunstigere toelagen. Een samenwonende ontvangt vandaag 474 euro, een alleenstaande 711 euro.

Volgens de vrederechter van Schaarbeek roepen gehuwden of wettelijk samenwonenden omwille van die reden zelfs de procedure voor dringende en voorlopige scheiding in, zoals bepaald in artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat men een afzonderlijk verblijf verkrijgt.

Anderzijds zouden echtparen, vermoedelijk ook om dezelfde reden, weer meer en meer de procedure van " scheiding van tafel en bed " inroepen, iets wat jarenlang in " onbruik " was geraakt. Op die manier worden de echtgenoten opnieuw beschouwd als alleenstaanden, wat ook hier financieel voordeliger kan zijn.

1. Hebben de sociale controlediensten kennis van schijnechtscheidingen met het oog op het verkrijgen van bepaalde voordelen ingegeven vanuit de sociale zekerheid? Welke frauduleuze mechanismen worden daartoe gebruikt? Kan dit fenomeen worden gekwantificeerd?

2. Welk gevolg wordt hieraan in dat geval gegeven?

Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

Hierbij vindt mevrouw de senatrice het antwoord op parlementaire vraag nr. 4-5708.

"Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de echtscheiding en de scheiding bevolen door de vrederechter op basis van artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek.”

1. Het kan gebeuren dat de echtgenoten de toestemming vragen om apart te wonen om hogere sociale toelagen of uitkeringen te verkrijgen. De vrederechter moet nagaan of de aanvraag al dan niet frauduleus is. Ook al is dit het geval, toch is een dergelijke scheiding geen misdrijf en kunnen de daders als dusdanig niet strafrechtelijk worden vervolgd.

Er dient te worden opgemerkt dat, na de hervorming van de echtscheidingsprocedure, die vereenvoudigd werd, de vrederechters steeds minder op basis van artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek aanhangig worden gemaakt.

De situatie is dezelfde wanneer de echtgenoten de echtscheiding aanvragen om onverschuldigde voordelen van de sociale zekerheid te verkrijgen. Een "frauduleuze" echtscheiding is op zich niet strafbaar en kan dus niet strafrechtelijk worden vervolgd.

Er bestaat dus geen enkele statistiek hieromtrent.

2. De instellingen van sociale zekerheid moeten evenwel, met de hulp van de sociale inspectie of zelfs de parketten, nagaan of de rechthebbenden van sociale uitkeringen wel degelijk aan de wettelijke voorwaarden voldoen. Indien de gewezen echtgenoten fictief gescheiden zijn en blijven samen leven, komt een onverschuldigd voordeel tot stand. Dit kan worden teruggevorderd en er kunnen sancties worden getroffen (intrekken of tijdelijk opschorten van de sociale voordelen).

In dit geval kunnen de betrokken en de medeplichtigen worden vervolgd op basis van het Koninklijk besluit betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen. Deze misdrijven hebben immers veel weg van oplichting.

3. Deze misdrijven worden uiteraard, door zowel auditeurs als parketten, met de eventuele hulp van de inspectiediensten opgespoord en zijn onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen de sociale fraude.