Toestellen voor zelfcontrole bij antistollingstherapie - Terugbetaling
ziekteverzekering
medisch en chirurgisch materiaal
geneeswijze
3/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008) |
14/5/2008 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-484
Heel wat mensen krijgen ingevolge een hartoperatie of een ziekte een behandeling met anticoagulantia. Een dergelijke behandeling houdt risico’s in, want een overdosering kan tot een bloeding leiden en een onderdosering tot een trombose.
Regelmatig toezicht is dus nodig. Er bestaan momenteel twee apparaten (CoaguChek en HemoSense) waarmee de stollingsgraad kan worden gemeten en de behandeling kan worden aangepast. Deze toestellen voor zelfcontrole, die in andere landen worden gebruikt en terugbetaald, zijn ook in België op de markt.
Waarom worden deze toestellen, of althans een van de twee, in België niet terugbetaald; zoals de toestellen voor de zelfcontrole van de bloedsuikerspiegel?
Een dossier met betrekking tot de terugbetaling van toestellen die de controle van de toestand van patiënten inzake anticoagulantia door de huisarts mogelijk maakt, wordt thans in de Technische Geneeskundige Raad van het RIZIV bestudeerd.
Bij het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wordt daarover een studie uitgevoerd : in de « health technology assessment (HTA) zullen de klinische efficiëntie, de kosteneffectiviteit, de knelpunten in verband met de patiënten en de organisatorische aspecten van de POC-monitoring (point of care dat wil zeggen « aan bed van de patiënt ») van de anticoagulantiabehandeling worden bestudeerd. Dankzij bijkomende informatie over de organisatie van de anticoagulantiabehandeling in het buitenland en de analyse van de Belgische gegevens zullen de klinische en economische aspecten van het gebruik van het POC in verschillende situaties kunnen worden geëvalueerd : in de praktijkkamer van de huisarts, in het ziekenhuis voor anticoagulantia of door de patiënt zelf. »
Zodra het onderzoek door het KCE is afgerond, zal de Technische Geneeskundige Raad de mogelijke invoering van die techniek in de nomenclatuur bestuderen, alsook, indien nodig, het budget dat daarvoor moet worden uitgetrokken.