Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5698

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Grafschennis - Aantal feiten - Vervolging - Antisemitische of racistische motieven

begraafplaats
vandalisme
racisme
antisemitisme
gerechtelijke vervolging
eigendomsdelict

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
3/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4669

Vraag nr. 4-5698 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig maakt de pers gewag van feiten van grafschennis. Graven worden geschonden en sierstukken en -beeldjes worden gestolen en/of vernietigd. Alleen al de laatste zes maanden heb ik weet van feiten in Borgworm, Denderwindeke, Hovingen, Turnhout (kerkhof aan de Sint-Bavokerk), Heusden-Zolder, Koksijde, Laken, Tremelo, het kerkhof van Sint-Baafs-Vijve en Hoeselt.

Eerder dit jaar werd een man van 25 uit Oostende veroordeeld tot twee jaar cel omdat hij in 2004 een zestal graven openbrak om er juwelen te zoeken.

Het hoeft geen betoog dat dergelijke feiten zeer traumatisch zijn voor de familie en de kennissen van de overleden personen. Soms blijkt dat er ook een racistisch of antisemitisch motief is bij de grafschennis. Het vervolgen van deze feiten moet dan ook een absolute prioriteit zijn.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Kan u aangeven hoeveel feiten van grafschennis op jaarbasis plaatsvonden, respectievelijk de laatste drie jaar en kan u aangeven, en dit per jaar, welke gemeentes werden getroffen? Beschikt u tevens over cijfers betreffende de begrote schade?

2) Kan u aangeven in hoeveel gevallen van grafschennis, en dit op jaarbasis, voor de laatste drie jaar de daders werden gevat? In hoeveel gevallen was er sprake van minderjarige daders? Kan u dit cijfer toelichten?

3) Ik schrok zelf van het lange lijstje van feiten van de laatste zes maanden waarvan de pers gewag maakte. Klopt mijn indruk dat het aantal feiten toeneemt?

4) Kan u aangeven en dit voor respectievelijk de laatste drie jaar in hoeveel gevallen en dit op jaarbasis er sprake was van een racistisch en/of een antisemitisch motief? Kan u de cijfers toelichten? Is er sprake van een toename?

Antwoord ontvangen op 3 februari 2010 :

Op grond van de inlichtingen die mij door het parket bij het Hof van beroep te Luik en de federale politie werden overgemaakt, kan ik de volgende elementen van antwoord meedelen.

Antwoord vraag 1.

Ik maak u in bijlage 1 een tabellenrapport over waarin het aantal door de politiediensten geregistreerde misdrijven aangaande “Grafschennis” wordt weergegeven, voor zowel het nationale niveau als het niveau van de gemeenten en dit voor de volledige jaren 2005 tot en met 2008. (*)

Ik wens te benadrukken dat deze cijfers de geregistreerde feiten omvatten die vastgesteld werden door de politiediensten (op het grondgebied België) en dus niet de totale gepleegde criminaliteit.

De schommelingen in de criminaliteitscijfers kunnen een weergave zijn van reële stijgingen of dalingen van bepaalde vormen van criminaliteit, maar kunnen ook sterk onderhevig zijn aan:

- de veranderingen in nomenclatuur over verscheidene jaren heen (bijvoorbeeld invoeren nieuwe criminaliteitsfenomenen zoals informatica-criminaliteit,…);

- de veranderingen in federaal en lokaal veiligheidsbeleid (prioriteitsstelling, pro-activiteit);

- de meldingsbereidheid van de bevolking;

- de registratiebereidheid van de politiediensten;

- het beleid van andere instanties (bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen).

Met andere woorden, de criminaliteitsstatistieken geven ons steeds slechts een gedeeltelijk beeld van de reële criminaliteit. De uitleg over deze cijfers in verband met de ontwikkeling van de criminaliteit moet dan ook telkens in de context waarin ze werden geregistreerd, geïnterpreteerd worden.

Betreffende de begrote schade beschik ik over geen cijfers.

