Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5405

van Christine Defraigne (MR) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Verenigde Naties - Commissie voor Vredesopbouw - Activiteitenbalans - Raamwerk voor vredesopbouw - Versterking -Voorstellen van België - Werking, coherentie, synergie, methoden en instrumenten - Verbeteringen

Veiligheidsraad VN
handhaving van de vrede
commissie VN

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4598

Vraag nr. 4-5405 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

De Commissie voor Vredesopbouw werd op 20 december 2005 gelijktijdig opgericht door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (A/RES/60/180) en door de Veiligheidsraad (resolutie 1645) en geeft raadgevend advies aan beide organen, evenals aan de secretaris-generaal en aan landen die dreigen in een conflict verzeild te raken. Tot de oprichting van een dergelijke Commissie is besloten op de Wereldtop van de staatshoofden en regeringsleiders in september 2005 en ze begon haar werkzaamheden op 23 juni 2006.

Nu ze drie jaar actief is, had ik graag vernomen hoe u haar werkzaamheden, successen en problemen evalueert.

Welke evaluatie maakt u van die jaren en van de ervaring die de commissie opdeed in haar bijstand aan Burundi, Sierra Leone, Guinee-Bissau en de Centraal-Afrikaanse Republiek?

Welke voorstellen zouden de steun van België kunnen genieten om het raamwerk van de VN-Commissie voor Vredesopbouw te versterken, en om een aangepaste vorm te vinden voor haar adviserende rol die zich in de diepte en de breedte ontwikkelt?

Kan zij de coherentie en de synergieën versterken tussen de verschillende entiteiten van het VN-systeem en andere actoren betrokken bij het herstel van de vrede in een land? Beschikt ze over het gezag om aan te dringen op een onderzoek naar de doeltreffendheid van de bijstand en naar de wederzijdse verantwoordelijkheden, meer bepaald inzake de betalingsproblemen aan het einde van een conflict?

Moet men de afspraken herzien zoals bepaald in de resoluties van de Algemene Vergadering en van de Veiligheidsraad die de Commissie voor Vredesopbouw hebben opgericht, en in welke zin? Bestaat er een procedure voor de herziening van haar huidige methodes en instrumenten, met name met het oog op meer innoverende en soepeler benaderingen?