Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-533

van Olga Zrihen (PS) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Baarmoederhalskanker – Vaccin – Terugbetaling – Leeftijd van begunstigden

kanker
ziekteverzekering
vaccin
vaccinatie
jongere

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
16/7/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-119

Vraag nr. 4-533 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Sinds 1 december 2007 voorziet een federale maatregel in de terugbetaling van een vaccin tegen baarmoederhalskanker (Gardasil) voor jonge meisjes tussen 12 en 15 jaar. Dat is een uitstekende maatregel, gelet op de hoge prijs van het vaccin. Wij verheugen ons ook over de informatie- preventie- en sensibilisatiecampagne die de Franse gemeenschap hierover heeft uitgewerkt.

Ik vestig er echter de aandacht op dat dit vaccin moet worden toegediend vóór de eerste seksuele betrekkingen.

Een gesprek met een 17-jarig meisje doet verschillende vragen rijzen, die wij de minister voorleggen.

Waarom wordt het vaccin niet terugbetaald tot 18 jaar of ten minste tot de leeftijd van seksuele volwassenheid, namelijk 16 jaar?

Op basis van welke criteria werd het initiatief ingeperkt?

Bestaat de kans dat het ooit opnieuw zal worden uitgebreid?

Moeten wij ervan uitgaan dat alle meisjes ouder dan 15 jaar hun eerste seksuele ervaring al beleefd hebben?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2008 :

1. Ik neem nota van uw steun voor de beslissing om het vaccin Gardasil terug te betalen en dit niet alleen tegen baarmoederhalskanker. Het vaccin werkt eveneens tegen zware dysplasieën van de vulva en tegen externe genitale wratten, alle gelieerd aan de humane papillomavirussen van het type 6, 11, 16 en 18. Zoals het al in de betrokken Kamercommissie uitgelegd werd op 16 oktober 2007, werd hierbij het traject van de terugbetaling van farmaceutische specialiteiten gevolgd, ingezet door het farmaceutisch bedrijf.

Op het moment dat de terugbetalingsbeslissing genomen werd, leek de leeftijdsgroep voor meisjes van 13-15 jaar de meest geschikte te zijn om hen te beschermen tegen eventuele schade veroorzaakt door het voornoemde virus. Volgens de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen zal hierdoor het aantal baarmoederhalskankers in dit land dalen met 47 gevallen per jaar na 10 jaar en 221 gevallen per jaar na 20 jaar. In deze leeftijdsgroep leek vastgesteld te zijn dat het vaccin het meest kosten-effectief is.

2. Zowel het Federale Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (rapport 2007-64A), de Hoge Gezondheidsraad (rapport 2007-8204) als de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen hebben duidelijk bepaald dat dit vaccin niet bij een ieder moet toegediend worden. Beperkende maatregelen drongen zich bijgevolg op. Naast de belangrijke kost, blijven er nog vragen over. Ik neem over van het advies van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen :

« — Hoelang biedt het vaccin bescherming ?

— Zal een rappel-vaccin later moeten gegeven worden ? Na 20 jaar bij iedereen of slechts bij bepaalde vrouwen ?

— Hoe zal er omgegaan worden met de andere types van papillomavirus ? ».

Op basis van de gesprekken met de professionelen inzake de strijd tegen kanker en de vertegenwoordigers van de patiënten, heb ik echter in het kader van het federale Kankerplan beslist om de leeftijdsgrens voor terugbetaling op te trekken tot de jonge meisjes van 16 tot 18 jaar. Ik hoop dat dit een voorlopige maatregel zal zijn. Er zijn inderdaad gesprekken gestart met de gedefedereerde entiteiten, met het oog op het zo snel mogelijk integreren van dit vaccin in het vaccinatieprogramma voor alle jonge meisjes vanaf 12 jaar en dit in samenwerking met de schoolartsen.

3. Maar laten we niet vergeten dat het vaccin géén 100 % bescherming biedt tegen baarmoederhalskanker, in tegenstelling tot sommige reclameboodschappen. Bij gevaccineerde vrouwen dienen verder de cervicale letsels opgespoord te worden. Het feit van gevaccineerd te zijn, schaft deze essentiële opsporing voor een vrouw niet af. Een ander element om rekening mee te houden zijn de nevenwerkingen die te verwachten zijn wanneer het vaccin op grote schaal zou toegediend worden aan vrouwen. Daarom raadt de Hoge Gezondheidsraad een goede bewaking aan na vaccinatie.

4. Niet alle jonge meisjes van meer dan 15 jaar hebben inderdaad reeds hun eerste seksuele ervaring gekend. En die welke ze wel meemaakten, zijn daarom niet noodzakelijk in contact gekomen met het HPV-virus. Omgekeerd kan een jong meisje dat nog maagd is wel in aanraking gekomen zijn met dat HPV-virus. Seksuele betrekkingen zijn niet de enige wijze waarop dit virus doorgegeven wordt. In termen van volksgezondheid rekent men met de grote aantallen en met de meest waarschijnlijk statistische situaties, niet op het individuele niveau. Het is derhalve aan de huisarts of de gynaecoloog van het jonge meisje om, op basis van de huidige stand van de wetenschap en van de kennis van de veronderstelde efficiëntie van het vaccin, te oordelen of het toedienen van het vaccin in haar situatie al dan niet wenselijk is.