Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4449

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 18 september 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid, en voor de Federale Culturele Instellingen

Fedasil - Human resources - Beleid - Nadelen van decentralisatie

Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
personeelsbeheer
SELOR

Chronologie

18/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
8/10/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4839

Vraag nr. 4-4449 d.d. 18 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de federale overheid wordt gemiddeld 3,1 procent van het personeel (uitgedrukt in voltijds equivalenten - VTE) ingezet voor human resources-functies. Het minimum is 1,51 procent en het maximum 5,09 procent. Bij Fedasil werken zo'n 900 VTE, dus zouden er zo'n 28 voltijdse HR-betrekkingen mogen zijn. Het zijn er echter 37. Dat is 4,1%. In sommige federale diensten zijn er nog meer, maar dat ligt toch beduidend boven het gemiddelde. Dit hoge aantal vloeit voort uit drie factoren.

De decentralisatie van de personeelsfunctie, waardoor in elk centrum minstens één personeelslid volledig of gedeeltelijk de HR-functie moet waarnemen.

De eigen organisatie van selecties en rekruteringen, los van Selor, zowel door het hoofdbestuur als door elk centrum apart.

Fedasil berekent zelf de wedden, zonder medewerking van de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven.

Decentralisatie is in een structuur als Fedasil onvermijdelijk. Maar de andere factoren niet. In het bijzonder het berekenen van wedden zou vrijwel zeker efficiënter door de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven kunnen gebeuren.

1. Waarom doet Fedasil geen beroep op Selor voor selecties en rekruteringen?

2. Heeft de geachte staatssecretaris reeds maatregelen genomen om de wedden van het personeel van Fedasil te laten berekenen door Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven?

Antwoord ontvangen op 8 oktober 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie.