Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-536

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Globaal medisch dossier

dokter
algemene geneeskunde
medische gegevens
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
22/4/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-296

Vraag nr. 4-536 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik van de geachte minister de cijfers gekregen van het aantal patiënten dat zich in 2006 en, indien mogelijk, ook in 2007 heeft ingeschreven in het systeem van het globaal medisch dossier. Gelieve de cijfers op te splitsen per provincie of per gewest.

Hoe evalueert zij de evolutie in deze aantallen en worden op basis van die evaluatie maatregelen of initiatieven verwacht om nog meer patiënten aan te zetten om in het systeem te stappen?

Antwoord ontvangen op 22 april 2008 :

Het globaal medisch dossier (GMD) kent een constante groei. Er zijn momenteel 3,1 miljoen GMD's. De dekkingsgraad van de bevolking bedraagt ongeveer 30 %.

De dekkingsgraad bedraagt 43 % in Vlaanderen, 18 % in Wallonië en 15 % in Brussel.

De uitsplitsing per provincie in Vlaanderen levert cijfers op tussen 37 % in Vlaams-Brabant en 52 % in Limburg. In Wallonië bedraagt de dekkingsgraad tussen 16 % in de provincie Luxemburg en 20 % in de provincie Namen.

Provincie

Totaal

% GMD/woon.

Antwerpen

744 719

44 %

Vlaams Brabant

387 727

37 %

Waals Brabant

65 985

18 %

Brussel Hoofdstad

151 494

15 %

West-Vlaanderen

517 656

45 %

Oost-Vlaanderen

559 688

40 %

Henegouwen

243 296

19 %

Luik

186 358

18 %

Limburg

421 709

52 %

Luxemburg

40 894

16 %

Namen

90 600

20 %

Totaal

3 410 126

32 %

Wallonië

627 133

18 %

Brussel Hoofdstad

151 494

15 %

Vlaanderen

2 631 499

43 %

De dekking per arrondissement toont dat dit verschil tussen Vlaanderen en de rest van het land uniform is, zoals blijkt uit de kaart van de dekkingsgraden (1)  :

— in blauw : de dekkingsgraden onder 30 %;

— in rood : de dekkingsgraden van meer dan 30 %.

De donkere kleuren stellen de uitersten voor : geen enkel arrondissement overschrijdt het percentage van 60 % en geen enkel arrondissement heeft een dekkingsgraad die lager is dan 10 %. In Vlaanderen voeren de arrondissementen in Limburg en het arrondissement van leper de lijst aan. In Wallonië hebben de arrondissementen van Philippeville, Doornik en Moeskroen de hoogste dekkingsgraad.

Het globale toetredingsniveau tot het GMD is bemoedigend voor een systeem dat amper zes jaar geleden is opgestart. Ik besef welke inspanningen er nog nodig zijn om de patiënten met dit systeem vertrouwd te maken. Ik ben me eveneens bewust van de verschillen tussen de verschillende delen van het land. Ik wijs u er trouwens op dat het GMD recent financieel gevaloriseerd werd en dat het thans daarenboven elk jaar automatisch wordt verlengd, voor zover de patiënt een contact had in de loop van het jaar voordien. Ik ben me eveneens bewust van de verschillen tussen de verschillende delen van het land.

Vlaanderen beschikt over een hogere dekkingsgraad dan Brussel en Wallonië, voor een deel omdat de bevolking er ouder is. Het GMD was immers in het begin voor oudere patiënten bedoeld. Maar dit verklaart onvoldoende de achterstand van Wallonië en Brussel. Andere factoren spelen eveneens een rol, zoals de plaats van de huisarts in het zorgaanbod of de socioculturele factoren die de toetreding van de bevolking tot het systeem beïnvloeden.

In de recente akkoorden tussen artsen en ziekenfondsen is vanaf 2008 voorzien in een verhoging van het honorarium om de rol van de huisarts te versterken en te bevorderen.

De ziekenfondsen zijn verantwoordelijk voor de bewustmaking van de bevolking. In 2007 is er op initiatief van mijn voorganger, Rudy Demotte een grootschalige informatiecampagne georganiseerd om die toetreding te bevorderen. Die campagne heeft men nog niet kunnen evalueren.


(1) De door het geachte lid gevraagde gegevens werden hem rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.