Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5225

van Lieve Van Ermen (LDD) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Buitenlandse artsen - Verdere specialisatie in België - Aantallen - Plaatsen van tewerkstelling

dokter
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
erkenning van diploma's
geografische spreiding
officiële statistiek
taalgebruik
algemene geneeskunde
beroep in de alternatieve geneeskunde
buitenlandse student

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
21/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2345

Vraag nr. 4-5225 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vlaamse studenten worden onderworpen aan een ingangsproef en velen van hen wordt op die manier de toegang tot het medisch beroep ontzegd. Zij die slagen als arts na 7 jaar, moeten door de verschillende universiteiten aan de hand van hun behaalde resultaten gequoteerd worden, alvorens een bepaalde specialisatie te mogen aanvangen. Er is een ranking in correlatie tussen punten en specialiteit. Er bestaat een contingentering per specialiteit en er is een moordende concurrentiestrijd. Een stageplan wordt voorgelegd aan de erkenningcommissie en na X aantal jaren krijgen de artsen een erkenning van specialiteit X met de geclaimde universitaire licentie. (Een centre of excellence is onbevoegd).

Voor buitenlandse artsen worden andere maatstaven gehanteerd : door de Bologna directieven, is elke arts met Europees diploma Genees-, Heel- en Verloskunde overal welkom, doch zij vallen buiten de contingentering en zijn sowieso bevraagd omdat ze het raderwerk van de mastodontuniversiteitsklinieken laten draaien en voor hen is er geen moordende concurrentie!

Na toekenning van hun visum, vragen ze hier, ten lande, hun RIZIV-nummer aan, in de provincie waar ze werken, via de Orde, maar verschijnen niet meer voor de bewuste erkenningcommissie.

1. Hoeveel buitenlandse artsen met erkende visa boden zich de afgelopen 10 jaar aan in België om verder specialiseren ?

2. Hoeveel kregen een RIZIV nummer, uitgesplitst per provincie ?

3 Van waar komen deze artsen, uit landen binnen of buiten Europa ?

4. Welke taal spreken ze ? Dienen ze hier een taalexamen af te leggen ?

5. Waar in België (Brussel, Vlaanderen, Wallonië ) werden ze voor het verder voltooien van hun opleiding tewerkgesteld ?

6. Hoeveel werden er tewerkgesteld, in het totaal en uitgesplitst per specialiteit ? Hoeveel werden er tewerkgesteld als toekomstig huisarts (hibo) ?

Antwoord ontvangen op 21 december 2009 :

Het overzicht van de buitenlandse artsen, zowel de huisartsen als de geneesheren-specialisten, die sinds 2000 bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) zijn ingeschreven, opgesplitst per jaartal en per nationaliteit, wordt als bijlage bij dit antwoord gevoegd.

Een tweede bijlage bevat het overzicht van de bekwaming van deze buitenlandse artsen.

Een derde bijlage bevat de spreiding van deze buitenlandse artsen per gemeente, opgesplitst in specialisten en niet specialisten. Hieruit kan de regionale spreiding van de buitenlandse artsen en de spreiding van de specialisten per ziekenhuis afgeleid worden. Het verdient echter aanbeveling om deze gegevens met de nodige omzichtigheid te interpreteren.

Voor Europese artsen die in België erkend zijn op basis van de Europese richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, bestaat er een bepaling inzake talenkennis.

Deze bepaling staat in artikel 53 van deze richtlijn en luidt als volgt: « De begunstigden van de erkenning van beroepskwalificaties moeten beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van hun beroep in de ontvangende lidstaat vereist is ».

Dit artikel werd in Belgisch recht omgezet in artikel 44 octiesdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en is zopas gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2008. De tekst van dit artikel luidt als volgt: « De migrant wiens beroepskwalificaties in België werden erkend overeenkomstig de bepalingen van afdeling 2 of de dienstverrichter die in België werd toegelaten overeenkomstig de bepalingen van afdeling 3 kent voldoende Nederlands, Frans of Duits om het desbetreffende gereglementeerd beroep in België te kunnen uitoefenen.»

Mijn administratie onderzoekt momenteel welke de meest adequate manier is om deze taalkennis vast te stellen, onder meer rekening houdend met de specificiteit van het domein van de gezondheidszorgen.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.