Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5600

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Diefstallen van stookolie - Aantallen

diefstal
stookolie
criminaliteit
verwarming
officiële statistiek

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2542

Vraag nr. 4-5600 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de stijgende olieprijzen worden er steeds meer diefstallen van diesel en stookolie gemeld. Midden januari 2008 hebben dieven bijvoorbeeld 3 000 liter stookolie gestolen uit een tank van een school in Zulte. In dezelfde periode werden stookoliediefstallen vastgesteld in Tielt, Eeklo en Gent.

Deze parlementaire vraag sluit aan bij een schriftelijke vraag nr. 4-194 van 3 april 2008.

Uit het antwoord op deze vraag blijkt dat het aantal stookoliediefstallen in 2007 gedaald is met 22 % tot 431 in totaal. Tussen 2003 en 2006 verdubbelde het aantal diefstallen van stookolie.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1. Hoe verklaart u de daling van het aantal stookoliediefstallen in 2007 ?

2. Zijn er al resultaten voor 2008 gekend ?

3. Hoeveel liter stookolie werden de voorbije vijf jaar gestolen ?

4. Op welke wijze werd de tabel opgemaakt (codes verleend) die als bijlage werd gevoegd bij het antwoord op punt 4 van mijn schriftelijke vraag nr. 4-194 van april 2008 ?

Antwoord ontvangen op 6 mei 2010 :

Op basis van de elementen van antwoord die door de FOD Binnenlandse Zaken en het College van Procureurs-generaal werden aangeleverd, kan ik u volgende gegevens meedelen.

Wat vraag 1 betreft, lijkt het aantal stookoliediefstallen op basis van de meest recente gegevens uit de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) per jaar te schommelen tussen 400 en 600 feiten. Dit betekent dat het aantal stookoliediefstallen in 2007 (441) eerder moet worden gezien als een status quo in het aantal stookoliediefstallen (aantal tussen 400 en 600) dan als een scherpe daling ten opzichte van 2006.

Wat vraag 2 betreft, zijn de resultaten voor 2008 de volgende:

Jaar

Totaal aantal feiten

2005

462

2006

569

2007

441

2008

1 191

Zoals hoger vermeld, wanneer we de evolutie van het aantal stookoliediefstallen sinds 2005 beschouwen stellen we vast dat er jaarlijks tussen de 400 à 600 diefstallen plaatsvinden met uitzondering van het jaar 2008. In dat jaar is er een uitzonderlijke piek van 1 191 stookoliediefstallen. In dat jaar was de stookolie ook duurder dan de vorige jaren. Er lijkt een duidelijk samenhang te bestaan tussen de prijs van de stookolie en het aantal stookoliediefstallen.

Hoewel definitieve cijfers nog niet gekend zijn, kan nu reeds met zekerheid worden gesteld dat de stijgende tendens zich in 2009 niet doorzet. Verwacht wordt dat het aantal stookoliediefstallen opnieuw onder de 500 zal blijven in 2009.

De statistische databank van het College van Procureurs-generaal laat niet toe om zaken met betrekking tot “stookoliediefstal” te onderscheiden van andere zaken geregistreerd met tenlasteleggingscodes inzake diefstal.

Wat vraag 3 betreft, wordt niet bij elke stookoliediefstal de gestolen hoeveelheid vermeld in de ANG. Hierdoor laten de gegevens in de ANG niet toe om exacte cijfers te geven. De cijfers kunnen enkel indicatief gebruikt worden.

Jaar

Liter

2005

256 512

2006

411 719

2007

339 576

2008

1 168 140

Wat vraag 4 betreft, kan meegedeeld worden dat voor elke misdrijf de verbalisant verplicht moet vermelden welke de functie is van de plaats waar het feit gepleegd werd. Daartoe maakt hij een keuze uit een lijst van ongeveer 700 vooraf bepaalde waarden.

Deze waarden, de zogenaamde “bestemmingen plaats”, worden dus weergegeven in de tabel bij het antwoord op punt 4 van de parlementaire vraag nr 4-194 van april 2008 voor de geregistreerde stookoliediefstallen.