Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4776

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 15 oktober 2009

aan de minister van Justitie

Kinderen met ouders in de gevangenis - Bezoekrecht - Afdwingbaarheid

gedetineerde
penitentiair recht
rechten van het kind
omgangsrecht

Chronologie

15/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/11/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5704

Vraag nr. 4-4776 d.d. 15 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Contact tussen een kind en diens ouders is een centraal aspect van het opvoedingsproces van elk kind. Dit belang wordt weerspiegeld in het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind. Meer bepaald in artikel 18 van dit Verdrag wordt het omgangsrecht van kinderen en de opvoedingsverantwoordelijkheden van de ouders bevestigd. In de praktijk blijkt dat de realisatie van deze bepalingen met name in gevallen waar één of beide van de ouders in de gevangenis verblijven niet of onvoldoende worden gegarandeerd.

Het behoeft uiteraard geen betoog dat een gevangenis geen ideale omgeving vormt voor het onderhouden van contacten tussen ouders en hun kinderen. Dit mag ons echter niet ontslaan van de plicht om al het mogelijke te doen om de omgang tussen kinderen en hun ouders in gevangenschap te bevorderen.

Er zijn op dit vlak de afgelopen jaren reeds aanzienlijke inspanningen geleverd. Zo is er in het merendeel van de penitentiaire instellingen in België gewerkt aan verbetering van de bezoekfaciliteiten, waarbij in elk afzonderlijk geval in de mate van het mogelijke rekening werd gehouden met de specifieke doelgroep van kinderen. Ook met betrekking tot de begeleiding en omkadering bij de bezoeken werd er substantiële vooruitgang geboekt.

Er blijven echter nog steeds een aantal belangrijke pijnpunten bestaan.

Zo bestaat er nog steeds een grote ongelijkheid tussen de behandeling van kinderen waarvan de ouders verblijven in een goed aangepaste instelling en de kinderen wiens ouders verblijven in een van de instellingen die niet of onvoldoende zijn aangepast voor het bezoek van kinderen. Het betreft hier in het bijzonder de oudere instellingen waar de infrastructuur sterke grenzen stelt aan de mogelijkheden.

Ook de rigide bezoekregelingen, die niet voldoende aangepast zijn aan het leefritme van kinderen, blijven een struikelblok voor een vlot contact tussen ouders en hun kinderen.

Deze ongelijkheid kan deels opgevangen worden door het organiseren van speciale activiteiten. De organisatie van dergelijke activiteiten valt echter deels onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. Tijdens eerdere interpellaties over dit onderwerp bleek echter dat de gemeenschappen deze taak onvoldoende op zich nemen. Ook de communicatie tussen de verschillende beleidsniveaus liet op dit vlak te wensen over.

Een laatste, meer fundamentele kwestie, heeft betrekking op de afdwingbaarheid van het omgangsrecht. Het recht om contact te hebben met de eigen ouders is een recht dat in de eerste plaats gegarandeerd moet worden vanuit de belangen van het kind. In België gaat het omgangsrecht echter primair uit van de ouders. Er bestaan ook eenduidige regelingen die de rechten van de ouders op dit vlak garanderen. Omgekeerd is dit daarentegen niet het geval. Wanneer een ouder in gevangenschap geen contact wenst te hebben met zijn of haar kind(eren), zal er in de praktijk geen bezoek plaatsvinden. Ook in gevallen waar de ouder of het opvanggezin waar het kind verblijft weigeren om toestemming te geven voor een bezoek aan de ouder in gevangenschap, resten er voor het kind weinig mogelijkheden om het bezoekrecht af te dwingen.

Graag had ik het volgende vernomen:

1.Kan de geachte minister een actuele stand van zake geven met betrekking tot de aanpassing van de bezoekruimten aan de specifieke vereisten voor het bezoek van kinderen in de verschillende penitentiaire instellingen?

2.Welke maatregelen werden er, in het bijzonder in instellingen met een beperkte infrastructuur, genomen om bezoeken van kinderen aan hun ouders te bevorderen?

3.Hoe verloopt de communicatie en de samenwerking met de regionale autoriteiten met betrekking tot het organiseren van aangepaste activiteiten en het faciliteren van bezoeken van kinderen? Kan hij een overzicht geven van de initiatieven die ondernomen werden?

4.Welke maatregelen worden er momenteel ondernomen om het bezoek- en omgangsrecht ook voor de kinderen te garanderen? Zullen er in de nabije toekomst nog bijkomende initiatieven genomen worden om de huidige situatie te verbeteren?