Schriftelijke vraag nr. 4-5202

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Federaal Plan Armoedebestrijding - Voorstel 14 - Belastingkredieten voor kansarme gezinnen

armoede
belastingaftrek
sociaal beleid
kinderoppas
energiebesparing
zorg voor ouderen

Chronologie

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5032

Vraag nr. 4-5202 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 4 juli 2008 heeft de Ministerraad het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd. In het federale regeerakkoord verbindt de regering zich er immers toe “ een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving ” (Federaal regeerakkoord, blz. 20). Een aantal van de negenenvijftig maatregelen in het plan vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Het plan doet een aantal aanbevelingen om de koopkracht van kansarme gezinnen te ondersteunen. Belastingaftrekposten volstaan niet om te komen tot een meer rechtvaardige fiscaliteit. Daarom pleit het plan (Actie 1.3.) voor een systeem van belastingkredieten voor gezinnen die niet of zeer laag worden belast.

Ik citeer: “ De minister van Financiën zal, tegen eind 2008, naast de bestaande belastingaftrekposten, een evenwaardig systeem ontwikkelen voor de meest kansarme gezinnen die geen belastingen betalen. Meer bepaald via een systeem van belastingkredieten voor: (a) energiebesparende maatregelen, (b) opvang van naaste familieleden ouder dan 65, (c) kosten voor kinderopvang. Deze maatregelen zullen genomen worden met respect voor en in coherentie met bevoegdheden van de gefedereerde entiteiten, en in het kader van de beschikbare budgettaire middelen ” (Voorstel 14, blz. 28).

De deadline voor de realisatie van dit voorstel is ondertussen al enige tijd verstreken.

1.Welke stappen heeft de minister gedaan om een systeem van belastingkredieten voor kansarme gezinnen uit te bouwen?

Aan welke voorwaarden inzake gezinssamenstelling, gezinsinkomen, enzovoorts moet men voldoen om in aanmerking te komen voor de kredieten? Hoe worden de belastingkredieten berekend?

2.Welke concrete maatregelen zijn er genomen met betrekking tot investeringen in energiebesparing, opvang van naaste familieleden ouder dan 65 jaar en de kosten voor kinderopvang?

3.Het uitbouwen van een systeem van belastingkredieten vereist coördinatie met de gewesten en gemeenschappen. Heeft de minister overleg gepleegd met de bevoegde gewestministers? Zo ja, onder welke vorm gebeurde dat? Wie was bij dat overleg betrokken? Kan hij me verslagen van dat overleg bezorgen? Welke initiatieven heeft hij genomen om het beleid over de verschillende beleidsniveaus heen te stroomlijnen?

4.Welke impact hebben de genomen maatregelen op de begroting? Kan hij zowel het totaal begrote bedrag als een meer gedetailleerd overzicht van de kosten per genomen maatregel voor 2009, 2010 en 2011 meedelen?

Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

Vraag 1

Reeds met de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting heb ik met artikel 134, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) een belastingkrediet ingevoerd voor kinderen ten laste en met artikel 289ter WIB 92, een belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens. Van dat laatste werden ondertussen door de invoering van de "Werkbonus" op het vlak van de sociale zekerheid, de loontrekkers uit de privé-sector uitgesloten.

Alle voorwaarden en modaliteiten zijn in de voornoemde artikels opgesomd.

Verder werd er bij de programmawet van 8 juni 2008, een terugbetaalbaar belastingkrediet ingevoerd met artikel 156bis, WIB 92, voor dienstencheques, en werd bij de economische herstelwet van 27 maart 2009 dit artikel uitgebreid met een terugbetaalbaar belastingkrediet voor energiebesparende maatregelen inzake isolatiewerken voor daken, muren en vloeren.

Vraag 2

Ingevolge de economische herstelwet van 27 maart 2009 heeft de regering voorzien in de mogelijkheid om alle in artikel 14524, § 1, WIB 92, beoogde belastingverminderingen over te dragen op de drie jaar volgend op het jaar van betaling wanneer de huidige grensbedragen worden overschreden in het jaar van betaling. De overdracht heeft ondertussen tot doel te vermijden dat de werken in de tijd worden gespreid maar hij moet gebeuren zonder het grensbedrag per belastbaar tijdperk, beoogd in het huidige artikel 14524, § 1, vierde lid, WIB 92, te overschrijden. Meerder werd bepaald dat die overdracht enkel geldt indien de uitgevoerde werken betrekking hebben op een woning waarvan de ingebruikneming ten minste vijf jaar voorafgaat aan de aanvang van die werken.

Vervolgens heeft de regering bij de programmawet van 23 december 2009 het mechanisme van het belastingkrediet verder uitgebreid tot volgende energiebesparende uitgaven : de vervanging van oude stookketels en het onderhoud van een stookketel, de plaatsing van dubbel glas en van een warmteregeling voor centrale verwarming en het uitvoeren van een energie-audit. Deze uitgebreide maatregel blijft een voorlopige maatregel en zal van toepassing zijn op de uitgaven die daadwerkelijk worden betaald in 2010, 2011 en 2012.

Bovendien wordt voortaan uitdrukkelijk bepaald dat de omzetting in een belastingkrediet ook geldt voor overgedragen belastingverminderingen.

Wat de opvang van naaste familieleden ouder dan 65 jaar betreft, werd reeds bij de wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de artikelen 132 en 143, WIB 92 inzake tenlasteneming van bepaalde personen ouder dan 65 jaar een maatregel ingevoerd waarbij de belastingvrije som bedoeld in artikel 131, WIB 92 wordt verhoogd voor de ascendenten en zijverwanten tot en met de tweede graad die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, en die ten laste zijn van de belastingplichtige.

Wat de kinderoppas betreft, heeft de regering in de voormelde programmawet van 23 december 2009 een bepaling opgenomen voor gezinnen met kinderen met een handicap. Aangezien deze aanzienlijke kosten hebben in verband met de opvang van hun kinderen, die kosten zijn nog hoger voor kinderen met een zware handicap, werd artikel 113, § 1, WIB 92 aangevuld met een tweede lid, teneinde de aftrek uit te breiden tot de kinderen met een zware handicap die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Vraag 3

Er werd terzake geen overleg gepleegd met de gewesten of gemeenschappen.

Vraag 4

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de budgettaire repercussies van de bovenvermelde maatregelen en dit opgesplitst per begrotingsjaar.

Voor een goed begrip wordt er de aandacht op gevestigd dat, voor elk begrotingsjaar, enkel de bijkomende budgettaire impact van elke maatregel (of elke wijziging van een maatregel) wordt weergegeven. Zo sorteert bijvoorbeeld de gedeeltelijke vervanging van het belastingkrediet voor lage activiteitsinkomsten door een “werkbonus” (met ingang van het aanslagjaar 2005) een positief effect op de fiscale ontvangsten voor het jaar 2006. Vandaar wordt, voor het begrotingsjaar 2006, een positieve impact van 120,94 miljoen euro genoteerd.

Voor de begrotingsjaren 2009, 2010 en 2011 gaat het slechts om ramingen. Deze ramingen werden, zoals gebruikelijk, tevens opgenomen in de begrotingsdocumenten van de betreffende begrotingsjaren (zie Algemene Toelichtingen van de betrokken jaren).