Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5590

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Justitie - Gevangenentransport - "Televoorgeleiden"

overbrenging van gedetineerden
gedetineerde
videocommunicatie
strafprocedure
buitenlandse staatsburger
getuigenverklaring
gerechtszitting

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2520

Vraag nr. 4-5590 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse Justitie en het politiewezen grijpen naar moderne middelen voor het verhoren van verdachten en getuigen. Zo worden de komende twee jaar alle detentiecentra voor vreemdelingen en de meeste gevangenissen uitgerust met apparatuur die videoconferentie met een rechtbank mogelijk maakt.

Gedetineerde verdachten, vreemdelingen, getuigen en deskundigen in het buitenland zijn dan op afstand te verhoren vanuit de rechtszaal. De invoering van het ‘telehoren’ levert een aanzienlijke besparing. Dit werd in Nederland bevestigd door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie.

Door het nieuwe systeem hoeven minder mensen te worden vervoerd, en dat levert een aanzienlijke kostenbesparing op. Naast een positieve impact voor het milieu is het vooral belangrijk wat betreft de risicovolle transporten tussen de gevangenissen en de rechtbanken. Deze maatregel komt dus vooral de veiligheid ten goede. Ook de wachttijden voor zittingen neemt af.

Drie pilootprojecten die in 2007 plaatsvonden in Nederland werden alvast positief bevonden.

Ook de politie gebruikt heden reeds videoconferentie bij het voorgeleiden van een verdachte aan de hulpofficier van Justitie, het zogenaamde ‘televoorgeleiden’

Op diverse locaties gaat de overheid nu videoconferentie ruimtes inrichten. Ook webcams kunnen volgens het ministerie prima worden gebruikt, vooral in het buitenland.

Ik weet dat video conferencing reeds kan bij zedenmisdrijven jegens minderjarigen, doch hier gaat het voorstel verder.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1)Hoe reageert de minister op dit onderzoek en kan de minister aangeven in hoeverre “televoorgeleiden” ook in ons land een optie kan zijn? Zo neen, kan de minister uitvoerig aangeven welke de positieve en welke de negatieve punten zijn van het “televoorgeleiden” alsook waarom de negatieve punten uiteindelijk de doorslag geven? Zo ja, ka, de minister aangeven wanneer dit zou worden doorgevoerd?

2)Werden er in ons land reeds proefprojecten inzake “televoorgeleiden” opgezet? Zo neen, is de minister bereid proefprojecten op te zetten in ons land? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten?