Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-516

van Berni Collas (MR) d.d. 3 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) - Gelijkstelling met een intercommunale - Fiscale regime

gemengd bedrijf
belasting
gemeentelijk publiekrechtelijk lichaam
vereniging van lagere overheden
verordening (EU)
grensoverschrijdende samenwerking

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
16/7/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-273

Vraag nr. 4-516 d.d. 3 april 2008 :

Bij verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 werd een nieuwe rechtsvorm ingesteld, de Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), die door overheden kan worden gebruikt voor grensoverschrijdende samenwerking met hun tegenhangers in buurlanden. Deze verordening schept enkel een algemeen kader, en het nationale recht is van toepassing voor wat niet in de verordening wordt geregeld. Een van de aspecten dat door het nationale recht geregeld blijft, is de fiscaliteit van een EGTS. De Europese Commissie verklaarde in haar ontwerp uitdrukkelijk geen bepaling hierover te willen voorzien.

Het is van belang een duidelijk zicht te hebben op het stelsel dat op een EGTS van toepassing zal zijn, teneinde de deelnemers niet te ontraden om voor een zetel in België te kiezen. Daarom zouden minstens de volgende vragen een duidelijk antwoord moeten krijgen:

Is het regime van artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales, die bepaalt dat deze laatste “onverminderd de bestaande wetsbepalingen [vrijgesteld zijn] van alle belastingen ten gunste van de Staat, evenals van alle belastingen ingevoerd door de provincies, de gemeenten of enig andere publiekrechtelijke persoon” ook van toepassing op een EGTS?

Kan een EGTS worden gelijkgesteld met een intercommunale voor de toepassing van de rechtspersonenbelasting (artikel 220, 2º, van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992)?

Kan een EGTS worden beschouwd als een openbare instelling in de zin van artikel 6 van het BTW-Wetboek?

Heeft de regering het voornemen om het fiscale regime van de EGTS bij wet te verduidelijken?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2008 :

Wat de belasting over de toegevoegde waarde betreft

Een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), beoogd door verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006, is een groepering met rechtspersoonlijkheid. Een EGTS vormt het voorwerp van een overeenkomst die met eenparigheid van stemmen door haar leden wordt gesloten op basis waarvan de statuten van de EGTS worden vastgesteld (artikelen 8 en 9 van de verordening).

Enkel de lidstaten, regionale overheden, lokale overheden en bepaalde publiekrechtelijke instellingen alsook verenigingen ervan kunnen lid zijn van een EGTS. Een EGTS is overigens samengesteld uit leden die gevestigd zijn op het grondgebied van ten minste twee lidstaten (artikel 3 van de verordening). Voor zover uit hoofde van het Gemeenschapsrecht of het internationale privaatrecht moet worden bepaald welke wetgeving op de handelingen van een EGTS van toepassing is, wordt een EGTS aangemerkt als een eenheid van de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft (artikel 2, 1, tweede lid, van de verordening).

Na onderzoek van de verordening (EG) nr. 1082/2006 is mijn administratie van mening dat de grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden met een statutaire zetel in België, die worden opgericht op grond van deze verordening, niet worden beoogd door artikel 6 van het BTW-Wetboek.

Voornoemd artikel 6 beoogt immers slechts de Staat, de gemeenschappen en de gewesten van de Belgische Staat, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen die bij wijze van stichting zijn tot stand gebracht (zie parlementaire vraag nr. 362 van de heer de Clippele van 18 januari 2000, Vragen en Antwoorden, Senaat, 1999-2000, nr. 2-20, blz. 923-924).

Indien bedoelde samenwerkingsverbanden leveringen van goederen en/of diensten verrichten beoogd in het BTW-Wetboek, moeten ze bijgevolg aangemerkt worden als BTW-belastingplichtigen in de zin van artikel 4 van dat Wetboek.

Wat de directe belastingen betreft

De Europese groeperingen voor territoriale samenwerking die worden beoogd door de verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 en die hun maatschappelijke zetel in België hebben, zijn in de huidige stand van de wetgeving, niet in artikel 180, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bedoeld.

Krachtens inzonderheid de bepalingen van artikel 220, 3º, WIB 92, kunnen deze groeperingen evenwel, op grond van hun activiteit, in principe aan de rechtspersonenbelasting worden onderworpen.