Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4714

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 oktober 2009

aan de minister van Landsverdediging

Sluiting kazernes - Citadel van Diest - 1 Paracommando

krijgsmacht
militaire basis

Chronologie

7/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009)
12/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4714 d.d. 7 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zowel het stadsbestuur, de bevolking van Diest als de 1 Paracommando in de citadel te Diest maken zich ongerust over de geruchten omtrent de nieuwe sluitingen van kazernes. Terecht moeten bepaalde sites gesloten worden gezien de hervorming van het leger, doch wat de 1 Paracommando te Diest betreft zijn er bijzondere criteria die maken dat deze kazerne moet voortbestaan.

Vooreerst is er het argument van de tewerkstelling. Vierhonderd mensen worden rechtstreeks tewerkgesteld door Defensie. Daarnaast is er de indirecte werkgelegenheid (gezinnen hebben zich in Diest gevestigd, de kinderen lopen daar school, de echtgenotes die werken daar, het commerciële en het vrijetijdsgebeuren,….

In tegenstelling tot andere sites zou deze impact enorm zijn gezien er slechts 23 000 inwoners zijn in groot Diest. De kazerne is volledig geïntegreerd in de stad. Het weghalen van de kazernes zou een economisch en sociaal drama met zich mee brengen voor Diest en omgeving.

De Belgische Krijgsmacht heeft het moeilijk om nieuwe soldaten te rekruteren. De kazerne van Diest is een enorme troef om nieuwe krachten in het leger aan te trekken. Deze kazerne is immers is zeer centraal gelegen - tegenovergestelde richting van het drukke verkeer (Leuven, Brussel, Hasselt, Antwerpen, Wallonië), gemakkelijk te bereiken (ligging en bereikbaarheid van de werkplek zijn een niet te onderschatten factor voor meer en meer mensen) en is bijgevolg is een zeer populaire eenheid bij de kandidaten voor de krijgsmacht.

Daarnaast is de kazerne gelegen in het hart van de stad en dit letterlijk en figuurlijk. Zij is immers gevestigd in de citadel en een eventuele sluiting zou een fiasco zijn voor de eigenheid van de stad waarbij er een spooksite zou ontstaan midden in de stad. Gezien het een beschermd monument is zijn er quasi geen alternatieve investeringen mogelijk op de site.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1)Is de geachte minister het met me eens dat de site van Diest een bijzondere plaats inneemt binnen onze krijgsmacht en dit zowel historisch als wat betreft de implementatie in het hart van de stad?

2)Kan hij bij de evaluatie van de te sluiten kazernes een duidelijke kosten-baten analyse maken waarbij de relatieve impact op de lokale economie van een sluiting van een kazerne één van de meest bepalende factoren moet zijn en de impact op lokaal niveau van het verlies van arbeidsplaatsen die dit met zich mee brengt dit eveneens moet zijn? Kan hij dit uitvoerig toelichten?

3)Is hij bereid bij zijn evaluatie tevens rekening te houden met de plaats van implementatie van een kazerne en hierbij rekening houden met de eventuele gevolgen van de sluiting van een kazerne op de leefbaarheid van de stad en de mate waarin alternatieve investeringen de site kunnen omzetten in nieuwe bedrijfsprojecten om het verlies van werkgelegenheid op te vangen? Kan hij dit uitvoerig toelichten?

4)Is hij bereid bij het bepalen van de te sluiten kazernes rekening te houden met het criterium van de bereikbaarheid van de kazerne gezien dit een stimulans is voor nieuwe rekruten? Kan hij dit toelichten?

5)Is hij bereid bij het bepalen van de te sluiten kazernes rekening te houden met de mate waarin de kazernes vervlochten zijn met de lokale gemeenschap en de impact op de leefsituatie van vele gezinnen? Kan hij dit toelichten?

Antwoord ontvangen op 12 november 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De site van Diest neemt, historisch gezien, inderdaad een bijzondere plaats in binnen de krijgsmacht en binnen Stad Diest. Het huidige plan beoogt Defensie voor te bereiden voor haar toekomst eerder dan het verleden te bestendigen.

2. Het herstructureringsplan is het resultaat van een kosten-batenanalyse die rekening houdt met, enerzijds de door Defensie nagestreefde objectieven, namelijk het nakomen van onze internationale verplichtingen en de voortzetting van de buitenlandse operaties met een contingent van 1 200 personen op permanente basis, en anderzijds het zeer beperkte budgettaire kader waarover Defensie beschikt en de noodzaak van het herstel van het evenwicht inzake de verdeling van de investerings-, werkings- en personeelskosten.

Ik verwijs ook naar de verschillende criteria die in aanmerking werden genomen voor de selectie van de te rationaliseren infrastructuur en die ik tijdens mijn uiteenzetting van 14 oktober jongstleden heb opgesomd.

3. Defensie is niet bevoegd om voormalige militaire domeinen een nieuwe bestemming te geven op het gewestplan, maar ze is wel bereid een actieve rol te spelen in het kader van een overlegplatform met de lokale overheden.

4. Een goede spreiding over het Belgisch grondgebied verzekert de bereikbaarheid voor alle mogelijke militairen, huidige en toekomstige.

5. Al de kazernes die sinds vele jaren bestaan hebben een gelijkaardige mate van vervlochtenheid met de lokale gemeenschap, zo ook de met Diest vergelijkbare sites van Tielen en Flawinne. Bijgevolg kan dit aspect geen doorslaggevend verschil opleveren bij de keuze tot sluiting van één der sites.