Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5042

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 19 november 2009

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste minister

Federaal Plan Armoedebestrijding - Voorstel 31 - Sociale voordelen inzake mobiliteit - Degressief maken

armoede
werkloosheidsbestrijding
werkgelegenheidsbevordering
pendel
reizigerstarief

Chronologie

19/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-6071

Vraag nr. 4-5042 d.d. 19 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 4 juli 2008 heeft de Ministerraad het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd. In het federale regeerakkoord verbindt de regering zich er immers toe “ een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving ” (Federaal regeerakkoord, blz. 20). Een aantal van de negenenvijftig maatregelen in het plan vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

De regering heeft de jongste jaren veel inspanningen gedaan om de activiteitsgraad van de bevolking te vergroten. Bij die activering worden werkzoekenden nu hechter begeleid, maar ook de drempels tot de arbeidsmarkt – in de vorm van inactiviteitsvallen – worden aangepakt. Voor bepaalde categorieën van werklozen bestaan er echter nog steeds inactiviteitsvallen.

Vooral het bruusk wegvallen van inkomensondersteunende uitkeringen en sociale voordelen voor wie met een nieuwe job start, werkt contraproductief. Een van de sociale voordelen zijn de gunstige tarieven bij het openbaar vervoer. Het bruusk wegvallen van dat voordeel impliceert een grote toename van de verplaatsingskosten voor wie met een een nieuwe job start en kan de herintrede op de arbeidsmarkt ongewenst belemmeren. Het degressief afbouwen van de sociale voordelen inzake mobiliteit zou de overgang minder zwaar kunnen maken.

Inzake het geleidelijk afbouwen van sociale voordelen inzake mobiliteit, stelt het Plan voor wat volgt: “ Om de mobiliteit van de toekomstige werknemers te bevorderen, zal de regering aan de Interministeriële Conferentie “ Mobiliteit ” voorstellen om te analyseren of de toegekende hulp kan voortgezet, en dit op een degressieve manier, over een duur van één jaar vanaf de werkhervatting worden. En dit binnen een specifieke enveloppe (5 miljoen euro in 2008) voor wat het federaal niveau betreft. ” (Voorstel 31, blz. 37).

1.Heeft de geachte staatssecretaris het voorstel om de sociale voordelen inzake mobiliteit degressief aan te passen, geagendeerd tijdens de Interministeriële Conferentie Mobiliteit? Zo ja, wanneer vond deze Conferentie plaats? Kan hij me een kopie van de verslagen van de Conferentie bezorgen?

2.Welke resultaten heeft de Interministeriële Conferentie opgeleverd met betrekking tot het degressief maken van de sociale voordelen inzake mobiliteit? Werd het voorstel haalbaar geacht? Zal het voorstel geďmplementeerd worden en, zo ja, zal dat gebeuren volgens bovengenoemde modaliteiten, met name degressief over een periode van een jaar en met een budget van 5 miljoen euro?

3.Hoe werd de voor het jaar 2008 begrootte 5 miljoen euro besteed? Ik kreeg graag een overzicht met opdeling per maatregel? Is er voorzien in budgetten voor de jaren 2009, 2010 en 2011? Zo ja, hoeveel? Ik kreeg graag een overzicht per jaar en per maatregel?

4.Waartoe hebben de bevoegde gewestministers zich tijdens de Interministeriële Conferentie Mobiliteit verbonden? In welke budgetten hebben ze hiervoor voorzien?

5.Zullen de verschillende beleidsniveaus samenwerken opdat de maatregel zo doeltreffend mogelijk zou zijn? Zo ja, hoe zal die samenwerking vorm krijgen? Welke rol zal de federale overheid hierbij opnemen?