Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5269

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Alleenstaanden - Invoering van een specifiek beleid

alleenstaande
vrijgezel
bestrijding van discriminatie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
16/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4215

Vraag nr. 4-5269 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het globaal aantal alleenstaanden in ons land blijft stijgen. Uit recent cijfermateriaal van de FOD Economie blijkt dat het grootste aantal singles te vinden is in de leeftijdsgroep van 25 tot 29 jaar. In 2006 had 21.5% van de mannen in deze leeftijdscategorie geen partner. In iets minder dan dertig jaar is het aantal mannelijke singles nagenoeg verdrievoudigd.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de grote gezinnen, voor wie allerhande sociale maatregelen, tariefreducties en dergelijke gelden en die kunnen genieten van ‘schaalvoordelen’ (bijvoorbeeld. op het vlak van verwarmingskosten, kadastraal inkomen, aankopen in grotere hoeveelheden tegen voordeeltarief, enz.), kunnen alleenstaanden meestal geen beroep doen op gunstmaatregelen. Tevens zijn alleenstaanden in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij ziekte of verlies van hun job, extra kwetsbaar.

Aangezien deze groep blijft toenemen, verdient ook zij aandacht van de beleidsmakers.

Ik kreeg dan ook graag een antwoord op de volgende vragen:

1)Erkent u dat alleenstaanden nood kunnen hebben aan beleidsmaatregelen die expliciet rekening houden met hun maatschappelijke situatie als alleenstaande?

2)Welke maatregelen heeft u binnen uw bevoegdheden genomen die specifiek gericht zijn op alleenstaanden?

3)

a)Zijn er bestaande discriminaties of situaties die expliciet nadelig zijn voor alleenstaanden, waaraan u op korte termijn wil verhelpen?

b)Zo ja, welke en wat gaat u hieraan doen?

4)Overweegt u maatregelen of acties die expliciet worden gericht op alleenstaanden met het oog op de relatieve versterking van hun sociale en financiële positie?

Antwoord ontvangen op 16 december 2009 :

1. De toenemende groep van alleenstaande personen verdient een permanente aandacht van de beleidsmakers, hetgeen trouwens in het verleden reeds heeft geleid tot het nemen van maatregelen.

2. Ik geef u hierna een overzicht van maatregelen die genomen zijn en onder mijn bevoegdheid vallen.

2.1. Kinderbijslag

Inzake kinderbijslag is reeds tegemoetgekomen aan de noden van de alleenstaanden.

De programmawet van 27 april 2007, in werking getreden op 1 mei 2007, voerde in de Kinderbijslagwet bepalingen in die bijkomende voordelen voorzien voor eenoudergezinnen die geen verhoogde wezenbijslag ontvangen en over beperkte inkomsten beschikken. Sedert de invoering van die bepalingen werden de voorwaarden versoepeld en de toeslagen verhoogd.

In het algemeen moet onder eenoudergezinnen verstaan worden, gezinnen waarvan de bijslagtrekkende niet samenleeft met een echtgenoot en geen feitelijk gezin vormt.

Het bedrag van de beroeps- en/of vervangingsinkomsten dat niet mag overschreden worden komt overeen met de grens bepaald voor het verkrijgen van de hoedanigheid van rechthebbende met personen ten laste. Ik voorzie de welvaartsaanpassing van 1 januari 2009 te volgen wat het plafond op 2 077,38 euro brengt.

Dit bedrag verwijst naar het maximum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor de werknemer met personen ten laste, voortvloeiend uit de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

De rechthebbende mag geen recht openen op een sociale toeslag als gepensioneerde, langdurig werkloze of arbeidsongeschikte werknemer, of als invalide.

Voor eenoudergezinnen, met recht op een dergelijke sociale toeslag, alsook voor de gerechtigden op gewaarborgde gezinsbijslag wordt de sociale toeslag vanaf het derde kind verhoogd met 16,60 euro per kind.

De toeslagen voor eenoudergezinnen zijn geïndexeerd en bedragen thans respectievelijk 42,46 euro, 26,32 euro en 21,22 euro voor het eerste, het tweede en vanaf het derde kind.

