Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-541

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Globale medische dossiers - Cijfergegevens

officiële statistiek
medische gegevens
dokter
bestedingen voor gezondheid
geografische spreiding

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
16/4/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-341

Vraag nr. 4-541 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het globaal medisch dossier (GMD) is een dossier dat de arts voor zijn patiënt bijhoudt. In dit dossier bevinden zich allerlei medische gegevens in verband met de patiënt. Dit heeft als voordeel dat de communicatie tussen artsen gemakkelijker wordt, en dat onnodige en dubbele onderzoeken vermeden worden. Op die manier wordt de patiënt onnodige uitgave bespaard. Dit dossier kan in overleg met de arts aangelegd worden en kost 22,36 euro op jaarbasis.

Uit de cijfers van de Christelijke Mutualiteit van 31 december 2007 blijkt dat er nog steeds veel meer mensen met een GMD zijn in Vlaanderen dan in Wallonië en Brussel. Dit bevestigt mijn stelling dat de taalgrens in weze ook een medische breuklijn, zeg maar zorggrens, is. Vlaanderen steunt inderdaad meer op een geneeskunde waarvan de huisarts de spil is, terwijl Wallonië zich meer schaart achter een hospitalo-centrische geneeskunde.

Dit zijn echter enkel de cijfers van de Christelijke Mutualiteit. Om een ruimer beeld te krijgen op de situatie en de gevolgen hiervan beter te kunnen inschatten, had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Hoeveel patiënten beschikken in België over een GMD?

2. Hoeveel patiënten beschikken in Vlaanderen over een GMD?

3. Hoeveel patiënten beschikken in Wallonië over een GMD?

4. Hoeveel patiënten beschikken in Brussel over een GMD?

Antwoord ontvangen op 16 april 2008 :

In België zijn er in totaal 3 410 126 globale medische dossiers (GMD), waarvan 2 631 499 in Vlaanderen, 627 133 in Wallonië en 151 494 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gegevens 2006). In verhouding tot hun respectieve bevolking vertegenwoordigen die cijfers een dekkingsgraad per inwoner van 30 % voor het hele land, met de volgende uitsplitsingen per gewest : 43 % in Vlaanderen, 18 % in Wallonië en 15 % in Brussel.

Die cijfers moeten echter worden genuanceerd :

— de reële dekkingsgraad ligt hoger, want het GMD wordt enkel voorgesteld aan de patiënten van de algemene regeling;

— Vlaanderen heeft een betere dekking dan Brussel en Wallonië, deels omdat de Vlaamse bevolking ouder is. Het GMD was oorspronkelijk immers bedoeld voor oudere patiënten; pas later werd het uitgebreid tot alle patiënten.

Dat verklaart echter niet volledig de achterstand van Wallonië en Brussel. Andere factoren spelen hierbij een rol, zoals de plaats van de huisarts in het zorgaanbod of socioculturele factoren die de toetreding van de bevolking tot het systeem beïnvloeden.

Trouwens vestig ik de aandacht erop dat wanneer het GMD niet wordt gefactureerd, het niet betekent dat de arts niet beschikt over een dossier voor zijn patiënt en dat die patiënt niet correct wordt gevolgd. De cijfers waarover wij beschikken, staven immers de hypothese dat de Franstaligen hun huisarts evenveel raadplegen als de Nederlandstaligen : in 2005 had 68 % van de bevolking minstens één contact met een huisarts; in Vlaanderen bedroeg het percentage 70 %, in Wallonië 67 %. Het is daarentegen waar dat die frequentiegraad duidelijk minder hoog is in de grote steden zoals Brussel, namelijk 56 %.

Tot slot vind ik dat die globale niveaus van toetreding tot het GMD bemoedigend zijn voor een systeem dat nauwelijks zes jaar geleden werd ingevoerd, en ik ben mij bewust van de verschillen die tussen de verschillende landsdelen bestaan en van de inspanningen die nog moeten worden geleverd om de patiëntenbinding aan te moedigen.

De recente inspanningen die worden toegespitst op de artsen en de patiënten, zouden de dekkingsgraden nog moeten verbeteren :

— om de rol van de huisarts te versterken en aan te moedigen, is in de recente akkoorden tussen de geneesheren en de ziekenfondsen voor 2008 een verhoging van de honoraria gepland;

— de ziekenfondsen zijn belast met de sensibilisering van de bevolking. Om het aantal toetredingen tot het GMD te vergroten, werd er in 2007 op initiatief van mijn voorganger, Rudy Demotte, een informatiecampagne voor het grote publiek georganiseerd. Die campagne kon nog niet worden geëvalueerd.