Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4512

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 23 september 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid, en voor de Federale Culturele Instellingen

Illegalen - Bezetting van de Brusselse Miniemenkerk in 2007 - Gevolgen

politiek asiel
illegale migratie
hongerstaking
verblijfsrecht
asielzoeker

Chronologie

23/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4511
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-6147

Vraag nr. 4-4512 d.d. 23 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het antwoord van de van de toenmalige minister van Migratie- en Asielbeleid op mijn vraag om uitleg nr. 4-997 (Handelingen nr.4-84 van 15 juli 2009, blz. 29) wordt een overzicht gegeven van kerkbezettingen en hongerstakingen door illegalen met het oog op het chanteren van de politiek verantwoordelijken om hier een permanent verblijf te kunnen afdwingen. Dit overzicht blijkt echter verre van volledig te zijn.

Zo blijkt er onder meer in maart 2007 een kerkbezetting met hongerstaking van de Brusselse Miniemenkerk, te hebben plaatsgegrepen door een aantal Afghaanse illegalen (vraag nr. 14.646 in de commissie van Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers van 18 april 2007).

Kan u mij in dit verband nog het volgende meedelen:

1. de precieze periode waarin de bezetting van de gebouwen plaatsgreep;

2. de precieze identificatie van de groep die de actie voerde;

3. het aantal actievoerders, het aantal hongerstakers, hun verblijfsstatuut op het ogenblik van hun actie, alsook het aantal personen dat met hen verbonden was en waarvoor zij mee hun eisen stelden;

4. de eventuele opeenvolgende toezeggingen die door u (of uw voorgangers) of hun diensten aan de betrokkenen werden gedaan in het kader van of na de stopzetting van de actie inzonderheid wat het verblijf op ons grondgebied betreft (met vermelding van de duur ervan) en hoeveel personen het betrof en krachtens welke wettelijke bepalingen dit gebeurde;

5. hoeveel van deze personen op dit ogenblik nog in het land verblijft, welk verblijfsstatuut zij hebben, hoeveel er geregulariseerd werden en op welke wettelijke gronden dat gebeurde, en hoeveel inmiddels het land hebben verlaten en volgens welke procedure dit laatste is gebeurd.