|
|
Drugsbeleid - Zomerfestivals, mega-evenementen en megadancings - Testing - Organisaties - Toelating - Wettelijkheid - Aantal testing - Resultaten - In beslag genomen drugs - Analyse van de Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid (WIV) - Resultaten
culturele manifestatie
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Louis Pasteur
psychotropicum
drugverslaving
verdovend middel
| 7/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010) |
| 15/12/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4309
De XTC-markt zou volgens Nederlandse testingresultaten de afgelopen maanden iets “ kwalitatiever “ geworden zijn dan een half jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers van het Trimbos-Instituut (verantwoordelijk voor het testingnetwerk) die vaststellen dat opnieuw meer pillen de werkzame stof MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) bevatten dan, naar hun zeggen, zes maanden geleden. Toen was dat maar de helft. Het is volgens hen echter nog te vroeg om te zeggen of dit een tijdelijke of een permanente verbetering is. Het Trimbos luidde eerder dit jaar de noodklok omdat de XTC-markt ernstig vervuild was. Veel pillen bevatten andere stoffen dan MDMA. In veel tabletten bleek mCPP (meta-chloorfenylpiperazine) te zitten, dat op korte termijn nog meer nefaste bijwerkingen heeft zoals hoofdpijn, misselijkheid, paniekaanvallen of hallucinaties.
Het is bekend dat op zomerfestivals er aanzienlijk meer met partydrugs geëxperimenteerd wordt. In voorgaande jaren gaf de minister van Binnenlandse Zaken toelating om in situ drugstesting op festivals toe te laten. Bovendien gaf de geachte minister te kennen in het antwoord op schriftelijke vraag nr. 4-3143 dat de kritiek op het huidige testingsysteem terecht is. Een testingsysteem uitbouwen waarbij gebruikers illegale drugs kunnen laten testen lijkt zeker zinvol.
Gezien het voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:
1.Welke organisaties kregen dit jaar toelating om in situ, op festivals of andere mega-events, drugstestings te organiseren?
2.Hoe werd de wettelijkheid van deze testing gehanteerd?
3.Mochten er geen organisaties werkzaam geweest zijn, wat waren de redenen hiervoor? Is ze op de hoogte dat onafhankelijke vzw’s vaak worstelen met geld- en personeelgebrek?
4.Mocht dit wel het geval zijn, heeft ze zicht op het aantal testings dat deze organisaties deden? Wordt bovenstaande analyse aangaande de XTC-markt bevestigd?
5.Wat waren de resultaten aangaande de samenstelling van de verschillende geteste stalen?
6.Hoeveel van door de politie op festivals geconfisceerde stalen kreeg het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid (WIV) van het parket doorgestuurd? Kan ze hier de analyseresultaten van het WIV van deze festivalstalen vrijgegeven? Wat vindt ze van dit aantal?
7.Is ze nog steeds bereid in dialoog met het WIV, niet gouvernementele organisaties en de drugspreventiesector (VAD, Fedito) proefprojecten te organiseren? Hoever staat ze met de uitbouw van deze proefprojecten?
8.Mochten de onderhandelingen met het maatschappelijk veld momenteel opgeschort zijn, wanneer herneemt de geachte minister deze?
1. Geen enkele nieuwe toelating voor de organisatie van een pilltesting in situ werd dit jaar afgeleverd. Desalniettemin, werd er in het verleden een toelating afgeleverd aan de vzw Modus Vivendi die pilltestings georganiseerd heeft tussen 2005 en 2006. Deze vergunning kwam er ten gevolge het positieve advies van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs gegeven in 2003.
2. De pilltesting is in overeenstemming met artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 dat de basis vormt voor de reglementering van bepaalde psychotrope stoffen.
