Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5678

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Multidisciplinaire hormonencel - Illegale vetmesting -Behoefte aan witwasonderzoeken

hormoon
zwarte handel
witwassen van geld

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
15/3/2010Rappel
18/3/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4471

Vraag nr. 4-5678 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag inzake de hormonencel (vraag nr. 4-4370). Ik stel vast dat heden het jaarverslag vanwege de multidisciplinaire hormonencel van 2008 eindelijk klaar is. In het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 wordt geen politionele prioriteit meer gegeven aan de zwendel in hormonen en dopingproducten. Gezien België in het verleden een draaischijf was voor hormonen, meen ik dat waakzaamheid geboden is.

Volgens het verslag zijn de meeste kwekers die werken met illegale producten bekend bij de controlediensten. Zij zijn zich ervan bewust dat ze in het vizier lopen en hebben aldus nieuwe contra-strategieën ontwikkeld. Naar verluidt is één van de nieuwe ontwijking-strategieën van malafide vetmesters om hun dieren te “delocaliseren”. Een kweker die niet gekend is bij de hormonencel treedt op als onderaannemer.

Eén van de belangrijkste conclusies van de hormonencel is en ik citeer: “Het aantal vastgestelde inbreuken is gedaald, de aanwijzingen echter niet.”. De speurders vermoeden met andere woorden dat de situatie ernstig is, doch de pakkans volgt niet.

De speurders pleiten expliciet voor een vervolging van de daders op twee niveaus, namelijk op basis van de hormonenwetgeving en op basis van witwasonderzoek waarbij de speurders zelfs aangeven dat dit de beste manier is.

ik heb dan ook volgende vragen voor de bevoegde minister:

1)Welke concrete maatregelen acht u opportuun om het fenomeen van “delocalisatie” van de dieren, waarbij malafide kwekers de dieren onderbrengen bij onderaannemers met een blanco strafblad, aan te pakken? Kan u dit uitvoerig toelichten en aangeven welke middelen hiervoor worden uitgetrokken?

2)Ik heb vernomen dat sommige malafide kwekers hun dieren tijdelijk in buurlanden plaatsen om ze daar vet te mesten met illegale producten. Beschikt de hormonencel over aanwijzingen dat dit op grote schaal plaatsvindt en kan dit worden toegelicht?

3)Bent u het eens met de stelling van de speurders dat men de hormonenhandelaars moet pakken waar het pijn doet, namelijk via hun vermogen en dit op basis van witwasonderzoeken? Zo ja, kan u de strategie uitvoerig toelichten en aangeven hoeveel speurders of fulltime equivalenten binnen de cel hormonenhandel bezig zijn met witwasonderzoeken? Zo neen, waarom niet?

4)Kan de bevoegde minister aangeven in hoeveel dossiers inzake illegale vetmesting er daadwerkelijk een witwasonderzoek werd gevoerd en dit respectievelijk voor de laatste drie jaren?

5)Kan de bevoegde minister aangeven in hoeveel illegale vetmesters respectievelijk de laatste drie jaren daadwerkelijk werden veroordeeld op basis van een witwasonderzoek? Kan u deze resultaten uitvoerig bespreken?

6)Bent u bereid de aanbeveling van de hormonencel te volgen en dus wat betreft de aanpak van illegale vetmesters bijkomende middelen en mankracht en/of richtlijnen voor samenwerking met de fiscale controlediensten uit te werken om de mazen van het net te verkleinen?

Antwoord ontvangen op 18 maart 2010 :

1. Sinds begin 2009 is het Sanitel systeem vervangen door het SANITRACE systeem. In dit systeem is de beslagverantwoordelijke vermeld als houder en dan ook verantwoordelijke van de runderen. Bij de beschrijving van het “beheer beslag” is er bij de beschrijving “operator” ook een aanwijzing voorzien voor de “financieel verantwoordelijke”. Aan de hand hiervan zou, indien de gegevens correct door de operator werden ingebracht, men kunnen uitmaken wie de werkelijke eigenaar van de runderen is. Sanitrace kan inderdaad een nuttig instrument zijn om opvallende “verhuis” van runderen op te sporen.

Het probleem is moeilijk aan te pakken omdat loonkwekers werken zonder contract met de eigenaar van de dieren, er staat niets op papier. De beroepsverenigingen en landbouworganisaties zouden moeten aandringen dat loonkwekers met contract werken en in het Sanitrace systeem bij financieel verantwoordelijke de naam van de loonkweker opgeven.

2. Vorig jaar waren er twee dossiers, telkens werd zowel in België als in het buurland een gecoördineerde actie uitgevoerd. Elk semester wordt er onder de koepel van de EU Working Group of Enforcement Officers (veterinaire groep) samen gezeten met verschillende EU-landen om dergelijke informatie uit te wisselen, eventuele acties uit te voeren en nieuwe trends te bespreken.

3. Er wordt niet steeds een financieel (vermogens) onderzoek gedaan. Het al dan niet voeren van financieel onderzoek is de autonome beslissing van de magistraat. De magistraten worden onder meer via het expertisenetwerk residuen en voedselveiligheid gesensibiliseerd om aandacht te hebben voor het financiële luik binnen het onderzoek. Er zijn geen financiële speurders rechtsreeks verbonden aan de hormonencel maar er kan steeds beroep worden gedaan op de experten van de politie.

4. De databank van het College van Procureurs-generaal wordt gevoed met registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en het federale parket (REA-systeem). Dit REA-systeem biedt de mogelijkheid om een voornaamste tenlastelegging en eventueel één of meer bijkomende tenlasteleggingscodes te registreren. Om een zaak in het systeem te registreren moet er steeds een voornaamste tenlastelegging ingegeven worden. De registratie van bijkomende tenlasteleggingen gebeurt echter niet overal.

Om witwasonderzoek binnen inbreuken inzake illegale vetmesting te analyseren, zou men een selectie moeten maken op basis van de combinatie van twee tenlasteleggingen, namelijk “62D-Hormonen” en “27B-witwassen”. Aangezien sommige parketten geen secundaire tenlasteleggingen registreren, kan er geen betrouwbaar cijfermateriaal aangeleverd worden voor dit fenomeen.Tevens is de tenlastelegging “62D-Hormonen” ook ruimer dan “illegale vetmesting” en is het aldus ook niet mogelijk om via deze code het exacte aantal binnengekomen zaken te preciseren

5. Cfr vraag 4.

6. Dit zijn meestal opsporingsonderzoeken of gerechtelijke onderzoeken onder leiding van magistraat/onderzoeksrechter. Het is aan de bevoegde magistraat om te oordelen of verder fiscaal en/of witwasonderzoek noodzakelijk is. Hij kan hiervoor beroep doen op gespecialiseerde diensten zoals de opsporingsinpectie van Federale verheidsdienst (FOD) Financiën of de politie.