Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5217

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

"Hepatitisarts" - Opvolging - Stand van zaken

beroepsdeontologie
infectieziekte
vaccin
vaccinatie
rechtsmiddel
beroepsorde
dokter

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
16/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2305

Vraag nr. 4-5217 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 14 februari 2008 stelde ik in de plenaire vergadering een vraag om uitleg nr. 4-105 (Handelingen nr. 4-16, blz. 64) in verband met de “ hepatitisarts ”. Een collega-arts zou sinds enkele jaren patiënten besmetten door voor verschillende patiënten dezelfde naald te gebruiken.

Verschillende federale instanties bleken tekort te schieten toen Toezicht Volksgezondheid van de Vlaamse Gemeenschap de problemen aankaartte. De Orde der geneesheren Limburg trad niet op volgens de geachte minister. De Provinciale Commissie Volksgezondheid trad op, maar bij gebrek aan een voorzitter te laat. Het in het oog springende voorschrijfgedrag van de betrokken huisarts werd gemeld aan de Geneesmiddelencommissie, tevergeefs echter. Het is jammer dat het zo ver is kunnen komen omdat Toezicht Volksgezondheid van de Vlaamse Gemeenschap niet de bevoegdheid heeft om effectief op te treden. Bovendien kon de arts blijven verder werken dankzij het opschortende karakter van de beroepsprocedure tegen de beslissingen van de medische Commissies.

We zijn nu enkele maanden verder, en tegen de geschetste achtergrond had ik voor de geachte minister de volgende vragen.

Zijn de gebruikelijke maatregelen tegen deze arts ondertussen genomen, zoals de geachte minister in haar antwoord beloofde ?

Heeft zij intussen al plannen om de medische commissies te hervormen, zoals ze in haar antwoord beloofde ? Zo ja, wat zijn die plannen ? Zo nee, voor wanneer zijn ze gepland ?

Is het opschortende karakter van de beroepsprocedure tegen de beslissingen van de Medische Commissies al afgeschaft, zoals zij in haar antwoord suggereerde ? Zo nee, wanneer plant zij dit te doen ?

Kan zij me een toestand of status presens schetsen van deze casus en wat heeft zij ondernomen om ervoor te zorgen dat dergelijke zaken niet meer kunnen ?

Antwoord ontvangen op 16 december 2009 :

Ik hecht veel belang aan de opdrachten die uitgevoerd worden door de provinciale geneeskundige commissies.

Ze zijn immers één van de elementen die aan de burgers kwalitatieve zorgverstrekking garanderen.

In antwoord op de gestelde vragen deel ik u mee dat ik nu al meerdere maatregelen nam om de werking van de geneeskundige commissies te verbeteren. Zo heeft:

De Federale Overheidsdienst (FOD) waakt er verder over dat de geneeskundige commissies efficiënt ondersteund worden door zich uiteraard in te schrijven in het globaal budgettair kader.

Ik preciseer ter zake dat de FOD onder meer zorgt voor de juridische ondersteuning van de commissies. Die kunnen sinds 2007 de centrale databanken raadplegen en ze beschikken over de mogelijkheid van een specifieke codering. Ze zijn bovendien verbonden met het netwerk.

Het is uiteraard zo dat de situatie nog kan verbeterd worden, maar sinds meerdere jaren werd er substantieel vooruitgang geboekt.

Voor wat het aangehaalde specifieke geval betreft, is het niet adequaat om in een antwoord de situatie uit te leggen van individuele dossiers. Ik zal dus geen commentaar op dit dossier geven, maar kan u echter verzekeren dat de ad hoc procedures werden gevolgd.