3. Zoals u waarschijnlijk al weet, heeft de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) dit jaar een project ingediend met betrekking tot het thema pilltesting teneinde dergelijke testen aan te wenden in het Vlaamse Gewest te ondernemen. Dit project heeft enkel tot doel om substanties te testen van patiënten die reeds contact hebben met een gespecialiseerd centrum. Het gaat hier dus niet over testings binnen feestelijke milieus. Gelet op de verantwoordelijkheden van elkeen in dit domein, heb ik het advies van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs over dit onderwerp gevraagd. Deze cel verzamelt alle vertegenwoordigers van de ministers van Gezondheid. De cel is van start gegaan met de discussie tijdens haar vergadering van 29 september laatstleden, , waarbij de VAD en Modus Vivendi hun projecten en initiatieven op het terrein hebben uiteengezet.
Er wordt mij vaak gemeld dat bepaalde Modus Vivendi’s niet genoeg personeel hebben of ondergefinancierd zijn. Het is belangrijk dat er een inventaris van de situatie kan worden opgemaakt. De Algemene Cel Drugs, waarbinnen alle ministers vertegenwoordigd zijn, die een competentie hebben binnen het domein van de verslavingen, zal worden belast met het opmaken van een dergelijke inventaris.
4. Volgens de vzw Modus Vivendi, werden er tweehonderd tests uitgevoerd tussen 2005 en 2006 in “mega-dancings” en op festivals. Het project van deze vzw werd geëvalueerd door de ULB-PROMES en dateert van 2006. Ik beschik dus niet over recente gegevens die rapporteren over de afgelopen zes maanden.
5. Wat betreft festivals en andere mega-events testte echter Modus Fiesta enkele stalen die door gebruikers tijdens het festival Esperanzah (augustus 2009) (vierentwintig stalen) werden aangeboden. De stalen werden ter plaatse geanalyseerd. De meerderheid van de stalen betrof XTC of amfetamines. Tweemaal werd een staal dat was gekocht als zijnde amfetamines, daar waar in realiteit één cocaïne betrof en het andere heroïne. Een paar stalen bevatten geneesmiddelen, maar het is niet duidelijk onder welke naam ze werden gekocht. Er werden buiten dit festival vier verdachte stalen aangeboden door gebruikers na een problematisch gebruik. Deze werden in het WIV getest. Geen enkele van de vier geteste pillen bevatte XTC (MDMA-MDA-MDEA) maar drie bevatten MCPP en één Avicel (cellulose microcristalline). In deze stalen werd ook mephedrone gevonden. Het was de eerste keer dat deze stof in België gedetecteerd werd.
Modus Vivendi zal ook testing uitvoeren in het uitgaansmilieu in de komende maanden.
6. Tot in september 2009, ontving het laboratorium van het WIV (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) geen stalen van door de politie op festivals of andere mega-events in beslag genomen substanties die als dusdanig identificeerbaar waren. De samenstelling van deze specifieke “festivalstalen” is momenteel dan ook niet gekend door het WIV.
7. Zoals reeds meermaals meegedeeld, worden de aanvragen tot projecten besproken binnen de Cel Gezondheidsbeleid Drugs. Alle betrokken ministers moeten dus akkoord gaan alvorens een project kan worden opgestart.
Ik wil er verder nog aan herinneren dat ik op federaal niveau geen enkele bevoegdheid heb met betrekking tot het testen in het festivalmilieu, aangezien het over preventie en vermindering van risico’s gaat. Ik ben alleen bevoegd voor het vervoer van de substanties en voor de daarvoor gegeven toelating.
8. Op 29 september 2009 heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs, die alle ministers van gezondheid van het land verenigt, de VAD en de vzw Modus Vivendi gehoord, respectievelijk over hun voorstel van project en over de testen die al uitgevoerd werden op het terrein. De cel kwam eind oktober terug samen om de opportuniteit te onderzoeken van een dergelijk project voor de gezondheid en de vermindering van de risico’s.
Het debat is echter niet gesloten en is in november verder gegaan. Ik hoop dus voor het einde van dit jaar een definitief advies te hebben van de cel.