2.2. Uitkeringsverzekering

- In het kader van de uitkeringsverzekering wordt bij de berekening van de invaliditeitsuitkeringen rekening gehouden met de gezinssituatie van de betrokkene. Zo is het percentage dat toegepast wordt voor een alleenstaande (55 % van het gederfde loon) hoger dan voor een samenwonende (40 % van het gederfde loon). De invalide met gezinslast (bijvoorbeeld eenoudergezinnen) ontvangt een uitkering die 65 % van het gederfde loon bedraagt.

- In het kader van de welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen werden binnen de uitkeringsverzekering, naast de verhoging van de laagste en oudste uitkeringen, specifieke maatregelen genomen voor de alleenstaanden.

Het percentage dat toegepast wordt voor berekening van de invaliditeitsuitkeringen voor de alleenstaande, werd opgetrokken. Dit gebeurde in twee fases:

2.3. Verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging

- In het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging kunnen alleenstaanden die minstens zes maanden volledig werkloos zijn aanspraak maken op de sociale maximumfactuur. Voor dezelfde categorie kan voor prestaties in de ambulante sector uitzonderlijk de derdebetalersregeling worden toegepast.

- Weduwen en weduwnaars kunnen, als de reglementair vastgestelde inkomensgrens niet overschreden wordt, aanspraak maken op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming.

- Personen die een bepaalde hoedanigheid (bijvoorbeeld invaliden) hebben of een bepaald sociaal voordeel genieten (bijvoorbeeld leefloon) kunnen aanspraak maken op de klassieke verhoogde tegemoetkoming. Ook hun echtgenoot of levenspartner en de personen ten laste kunnen aanspraak maken op de verhoogde tegemoetkoming. Deze personen verliezen niet onmiddellijk dit recht wanneer ze hun band met de gerechtigde verliezen. Na de echtscheiding, de feitelijke scheiding of het einde van de samenwoning kunnen ze onder bepaalde voorwaarden het recht op de verhoogde tegemoetkoming gedurende een reglementair vastgestelde termijn behouden.

2.4. Beroepsziekten

De reglementering betreffende de beroepsziekten is een gedeelde bevoegdheid.

In de reglementering betreffende de beroepsziekten bestaat er geen discriminatie noch situaties die expliciet nadelig zijn voor alleenstaanden

3.1. Uitkeringsverzekering

- In het Kankerplan 2008-2010 deed ik een voorstel om een specifieke verlofregeling uit te werken voor personen die regelmatig van het werk afwezig moeten zijn voor een geprogrammeerde medische behandeling (bijvoorbeeld chemotherapie). Deze personen vallen momenteel onder de toepassing van de algemene regeling inzake arbeidsongeschiktheid. Dit houdt, onder andere, in dat wanneer de behandeling langer dan een jaar duurt de betrokken patiënten in invaliditeit belanden. In dat geval wordt de uitkering van zowel de samenwonende als de alleenstaande sterk verminderd. Tijdens de specifieke verlofregeling voor een geprogrammeerde medische behandeling, zoals voorgesteld in het Kankerplan, zou dan een gunstiger vervangingspercentage kunnen worden toegepast om zo een betere financiële situatie te kunnen garanderen. Er werd hieromtrent reeds contact genomen met de minister van Werk, gezien de uitwerking van deze specifieke verlofregeling een arbeidsrechtelijk aspect bevat.

3.2. Verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging

- Het ontwerp van gezondheidswet dat net gestemd werd in de Kamer, voorziet dat het voor de eenoudergezinnen mogelijk zou worden om aanspraak te maken op de verhoogde verzekerinsgtegemoetkoming.

4. In de reglementering van de takken van de sociale zekerheid die tot mijn bevoegdheid behoren zijn mij - op dit ogenblik geen andere discriminaties onder de aandacht gebracht die bijzonder nadelig zouden zijn voor de alleenstaanden, zodat ik u kan melden dat er geen specifieke maatregelen in voorbereiding zijn. Ik zal in de toekomst aandachtig blijven voor mogelijke problemen. De reeds genomen maatregelen komen in belangrijke mate tegemoet aan de noden die deze personen zouden kunnen hebben.