Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5270

van Helga Stevens (Onafhankelijke) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

RIZIV - Cochleaire implantaten - Terugbetaling (Doven en slechthorenden)

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
ziekteverzekering
gehandicapte
lichamelijk gehandicapte
faciliteiten voor gehandicapten
medisch en chirurgisch materiaal
remgeld

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
16/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4292

Vraag nr. 4-5270 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In mijn schriftelijke vraag nr. 4-183 van 16 januari 2008 vroeg ik de geachte minister naar de cijfers over de terugbetaling van cochleaire implantaten gedurende de laatste vijf jaar, uitgesplitst per gewest en per leeftijdscategorie.

Op 5 maart 2008 ontving ik volgend antwoord: "Ik heb de eer u mee te delen dat de nodige inlichtingen gevraagd werden bij de bevoegde diensten van mijn departement (RIZIV). Een definitief antwoord zal u zo spoedig mogelijk worden verstrekt."

Tot op vandaag heb ik dit definitieve antwoord echter niet mogen ontvangen. Graag had ik dan ook gevraagd om me spoedig de meer dan anderhalf jaar geleden gevraagde cijfers te bezorgen.

Antwoord ontvangen op 16 december 2009 :

Gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door u gestelde vragen. Het gaat om geboekte gegevens.

De gegevens 2004 verdeeld per gewest en per leeftijd zijn niet beschikbaar.

Het gaat om gegevens betreffende de volgende nomenclatuurcodes: 683690-683701, 685333-685344.

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.

De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Tijdens de vergadering van de Algemene Raad van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) van 26 oktober 2009, heeft de dienst Gezondheidszorgen haar eerste rapport voorgesteld “Medisch gebruik vanuit geografisch perspectief: Variaties in de uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging in België – Gegevens 2006”.

Dit document geeft de analyses weer van de medische consumptie volgens de Belgische arrondissementen.

Het doel van dit eerste rapport is het bepalen van een analysemethodologie van de gegevens die beschikbaar zijn bij het RIZIV, gebaseerd op een vergelijking tussen geografische entiteiten, door een standaardisering van de gegevens uit te voeren.

De standaardisering van de gegevens gebeurde voor de leeftijd, het geslacht, het feit al dan niet BIM te zijn en rechthebbende van het algemeen stelsel of van dat van de zelfstandigen. Dat maakt dat de gegevens veel meer vergelijkbaar zijn dan de ruwe gegevens.

Dit eerste rapport toont aan dat globaal gezien de Vlaamse en Waalse situaties betreffende medische consumptie zeer vergelijkbaar zijn. Bovendien kan men vaststellen dat vanaf nu Brussel gemiddeld minder verbruikt dan de twee andere regio’s. Nog maar enkele jaren geleden was het omgekeerde waar.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.