Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5518

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Illegalen - Bezetting van de campussen van de UCL, ULB en de VUB en een kerk in Gent in 2003

illegale migratie
politiek asiel
hongerstaking
verblijfsrecht
asielzoeker

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
22/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4854

Vraag nr. 4-5518 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het antwoord van de toenmalige minister van Migratie- en Asielbeleid op mijn vraag om uitleg nr. 4-997 blijkt dat in 2003 de campussen van de Université catholique de Louvain (UCL), Université libre de Bruxelles (ULB) en Vrije Universiteit Brussel (VUB) en een kerk in Gent werden bezet door een groep illegalen:

" In september 2003 bezetten 471 Iraniërs de lokalen van de UCL, de ULB. en de VUB en een kerk in Gent. Deze actie eindigde in december 2003, januari 2004. Hen werd toegestaan een nieuwe asielaanvraag in te dienen. "

Kan u mij in dit verband nog het volgende meedelen:

1. de precieze periode waarin de bezetting van de verschillende gebouwen plaatsgreep;

2. de periode van een eventuele hongerstaking;

3. de precieze identificatie van de groep die de actie voerde;

4. het aantal actievoerders, eventueel het aantal hongerstakers, hun verblijfsstatuut op het ogenblik van hun actie, alsook het aantal personen dat met hen verbonden was en waarvoor zij mee hun eisen stelden;

5. de eventuele opeenvolgende toezeggingen die door de geachte minister / staatssecretaris (of hun voorgangers) of hun diensten aan de betrokkenen werden gedaan in het kader van of na de stopzetting van de actie inzonderheid wat het verblijf op ons grondgebied betreft (met vermelding van de duur ervan) en hoeveel personen het betrof en krachtens welke wettelijke bepalingen dit gebeurde;

6. hoeveel van deze personen op dit ogenblik nog in het land verblijft, welk verblijfsstatuut zij hebben, hoeveel er geregulariseerd werden en op welke wettelijke gronden dat gebeurde, en hoeveel inmiddels het land hebben verlaten en volgens welke procedure dit laatste is gebeurd?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2010 :

Gezien het protocolakkoord dat op 3 augustus 2009 met de staatssecretaris voor het Migratie- en Asielbeleid werd gesloten en waarin vermeld staat dat deze “de antwoorden op parlementaire vragen zal opvolgen, voorbereiden en behandelen”, nodig ik het geachte lid uit zich te richten tot mijn collega, de staatssecretaris aan wie ik de vraag heb overgemaakt.