Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-397

van François Roelants du Vivier (MR) d.d. 27 februari 2008

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Federaal openbaar ambt - Gecertificeerde opleidingen - Valideringscommissie voor de diploma’s van de derde cyclus - Toekennings- en weigeringsvoorwaarden

erkenning van diploma's
overheidsapparaat
overheidsadministratie
beroepsloopbaan
diploma
beroepsopleiding
beroepskwalificatie
vormingsverlof

Chronologie

27/2/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-714

Vraag nr. 4-397 d.d. 27 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

De Valideringscommissie onderzoekt of de diploma’s van de derde cyclus, die door de Gemeenschappen worden erkend, in aanmerking komen als diploma behaald in het kader van de gecertificeerde opleidingen voor de rijksambtenaren.

Die erkenning gebeurt per individueel geval, en er wordt nagegaan of de opleiding al dan niet nauw verbonden is met de betrokken vakrichting, wat concrete gevolgen heeft voor de statutaire bevord eringen en voor de “vormingspremie”.

Die Valideringscommissie kan de validering van het diploma van de derde cyclus van een ambtenaar dus weigeren, ook al heeft die ambtenaar voor dezelfde opleiding betaald educatief verlof gekregen.

Met een dergelijke regeling zet men de deur open voor willekeur. Ze is bovendien volledig in strijd met de hervorming die de regering heeft ingevoerd met het oog op een administratie die efficiënt en doelmatig, geavanceerd, gemotiveerd en erkend is.

Mag men er dan van uitgaan dat het diploma van de ambtenaar die betaald educatief verlof gekregen heeft om een opleiding te volgen, bovenop zijn dagelijkse betrokkenheid in de administratie, in geval van slagen automatisch als gecertificeerde opleiding zal worden erkend? Het heeft immers geen enkele zin om a posteriori te argumenteren dat een opleiding niet nauw aansluit bij de vakrichting waartoe de ambtenaar behoort als dat criterium eerst terecht gebruikt wordt voor het toestaan van betaald eductief verlof en de hiërarchische oversten bevestigd hebben dat de opleiding de ambtenaar en de dienst ten goede komt.

Welke diploma’s kunnen in aanmerking komen voor validering als gecertificeerde opleiding, conform artikel 45, §2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939? Kan de minister mij een klare en duidelijke tabel bezorgen?

Op basis van welke nauwkeurige en objectieve criteria kan de Valideringscommissie bepalen dat het onderwerp van de opleiding nauw aansluit bij de vakrichting, vooral voor wat betreft de “pluridisciplinaire” vakrichtingen?

Binnen welke termijn moet de Valideringscommissie zich over een aanvraag uitspreken?

Hoeveel aanvragen van ambtenaren van niveau A heeft de Valideringscommissie sinds de organisatie van de gecertificeerde opleidingen aanvaard en hoeveel geweigerd? Kan de minister mij een nauwkeurige tabel geven met het aantal goedgekeurde en het aantal geweigerde aanvragen per vakrichting? Kan ze mij ook een tabel bezorgen met een opsplitsing van de goedgekeurde en geweigerde diploma’s per vakrichting en de tijd die de commissie heeft nodig gehad voor de behandeling van de aanvragen?