Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4814

van Wouter Beke (CD&V) d.d. 22 oktober 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Shortselling - Permanent verbod - Wetgevende initiatieven

marktmisbruik
speculatiekapitaal
aandeel
monetaire crisis
Financial Services and Markets Authority
regeling van transacties
effectenbeurs

Chronologie

22/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2009)
3/11/2009Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1055

Vraag nr. 4-4814 d.d. 22 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 25, § 1, 5°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten voorziet het volgende: " het is aan eenieder verboden andere handelingen te stellen, bepaald door de Koning op advies van de Comissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen (CBFA), die de goede werking, de integriteit en de transparantie van de markt belemmeren of verstoren of dit kunnen doen. "

In het kader van deze bepaling werd vorig jaar, ik het oog van de financiële storm die door ons land raasde, een koninklijk besluit uitgevaardigd om een tijdelijk verbod op naked shortselling in te voeren (koninklijk besluit van 23 september 2008 tot vaststelling van de bepaalde handelingen die marktmisbruik uitmaken). De maatregel, die goed was voor drie maanden, kan door de minister van Financiën worden verlengd. De maatregel werd reeds tot driemaal toe verlengd en geldt op het moment van de redactie van deze vraag tot 21 september 2009.

Shortselling of short gaan is een speculatieve techniek voor het verkopen van effecten die men niet in bezit heeft, om zo te kunnen profiteren van een daling van de beurskoers en de aandelen later aan een lagere koers opnieuw in te kopen. Naar aanleiding van de financiële crisis beslisten verschillende nationale toezichthouders, waaronder de CBFA, om een tijdelijk verbod op " ongedekt " of " naked shortselling " van financiële aandelen in te voeren op Euronext Brussel. Ongedekte shortselling is short gaan zonder de effecten effectief te kunnen leveren. Het massaal speculeren op een koersdaling van bepaalde aandelen van ondernemingen kan er in een gestresseerde markt toe leiden dat het vertrouwen in deze ondernemingen snel afneemt. De techniek van shortselling, waarbij gespeculeerd wordt op een koersdaling, kan in een markt waar het vertrouwen zoek is, onder andere door allerlei valse geruchten, de koersdaling gaan beïnvloeden.

Ook andere landen, zoals onder andere Nederland, Duitsland, Groot-Brittanië, Frankrijk, Ierland en de Verenigde Staten stelden voorheen reeds een tijdelijk verbod op naked shortselling in.

In de Verenigde Staten voerde de SEC (Securities and Exchange Commission) vrij recent zelfs een permanent verbod in op naked shortselling. De shortsellers moeten er het bewijs kunnen verstrekken dat ze binnen de drie dagen de aandelen kunnen leveren. Deze verplichting heeft ertoe geleid dat de " fail-to-delivers ", waarbij aandelen niet of niet tijdig geleverd kunnen worden, sterk zijn gedaald.

Ook de bijzondere parlementaire commissie voor de Financiële en bankencrisis sprak zich uit over de techniek van shortselling, onder meer op het vlak van controle en een verbod op shortselling van systeemondernemingen.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.) Wat is het standpunt van de geachte minister betreffende een permanent verbod op naked shortselling? Wordt er in België ook een permanent verbod ingevoerd op naked shortselling?

2.) Wat is het standpunt van de CBFA, waarvan hij de voogdijminister is, hierover?

3.) Er gaan bepaalde stemmen op binnen de regering om de techniek van shortselling te gaan belasten. Wat is zijn visie hierover?

4.) Is hij bereid de aanbevelingen van de bijzondere parlementaire commissie uit te voeren en een wetgevend initiatief te nemen? Zo ja, op welke termijn mogen we dit verwachten? Wat is zijn standpunt met betrekking tot de verschillende concrete aanbevelingen?

Antwoord ontvangen op 3 november 2009 :

1) In België werd momenteel het verbod op naked short selling van de 'financials' behouden. Op langere termijn zal, in Europees verband, een passend evenwicht moeten worden gezocht tussen de voordelen van short selling in genormaliseerde markten (een verhoogde liquiditeit, hetgeen de beleggers ten goede komt) en de misbruiken die ermee gepaard kunnen gaan. Tevens moet een dispositief worden ingesteld waardoor de bevoegde overheden noodmaatregelen kunnen nemen in geval van marktverstoring.

2) Tot nader order wordt de voorkeur gegeven aan overleg op Europees niveau. Het netwerk van Europese effectentoezichthouders CESR heeft een specifieke task force opgericht waar een beperkt aantal toezichthouders werken aan een voorstel dat bij de Europese Commissie zal worden ingediend. De CBFA is een actief lid van deze ‘task force’. CESR heeft voorrang gegeven aan de uitwerking van een voorstel om de transparantie over grote short posities te vergroten. Recent is hierover een consultatieronde gehouden, en het is de bedoeling dat voor het jaareinde een definitief voorstel naar de Europese Commissie gaat. Het is niet uitgesloten dat daarna nog verder wordt gewerkt aan andere reglementering ter zake, zoals bijvoorbeeld regels ter verstrenging van de zogenaamde 'settlement discipline'.

3) Er is geen objectief verband tussen de praktijk van short selling en een belasting. Voorts moet rekening worden gehouden met de internationalisatie van de markten en het feit dat een groot deel van de handel vanuit het buitenland gebeurt of gedelocaliseerd kan worden naar MTF's (niet-gereglementeerde handelsplatformen) die in de buurlanden gevestigd zijn.

Zoals bij de vorige vraag aangehaald, hebben de maatregelen die momenteel worden overwogen, tot doel de transparantie te verhogen. Dit zou op zich een ontradend of matigend effect kunnen hebben (vermits de shorters zich op een bepaald moment moeten indekken op de markt) en de 'settlement discipline' kunnen verbeteren.

4) De regering heeft eerder al aangegeven dat zij wenst gevolg te geven aan de aanbevelingen van de bijzondere commissie; wetgevende initiatieven daartoe zijn inmiddels in voorbereiding.