Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-550

van Nahima Lanjri (CD&V N-VA) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Artsen - Besmetting van patiënten

dokter
beroepsorde
beroepsdeontologie
uitwisseling van informatie
volksgezondheid
beroep in de gezondheidszorg
infectieziekte

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/6/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-364

Vraag nr. 4-550 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele weken geleden kwam een Belgische arts in opspraak nadat hij door de Nederlandse Orde van Geneesheren werd geschorst voor toch wel dubieuze praktijken in een kliniek in Roosendaal. Vorige week was er in Frankrijk heisa rond een Belgische arts die in privéklinieken niet zorgvuldig zou hebben omgesprongen met hygiëne, waardoor 7 000 patiënten moeten worden gecontroleerd op hepatitis en HIV. Deze week kwam ook aan het licht dat een huisarts uit Zuid-Limburg de voorbije jaren een twintigtal patiënten met hepatitis B en C zou hebben besmet. Hij zou onhygiënisch te werk zijn gegaan door onder meer injectienaalden meermaals te gebruiken waardoor zijn patiënten besmet geraakten.

- Volgt de FOD Volksgezondheid deze dossiers op de voet?

- Heeft de Belgische overheid middelen om in te grijpen?

- Is er een goede informatie-uitwisseling tussen de Lidstaten van de Europese Unie?

- Moet er geen regelgeving komen waarbij maatregelen die door een Orde worden uitgesproken, ook in een ander EU-land gelden?

Antwoord ontvangen op 5 juni 2008 :

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu organiseert de ondersteuning van de medische commissies, bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen. Via die commissies wordt de FOD in kennis gesteld van de dossiers die er worden behandeld. Bovendien ontvangt de FOD in opdracht van de minister de officiële kennisgevingen van de Orde van geneesheren. De FOD heeft de ambitie om alles in het werk te stellen om de wettelijke bepalingen binnen de beste termijnen te doen toepassen. Ik herinner er trouwens aan dat de gemeenschappen verantwoordelijk zijn voor een probleem, zoals het opduiken van een haard van hepatitis.

Wat de internationale dossiers betreft, worden er systemen opgezet om relevante informatie tussen de bevoegde overheden uit te wisselen. Thans maakt het IMI-project het in de beginfase mogelijk dat elke lidstaat van de Europese Unie (EU) aan een ander land informatie kan opvragen omtrent een gezondheidswerker die tot een van de pilotberoepen behoren. Ook de artsen maken hiervan deel uit.

De actiemiddelen zijn tamelijk beperkt. Het onwettig uitoefenen van een activiteit die tot bepaalde gezondheidsberoepen is beperkt, moet immers worden bewezen. De geneeskundige commissies beschikken niet over de onderzoeksmiddelen die een ambtenaar van de gerechtelijke politie wel heeft en dit moet ook niet. In de praktijk moeten de ingezamelde elementen in dat geval aan het parket of de procureur des Konings worden voorgelegd.

Het recente wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen bevat trouwens specifieke bepalingen die de versterking beogen van de rol van de provinciale geneeskundige commissies, wanneer ze onder meer overgaan tot het intrekken van het visum of van het behouden ervan onder voorwaarden, wegens het gevaar dat de toestand van een beoefenaar de patiënten doet lopen : het opschortende karakter van het beroep dat de beoefenaar tegen een dergelijke beslissing instelt is op deze wijze verdwenen. Een dergelijke maatregel zal trouwens vanaf nu meerdere malen kunnen hernieuwd worden, en dit zo lang dit nodig zou blijken.

Wat de deontologie en de uitoefening van de geneeskunde betreft, is de Orde van geneesheren bevoegd om de dossiers te beoordelen en de disciplinaire maatregelen toe te passen.

Ten slotte ben ik van mening dat de harmonisering van de gegevensuitwisseling omtrent gezondheidswerkers die een gevaar zijn voor de bevolking, een thema zou kunnen zijn tijdens het Belgisch Europees voorzitterschap in 2010.