In bijlage 2 wordt het aantal ingestroomde zaken bij de Belgische parketten tussen 1 januari 2006 en 31 december 2008 weergegeven(*). De zaken werden geselecteerd op basis van de hoofd- en/of secundair geregistreerde tenlastelegging en de datum van instroom van de zaak bij het parket. De "strafzaak" vormt hier de teleenheid.

Tijdens deze periode kon geen aanzienlijke toename van het aantal geregistreerde dossiers bij de verschillende Belgische correctionele parketten worden vastgesteld. Er kan evenwel worden opgemerkt dat dit soort misdrijf vaker bij het parket van Dendermonde (16,51 % van het nationale totaal) voorkomt. Bij dezelfde extractie voor de verdachten over de voorbije drie jaar, werden 247 verdachten geteld die bij een dossier van grafschennis betrokken waren. Deze 247 verdachten zijn betrokken bij 195 zaken. Er zijn dus 441 zaken zonder verdachten.

Antwoord vraag 2.

In bijlage 3 vindt u de vooruitgangsstaat van de zaken op 10 juli 2009 (datum van de laatste extractie uit de REA/TPI-gegevensbank)(*). De strafzaak is hier de teleenheid. Deze kan op een of meerdere verdachten betrekking hebben. Wanneer voeging de vooruitgangsstaat van een dossier grafschennis was, dan werd de vooruitgangsstaat van de "moederzaak", waaraan dit dossier werd gevoegd, onderzocht.

Een groot deel van de dossiers bevindt zich in de vooruitgangsstaat zonder gevolg. Deze categorie maakt 76,89 % van het totale aantal zaken uit.

Teneinde de tabel correct te interpreteren, is het belangrijk te weten dat elke kolom een verschillende cohorte bevat. Deze wordt bepaald door het jaar van instroom van de dossiers waaruit ze is samengesteld. De datum van de laatste vooruitgangsstaat is nochtans dezelfde voor al deze cohorten (10 juli 2009), waardoor de verstreken tijd tussen de instroom van de zaken en hun laatste vooruitgangsstaat varieert per cohorte (bijvoorbeeld tussen 18 en 30 maanden voor de cohorte 2007, maar van 6 tot 18 maanden voor de cohorte 2008). Dit bepaalt de proportieverschillen tussen afgesloten zaken en nog steeds hangende zaken. Bijgevolg is het logisch dat er in minder recente cohorten relatief meer zaken in de vooruitgangsstaat "dagvaarding en vervolg" kunnen worden gevonden.

In bijlage 4 worden verduidelijkingen geleverd voor een beter begrip van de motieven die tot de zonder gevolgstellingen leiden.(*)

De zonder gevolgstelling is een voorlopige beslissing om af te zien van vervolging waardoor een einde wordt gesteld aan het vooronderzoek. Zolang de openbare vordering niet is vervallen, kan de zaak opnieuw worden geopend.

De parketten beschikken over een verfijnde lijst van motieven van zonder gevolgstelling die uniform is voor het hele land en geformaliseerd werd als gevolg van de Franchimonthervorming. Drie grote motiefcategorieën kunnen in tabel 3 worden onderscheiden, met name: technische motieven, opportuniteitsmotieven en andere. De strafzaak is hier de teleenheid. Deze kan op een of meerdere verdachten betrekking hebben. Het motief dat het meeste wordt aangehaald (319) is het feit dat de dader onbekend is. In 87,12 % van de dossiers wordt een technisch motief aangehaald om de zonder gevolgstelling te rechtvaardigen.

Antwoord vraag 3.

Het aantal feiten in 2008 zijn toegenomen ten opzichte van 2005 met 9,79 % maar er is sprake van een daling met 8,83 % van het aantal door de politiediensten geregistreerde misdrijven aangaande ‘Grafschennis’ in 2008 in vergelijking met 2007.

Antwoord vraag 4.

Er werd een extractie uitgevoerd op basis van het contextveld "racisme". Deze extractie leverde geen gegevens op over grafschennis die in een racistische context werden gepleegd. Er moet evenwel worden opgemerkt dat het contextveld "racisme" relatief recentelijk werd ingevoerd. Bijgevolg wordt de volledig in acht genomen periode niet door de bepaling van dit contextveld gedekt.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden hem rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.