Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5164

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën - Personeelsprobleem - Werknemers van niveau A en B - Maatregelen

ambtenaar
overheidsapparaat
tekort aan arbeidskrachten
personeelsbeheer
geografische spreiding
belastingadministratie
ministerie

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
15/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3828

Vraag nr. 4-5164 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een interview met De Standaard van 4 juli 2009 zegt de heer Carlos Six, directeur-generaal van Financiën: " Ik heb te veel volk in Wallonië en te weinig van niveau A en B in Vlaanderen. " De heer Six stelt dat het onmogelijk is om met personeel te schuiven, zelfs niet binnen eenzelfde regio.

1. Is de geachte minister zich bewust van het voornoemde probleem?

2. Kan hij laten weten hoeveel mensen van niveau A en B er bij Financiën te veel of te weinig zijn in respectievelijk Wallonië en Vlaanderen?

3. Hoe denkt hij aan dit personeelsprobleem te verhelpen?

Antwoord ontvangen op 15 december 2009 :

Mijn departement evalueert elk jaar de functionele behoeften van de verschillende diensten in het kader van de uitwerking van het personeelsplan.

Bij de uitwerking van het personeelsplan 2009 werd voor de diensten van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, van de Administratie der directe belastingen (sector taxatie) en van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen (sector BTW-taxatie) vastgesteld dat de functionele behoeften voor personeel van niveau A en B veel groter waren in het Vlaams gewest. Die functionele behoeften situeerden zich voor de directe belastingen vooral in de gewestelijke directies Antwerpen II (negenenzeventig voltijdse eenheden), Leuven (vierenzeventig voltijdse eenheden), Brugge (tweeënvijftig voltijdse eenheden), Gent (vierenveertig voltijdse eenheden), Hasselt (drieënveertig voltijdse eenheden) en, in mindere mate, Aarlen (tien voltijdse eenheden), en voor de BTW in de gewestelijke directies Hasselt (eenenzestig voltijdse eenheden), Mechelen (zevenenveertig voltijdse eenheden), Brugge (veertig voltijdse eenheden) en Gent (zevenendertig voltijdse eenheden).

Zoals ik al meermaals kon uitleggen, is dit tekort dat vooral in het Vlaams gewest duidelijk opvalt, te wijten aan het feit dat er minder Nederlandstalige dan Franstalige kandidaten – en dus laureaten – zijn bij de georganiseerde vergelijkende wervingsselecties voor niveau A en B.

Om dit tekort gedeeltelijk op te vangen, heeft de administratie besloten om in 2008 Nederlandstalige ambtenaren van niveau C aan te werven. Daarnaast werden in 2009 enkel voor kandidaten van de Nederlandse taalrol vergelijkende wervingsselecties voor niveau A en B georganiseerd.

Wat de personeelsbewegingen binnen eenzelfde regio betreft, moet de Belgische Staat (en dus mijn departement, net zoals dat van mijn collega’s trouwens) de wettelijke bepalingen inzake het statuut van het Rijkspersoneel en inzake het arbeidsrecht toepassen.