|
|
Nationale Bank - Ontbreken van taalkaders
centrale bank
taalgebruik
| 6/10/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009) |
| 20/10/2009 | Antwoord |
Uit het jaarverslag van de Vaste Commissie voor taaltoezicht voor het jaar 2008 blijkt dat de Nationale Bank op 1 april van dat jaar nog steeds geen taalkaders had opgesteld.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1. Waaraan is deze lacune te wijten?
2. Wordt er intussen reeds gewerkt aan de nodige taalkaders? Welke einddatum wordt daarbij vooropgesteld?
3. Wat zijn momenteel de feitelijke taalverhoudingen bij de Nationale Bank? Wat zijn de taalverhoudingen op directieniveau?
De Nationale Bank van België (NBB) is een naamloze vennootschap opgericht bij wet van 5 mei 1850, waarvan de opdrachten en de werking thans geregeld zijn door de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organieke statuut van de NBB. Ten aanzien van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (de “taalwetten”) dient de NBB beschouwd te worden als een “dienst waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt”, zodat:
de hoofdzetel beschouwd moet worden als een centrale dienst, in de zin van afdeling I van hoofdstuk V van de taalwetten;
de regionale vestigingen beschouwd moeten worden als uitvoeringsdiensten waarvan de zetel gevestigd is buiten Brussel-Hoofdstad, in de zin van afdeling II, onderafdeling 2 van hoofdstuk V van de taalwetten.
De toepassing van artikel 43, §3, van de taalwetten op de hoofdzetel van de NBB rust op twee verschillende koninklijke besluiten:
een koninklijk besluit van 13 oktober 1983 stelt de zeven graden vast van de personeelsleden van de NBB die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen;
een koninklijk besluit van 3 augustus 1987 stelt de verdeling van de functies binnen de NBB vast tussen de Nederlandstalige en de Franstalige taalrollen over de verschillende taaltrappen. Krachtens artikel 3 van de wet van 19 oktober 1998 is dit koninklijk besluit evenwel niet langer van toepassing na 31 december 2004.
De vaststelling van de taalverhoudingen binnen de hoofdzetel van de NBB impliceert dat eerst wordt onderzocht of de bestaande indeling van de personeelsleden van de NBB over zeven taaltrappen, zoals vastgesteld in het voormeld koninklijk besluit van 13 oktober 1983, nog actueel en pertinent is. Na intern onderzoek en overleg met de verschillende representatieve vakbondsorganisaties die overeenkomstig artikel 54 van de taalwetten hieromtrent geraadpleegd moeten worden en waarvan de laatste haar advies op 19 juni 2006 aan de NBB heeft bezorgd, heeft de NBB op 22 juni 2006 geoordeeld dat de verdeling van de betrekkingen binnen de NBB per trappen van de hiërarchie zoals vastgesteld in het koninklijk besluit van 13 oktober 1983 nog steeds een passende en werkzame basis vormde voor de vaststelling van de taalkaders van de NBB. De voorbereiding van de vaststelling van de percentages van functies die per hiërarchische trap aan elke taalrol moeten worden toegewezen werd in september 2006 opgestart. Nadat eerst de te volgen methodologie was uitgewerkt, werden de tel- en nazichtverrichtingen uitgevoerd. Tot slot werden voormelde percentages berekend.
Na afloop van de telverrichtingen werden de resultaten aan de verschillende representatieve vakbondsorganisaties voor advies voorgelegd, overeenkomstig artikel 54 van de taalwetten. Het advies van de laatste vakbondsorganisatie werd op 14 mei 2009 door de NBB ontvangen. Thans worden het eindverslag betreffende de telverrichtingen en het voorontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de verdeling van de functies binnen de NBB tussen de Nederlandstalige en de Franstalige taalrollen over de verschillende taaltrappen voorbereid. Nadat deze documenten aan het directiecomité van de NBB ter goedkeuring zullen zijn voorgelegd, zal het volledige dossier aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht worden bezorgd.
In afwachting van de afwerking van deze werkzaamheden hanteert de NBB voorzichtigheidshalve nog altijd de taalkaders zoals bepaald door voormeld koninklijk besluit van 3 augustus 1987 als richtsnoer voor haar aanwervings- en bevorderingsbeleid.
Voor het directiecomité tot slot wordt de taalverhouding specifiek geregeld door artikel 19.1 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organieke statuut van de NBB:
“Het directiecomité bevat, benevens de gouverneur die hem voorzit, ten minste vijf directeurs en ten hoogste zeven, waarvan er één de titel van vice-gouverneur draagt die de Koning hem toekent. Het directiecomité bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de gouverneur eventueel uitgezonderd”.
Overeenkomstig deze wetsbepaling bestaat het directiecomité van de NBB thans uit vier Nederlandstalige en vier Franstalige leden.