Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4942

van Franco Seminara (PS) d.d. 6 november 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Melksector - Beheer - Europese Rekenkamer - Rapport - Behoud van de quota - Positie van Europees Commissaris Fischer Boel, belast met landbouw en plattelandsontwikkeling - Belgisch standpunt

melkproductie
Europese Rekenkamer
landbouwquota

Chronologie

6/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2009)
24/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4942 d.d. 6 november 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

In een perscommuniqué van 15 oktober 2009 (ECA/ 09/63) met betrekking tot een recent rapport van de Europese Rekenkamer werd de balans opgemaakt van het gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) voor wat betreft de melkproductie in de jongste vijfentwintig jaar waarin de quota werden toegepast (speciaal rapport nr. 14/2009).

Uit dat document blijkt dat het, om een evenwicht op de markt te kunnen handhaven, raadzaam is de evolutie van de zuivelmarkt en de zuivelproducten nauwgezet te blijven controleren, om te voorkomen dat de liberalisering van de sector opnieuw tot overschotten leidt.

Om de prijzen te kunnen stabiliseren, raadt de Rekenkamer de Europese Commissie aan om het prijsvormingsproces voor voedingsproducten op de voet te volgen opdat de melkproducenten niet het gelag zouden moeten betalen voor de geografische concentratie van de verwerkings- en distributiebedrijven.

Met andere woorden, de inhoud van het rapport van de Europese Rekenkamer klinkt als een pleidooi voor het behoud van het quotasysteem, of ten minste voor een strikte regulering van de melksector.

Ik heb daarbij volgende vragen :

1.Hoe hebt u kennis gekregen van de inhoud van dit rapport en wat denkt u ervan?

2.Deelt u de conclusies van de Europese Rekenkamer, die impliciet pleit voor het behoud van de quota voor de productie van zuivelproducten?

3.Zo ja, is een gemeenschappelijke actie met uw Europese ambtgenoten mogelijk om de stugge houding te versoepelen van Europees Commissaris Mariann Fischer Boel, bevoegd voor landbouw en plattelandsontwikkeling, die de opheffing van de quota verdedigt, tot grote wanhoop van onder meer de Belgische melkproducenten?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

Van zodra de Rekenkamer dit persbericht heeft verspreid, heeft mijn Kabinet de inhoud van het verslag bestudeerd. Ik zou willen stellen dat het om een interessant document gaat waarin een aantal grondslagen van de melk- en zuivelmarkt (voornamelijke afzetmarkten voor de melk, gemeenschappelijke ordening van de melk- en zuivelmarkt) duidelijk worden uitgelegd en waarin heel wat statistieken zijn opgenomen.

Ik ben eerder terughoudend om te beweren dat dit verslag een pleidooi inhoudt voor het behoud van de quota’s. De Rekenkamer is van mening dat zelfs indien quota’s de hoeksteen van het Europese melkbeleid hebben gevormd en ervoor hebben gezorgd dat de productie kon worden beheerst, dit stelsel gedurende een lange tijd ook heeft geleid tot gesubsidieerde structurele overschotten.

Bovendien merkt de Rekenkamer op dat de prijzen in reële termen, anders gezegd de prijzen met de inflatie, een aanzienlijke erosie hebben gekend tijdens dezelfde periode terwijl de melkprijs betaald aan de melkproducent stabiel is gebleven in de loop van de laatste twintig jaar.

Men moet eveneens weten dat de Rekenkamer deels aan de basis heeft gelegen van de ontmanteling van de maatregelen ter ordening van de markten. De Rekenkamer had immers in verschillende doorlichtingen geoordeeld dat sommige maatregelen te duur uitdraaiden voor de belastingbetaler.

Volgens mij moeten de besluiten van het verslag van de Rekenkamer over de quota’s worden gerelativeerd. Op Belgisch vlak twijfel ik er eveneens aan dat beide Gewesten uw mening delen.

Ten slotte hebben de Europese besprekingen tijdens de Raad van 19 oktober in Luxemburg me het gevoel gegeven dat dit document geen invloed zou hebben op het standpunt van de andere lidstaten.