Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4726

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 oktober 2009

aan de minister van Justitie

Zaak Belliraj - Belgische Staatsveiligheid - Rol - Relatie met de Marokkaanse direction générale des Études et de la Documentation (DGED)

staatsveiligheid
geheime dienst
Marokko
terrorisme
uitwisseling van informatie

Chronologie

7/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5700

Vraag nr. 4-4726 d.d. 7 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 27 juli is Abdelkader Belliraj door de rechtbank van Salé (Marokko) veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De zaak Belliraj gaf een aantal nieuwe inzichten uit moordzaken uit het verleden, maar bracht voornamelijk onwaarschijnlijk veel intriges aan het licht, en nog veel meer onbeantwoorde vragen. In het nummer van september 2009 van MO*-magazine verscheen een dossier-special rond de zaak Belliraj. Daaruit blijkt de jarenlange opvolging van Belliraj vanaf eind de jaren ’80 door zowel de Belgische Veiligheid van de Staat en de Marokkaanse inlichtingendiensten.

De Staatsveiligheid zou een structurele geef-en-neem-relatie hebben gehad met de Marokkaanse direction générale des Études et de la Documentation (DGED), de dienst verantwoordelijk voor de buitenlandse Marokkaanse gemeenschappen te screenen en mogelijke bedreigingen tegen de Marokkaanse Staat gewaar te worden. Doorheen de jaren heen evolueerde deze samenwerking van bijzonder intensief naar bijzonder wederzijds wantrouwig. De huidige sterk gespannen relatie tussen de Belgische Veiligheid van de Staat en Marokkaanse inlichtingendiensten, voornamelijk de DGED, is op zijn minst verontrustend te noemen. Dat samenwerkingen met buitenlandse inlichtingendiensten die op Belgisch terrein werkzaam zijn, niet evident zijn, spreekt voor zich. Toch blijkt uit verschillende berichtgeving, en diverse uitlatingen waaronder van de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid Winants dat de verzieking compleet is. Alain Winants waarschuwt letterlijk: “ Dit kan enkel faliekant aflopen. ”

Gezien het korte voorgaande kader, en een aantal nieuwe inzichten uit mediaberichtgeving, volgende vragen:

1) Heeft de geachte minister enig idee waarom de Staatsveiligheid bij een eerste naturalisatie-aanvraag voor Abdelkader Belliraj een negatief advies gaf, om vervolgens op 6 juni 2000 opnieuw een negatief advies te geven, om vervolgens een week later met een positief advies op de proppen te komen? Wat waren de redenen voor deze tegengestelde adviezen?

2) Kan hij bevestigen dat Belliraj aan een Marokkaanse onderzoeksrechter verklaarde actief informant te zijn voor de Belgische Staatsveiligheid vanaf 2000? Zo ja, wist de Veiligheid van de Staat, die reeds jaren voordien een negatief advies formuleerde op Belliraj zijn eerste naturalisatie-aanvraag, over het verleden van Belliraj? Werd dit bij de DGED afgetoetst? Werd de toenmalige minister van Justitie hiervan op de hoogte gesteld?

3) Kan de Veiligheid van de Staat bevestigen dat Belliraj als informant, zoals sommige bronnen beweren, “ onvoorstelbare waardevolle “ informatie aanbracht?

4) Kan de Veiligheid van de Staat bevestigen dat ze van de Marokkaanse diensten een namenlijst kreeg met terrorismeverdachten waarvan Marokko vroeg deze op te volgen zoals de ambassadeur van Marokko in België letterlijk beweert?

5) Is het correct dat de Veiligheid van de Staat het nieuws van de arrestatie van Belliraj via de pers moest vernemen? Bevestigt Comité I dit? Spreekt Marokko dit tegen? Is dit tekenend voor de actuele verziekte relatie tussen de Belgische diensten en de Marokkaanse? Zo ja, welke zijn de exacte redenen hiervoor?

6) Wat vindt de geachte minister van de uitspraak van Dhr. Winants dat de zaak Belliraj de druppel was, en dat er een flagrante weigering van de Marokkaanse diensten was om samen te werken? Is het juist dat Winants de DGED vroeg om drie agenten wegens inmenging terug te roepen? Zo ja, waarom? Wat verstaat Dhr. Winants onder inmenging? Bevestigt dit de verziekte relatie?

Is het juist dat DGED besloot al zijn agenten in België terug te roepen ? Bevestigt dit de verziekte relatie? Vindt de geachte minister dit verontrustend? Is hij akkoord met wat ambassadeur Addahre beweert, dat deze spanningen te herleiden zijn tot “ gevoeligheden tussen bepaalde individuen uit de diensten ”? Zo ja, vindt hij dit niet schrijnend dat hierdoor de Veiligheid van de Staat niet meer geïnformeerd wordt de Marokkaanse diensten en daardoor de Belgische veiligheid minder beschermd wordt?

8) Is het juist dat de speurders van de rogatoire commissie die begin oktober naar Marokko gingen, weinig tot geen antwoorden verkregen gezien de systematische weigering op elke vraag tot consultatie of analyse? Heeft deze commissie daar informatie verkregen rond mogelijke bekentenissen van Belliraj?

9) Kan België (en vice versa Marokko) zich veroorloven om dergelijke verziekte relaties te onderhouden met een land als Marokko, met een Marokkaanse gemeenschap van 300 000 in België? Kan de geachte minister bevestigen dat gezien de ontsnappingen uit Belgische gevangenissen door Marokkaanse (of van origine) gevangenen deze relatie zo snel mogelijk dient genormaliseerd worden?

10) Is hij bereid om gezien de vele vragen, en gezien de onderkoelde relatie, met de Marokkaanse regering in wederzijds begrip, het gesprek aan te gaan?