Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5422

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Huwelijksmigratie - Minimumleeftijd - Herziening van bilaterale akkoorden

huwelijk
gemengd huwelijk
migratiebeleid
bilaterale overeenkomst
familiemigratie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5047

Vraag nr. 4-5422 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een artikel in De Standaard van 24 november 2009 hield de Vlaamse minister van Inburgering, de heer Bourgeois, een pleidooi om de minimumleeftijd voor huwelijksmigratie bij burgers van buiten de Europese Unie op te trekken tot 21 jaar. Volgens de minister is dat voor een aantal Staten van waaruit veel huwelijksmigratie naar ons land trekt momenteel echter niet mogelijk omdat er in de jaren zestig bilaterale akkoorden werden gesloten met de landen die hiervoor in de weg zouden staan. Ik veronderstel dat de Vlaamse minister hiermee refereert aan de wet van 13 december 1976 houdende goedkeuring van de bilaterale akkoorden betreffende de tewerkstelling in België van buitenlandse werknemers, dat onder meer uitwerking gaf aan overeenkomsten of akkoorden met landen als Marokko, Turkije, Tunesië en Algerije.

Nog steeds volgens de minister zou de toenmalige federale minister van Asiel en Migratie op 4 juni 2008 haar collega van Buitenlandse Zaken een brief hebben geschreven, met het verzoek onderhandelingen aan te knopen met het oog op de herziening van die akkoorden op dat vlak. Die laatste zou dat echter niet opportuun hebben gevonden.

Tenslotte kondigt minister Bourgeois aan dat hij dit punt zal agenderen op de Interministeriële Conferentie.

1. Klopt het dat die bilaterale akkoorden in de weg staan om de minimumleeftijd voor huwelijksmigratie uit die landen op te trekken tot 21 jaar? Zo ja, welke concrete passages uit de akkoorden beletten dat?

2. Heeft de minister van Buitenlandse Zaken in juni 2008 effectief een brief gekregen van de minister van Asiel en Migratie en zo ja, wat was de inhoud van die brief?

3. Waarom vond de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken het niet opportuun een heronderhandeling van dit aspect uit betreffende akkoorden aan te vatten?

4. Hoe wordt gereageerd op het nieuwe initiatief van minister Bourgeois (agendering op de Interministeriële Conferentie)? Schaart u zich achter dit initiatief? Overweegt u vooralsnog initiatieven tot heronderhandeling te ondernemen?