Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4447

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 18 september 2009

aan de minister van Landsverdediging

Afghanistan - Confrontatie van Belgische troepen met een zelfmoordaanslag - Begeleiding - Gevaar

Afghanistan
krijgsmacht
strijdkrachten in het buitenland
gevechtsvoertuig
terrorisme

Chronologie

18/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
28/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4447 d.d. 18 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor het eerst sinds de aanwezigheid van Belgische troepen in Afghanistan zijn onze soldaten geconfronteerd met een zelfmoordaanslag. Er vielen gelukkig geen doden of gewonden gezien de explosie niet krachtig genoeg was om de bescherming van de nieuwe Belgische pantservoertuigen teniet te doen. De aanslag gebeurde rond zeven uur lokale tijd op 10 augustus 2009. In het antwoord van de geachte minister op de schriftelijke vraag nr. 4-3594 bleek dat er weinig tot geen psychologische anomalieën ontdekt worden bij onze militairen actief in het buitenland.

Gezien het korte voorgaande kader, volgende vragen:

1. Hoeveel Belgische en Afghaanse voertuigen reden in de aangevallen konvooi? Was dit de eerste zelfmoordaanslag waarmee onze buitenlandse troepen geconfronteerd worden? Op hoeveel kilometer van hun basis gebeurde dit incident? Wat was de finaliteit van dit konvooi op dat moment? Hoe reageerde dit konvooi op het incident? Werd er bijstand gestuurd? Hoe lang diende dit aangevallen konvooi te wachten op bijstand?

2. Zijn de zeven betrokken militairen zowel fysiek als psychologisch gecheckt? Zo ja, hoe waren zij er aan toe? Is het correct dat de betrokkenen psychologische bijstand weigerden? Werden de familieleden van deze militairen gebrieft? Hoe worden onze militairen op dergelijke crisissituaties voorbereid? Worden deze militairen vervroegd naar huis gestuurd? Wat is de Belgische best practice omtrent militairen geconfronteerd met geweldadige aanslagen of aanvallen? Welke militairen waren aanwezig bij deze aanval?

3. Over welk type van Belgische voertuigen gaat het? Zijn deze voertuigen nog herstelbaar? Zo ja, wat is de geraamde kost hiervan? Zo nee, dienen er nieuwe voertuigen aangekocht worden? Wat is de kostprijs van dergelijke nieuwe voertuigen met een gelijkaardige afmontage (bijvoorbeeld met stoorzenders voor bermbommen)? Wat zijn de budgettaire implicaties hiervan?

4. Welke is de impact van de uitschakeling van deze voertuigen op de militaire activiteiten van de Belgische troepen ter plaatse?

5. Hoe reageert de geachte minister op de uitlatingen van het ACMP ( een apolitieke militaire vakorganisatie) en de Algemene Centrale der Openbare Diensten naar aanleiding van deze zelfmoordaanslag? Is hij het eens met Emmanuel Jacobs die meent dat heel Afghanistan een gevarenzone geworden is?

6. Wat waren de resultaten van het speurwerk ter plekke?

Antwoord ontvangen op 28 oktober 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Het konvooi bestond uit 01 LMV (Light Multirole Vehicle) en 01 MPPV (Multi Purpose Protected Vehicle). Het moest de stad Kunduz vervoegen waar zich een Afghaanse eenheid bevond die door onze mentors moest begeleid worden. De aanslag heeft halfweg het traject plaats gehad, op 3 km van het Provincial Reconstruction Team (PRT) en 2,5 km van Kunduz. Onmiddellijk na de explosie, hebben de voertuigen de gevarenzone verlaten en hebben ze contact genomen met hun commandopost. De Afghaanse politie heeft de zone onmiddellijk beveiligd en minder dan een kwartier later was de QRF (Quick Reaction Force), die zich in het PRT bevond, ter plaatse. Een uur na de ontploffing waren alle voertuigen en het personeel terug in het PRT. Het was de tweede zelfmoordaanslag waarmee onze troepen werden geconfronteerd (de vorige gebeurde op de luchthaven van Kaboel op 31 augustus 2007).

2. De betrokken militairen maken deel uit van een detachement met een goede cohesie, wat zorgt voor een natuurlijke eerste opvang onder elkaar. Het sleutelpersoneel van elk detachement is opgeleid in het “zorgzaam omgaan met personeel na ingrijpende gebeurtenissen”. Het commando heeft hiermee de middelen en de kennis om op haar niveau onmiddellijk na een incident een opvang te verzekeren en om in te schatten of een verdere psychologische begeleiding gewenst is. Naar aanleiding van dit incident was een onmiddellijke psychologische interventie niet nodig. Een vervroegde terugzending was niet aan de orde. De militairen die betrokken waren in dit incident konden na terugkeer in het kamp zelf hun familieleden informeren.Een psycholoog raadgever mentale operationaliteit (RMO) is steeds beschikbaar in het operatietheater en bezoekt geregeld het detachement OMLT (Operational Mentoring and Liaison Team). Het Belgische concept waarin gewerkt wordt met een "embedded" psycholoog (RMO) die zowel het commando als de individuele militair kan bijstaan, sluit aan bij de algemeen aanvaarde procedures binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

3. De beschadigde LMV werd naar België overgebracht omdat zijn onderstel vermoedelijk beschadigd werd. De MPPV is ter plaatse hersteld. De kosten van de herstellingen zijn voor het ogenblik niet gekend.

4. Er was geen impact op de militaire activiteiten van de Belgische troepen ter plaatse. De reserve voertuigen werden onmiddellijk ingezet.

5. Zoals alle operatietonelen waar Belgische militairen aanwezig zijn, is Afghanistan zowel in het zuiden als in het noorden niet risicoloos.

6. Het ontplofte voertuig was als verdacht voertuig sinds juli 2009 gekend. De aanwezigheid van een GSM aan boord laat uitschijnen dat het voertuig eveneens op afstand tot ontploffing zou zijn gebracht.