Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4609

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 30 september 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Rijksdienst voor de Sociale Voorzieningen der Zelfstandigen - Taalkaders - Gebrek aan evenwicht tussen Franstaligen en Nederlandstaligen - Maatregelen

Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik

Chronologie

30/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
31/10/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4608

Vraag nr. 4-4609 d.d. 30 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht voor het jaar 2008 blijkt dat zich bij de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen enkele evenwichtsverstoringen voordeden. Op het niveau van de directiebetrekkingen was er een evenwichtsverstoring op de tweede trap (9 Franstaligen - 8 Nederlandstaligen; 2 Franstaligen twt. - 2 Nederlandstaligen twt.).

Voor de vierde trap was er ook een evenwichtsverstoring ten nadele van de Vlamingen. Daar werken 60 Franstaligen en 60 Nederlandstaligen, een 50-50-verhouding dus, terwijl dat 46,36% Franstaligen - 53,64% Nederlandstaligen zou moeten zijn.

Zijn deze scheeftrekkingen intussen rechtgezet? Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om soortgelijke evenwichtsverstoringen te voorkomen?

Antwoord ontvangen op 31 oktober 2009 :

In het kader van de jaarlijkse controle, voor het jaar 2008, van de taalkaders van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), werd op 25 april 2008 aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht de toestand van het personeelseffectief op 1 april 2008 meegedeeld.

Op het niveau van de directiefuncties was er op 1 april 2008 in de tweede trap inderdaad een onevenwicht.

Het evenwicht in de tweede trap is hersteld ingevolge een interne bevorderingsprocedure (9 F – 9 N – 2 F tweetalig – 2 N tweetalig), zoals werd meegedeeld in antwoord op de parlementaire vraag nr. 147, gesteld op 16 juni 2009 door de heer Olivier Maingain, volksvertegenwoordiger.

Wat betreft de vierde trap, situeerde het onevenwicht op 1 april 2008 zich bij de contractuelen uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften, waarvan het aantal is vastgelegd op 22 betrekkingen (cf. artikel 5 §1, a), b) en c) van het personeelsplan van 6 december 2006 van het RSVZ). Als gevolg van het vertrek van contractuelen uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften was de bezetting op dat ogenblik tien Franstaligen en vijf Nederlandstaligen, waardoor er langs Nederlandstalige zijde zeven betrekkingen vacant waren.

Door het organiseren van wervingsprocedures voor Nederlandstalige betrekkingen, is het onevenwicht in de vierde trap zo goed als hersteld: 61 F en 68 N [47,28 % F – 52,71 % N]. Dit blijkt uit het personeelseffectief, zoals het op 27 maart 2009 werd meegedeeld aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht in het kader van de jaarlijkse controle van de taalkaders van het RSVZ voor het jaar 2009.