Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3809

van Nahima Lanjri (CD&V) d.d. 17 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Tandheelkunde - Tandheelkundig amalgaam - Schadelijke invloed - Maatregelen

tandheelkunde
kwik
giftige stof
volksgezondheid

Chronologie

17/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/8/2009)
23/9/2009Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1029

Vraag nr. 4-3809 d.d. 17 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het verleden werden al vaker vragen gesteld over de negatieve en schadelijke invloed van tandheelkundig amalgaam.

Vorig jaar bracht het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) van de Europese Unie (EU) het advies uit waarin werd geconcludeerd dat het gebruik van kwik in tandvullingen - afgezien van allergieën - geen acute of lange termijn risico's voor de gezondheid met zich meebrengt.

Verschillende Lidstaten van de EU delen dit positieve oordeel van het WCNG niet: in Zweden, Noorwegen en Denemarken is het gebruik van tandheelkundig amalgaam met ingang van 2008 verboden. De tandartsen in Europa verwerken jaarlijks circa negentig ton kwik. In andere toepassingen geldt kwik als een uiterst toxische stof. Vanwege de risico's voor de gezondheid en het milieu introduceerde de Commissie in 2005 een kwikstrategie, die echter niet voorziet in maatregelen om het gebruik van tandheelkundig amalgaam te beperken of te verbieden.

Het WCNG komt in zijn advies tot de conclusie dat er geen verband bestaat tussen tandheelkundig amalgaam en ziekten en stoornissen als alzheimer, autisme, ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en auto-immuunziekten. Milieuwetenschappers uit Freiburg hebben deze verbanden echter wel aangetoond.

Ik ken echter zelf het verhaal van een jonge, perfect gezonde zelfstandige die na een tandartsbezoek een amalgaamvergiftiging heeft opgelopen toen er bij haar tandheelkundig amalgaam werd verwijderd. Haar gezondheid is sinds dat moment sterk achteruit gegaan. Het is nu zo ver gekomen dat ze haar bloeiende zaak als pedicure heeft moeten opgeven. Ze is intussen ook gestart met een strafrechtelijke procedure tegen de tandarts.

1. Door de voorgangers van de geachte minister werd systematisch geantwoord dat amalgaam reeds 150 jaar wordt gebruikt en daardoor zijn deugdelijkheid heeft bewezen en dat het momenteel het vullingsmateriaal is met het minste risico op nadelige effecten. Waarom wordt dit dan in landen als Zweden, Noorwegen en Denemarken verboden? Welk materiaal wordt daar gebruikt?

2. Is zij bereid om het Kenniscentrum de opdracht te geven studies (ook op lange termijn) uit te voeren om de gevolgen van amalgaamvergiftiging te onderzoeken en ook de invloed van tandheelkundig amalgaam op bepaalde ziektebeelden als chronischevermoeidheidssyndroom (CVS), fibromyalgie en andere chronische ziekten te onderzoeken?

3. Is zij bereid het gebruik van amalgaam te verbieden of te beperken?

Antwoord ontvangen op 23 september 2009 :

ALGEMEEN

Tandartsen gebruiken inderdaad kwik om, samen gemengd met zilverpoeder, koper en nog een beetje van andere metalen, tandheelkundig amalgaam te maken waarmee sinds 150 jaar, tanden worden gevuld. Amalgaam is scheikundig een zeer complex materiaal. Na het uitharden in de mond is nagenoeg alle kwik gebonden maar in de vorm van vaste metallische verbindingen aanwezig. Uit die vullingen komen uiterst minieme delen kwikdamp vrij (minder dan 5μg/dag) als de patiënt een zware tandenknarser is (en dus de vullingen en zijn tanden uitslijt), de patiënt urenlang kauwgom kauwt of als de amalgaamvulling weer wordt uitgeboord. Amalgaam bevat geen organisch kwik zoals bijvoorbeeld vis, wat toxischer is dan kwikdamp. De opname van kwik uit de voeding en het drinkwater is veel groter dan uit de vullingen. Vis bevat soms hoge hoeveelheden aan kwik, bvb > 1mg/kg methylkwik.

Gevolgen voor het milieu door gebruik van tandheelkundig amalgaam

-Het mogelijk grootste gevaar ligt in de tandartspraktijk zelf en voor de tandarts en het hulppersoneel. Sinds de gesloten amalgaamcapsules (kwik en poeders zijn niet meer vrij) en het automatisch mengen, meer dan twintig jaar geleden, werd ingevoerd, is dit gevaar nagenoeg verdwenen.

-Bij gebruik van amalgaam en bij het uitboren van oude vullingen komt dit in de waterleidingen terecht. Het wettelijk verplicht gebruik van een amalgaamseparator in de tandartspraktijk elimineerde dit probleem.

-Bij crematie kan kwik uit de vullingen vrijkomen. De verplichte filters in de crematoria hebben dit probleem opgelost.

Gevolgen voor de gezondheid van de patiënten

Al vele tientallen jaren is de mogelijke toxiciteit van amalgaamvullingen en het gevaar voor de gezondheid, een onderwerp van intens wetenschappelijk onderzoek. Duizenden wetenschappelijke studies die het probleem in alle mogelijke aspecten onderzoeken, zijn verschenen. Op basis van al die ernstige studies kwamen WHO (World Health Organization), Fédération Dentaire Internationale, United States Food and Drug Administration, Scandinavian Institute Dental Materials en vele andere leidinggevende organisaties tot het besluit dat amalgaam als tandheelkundig vullingsmateraiaal absoluut veilig is. Hun standpunten worden regelmatig ge-updated rekening houdend met nieuwe resultaten maar bleven altijd dezelfde. In juli 2008 heeft een commissie van experten van de American Dental Association, na grondig onderzoek van alle bestaande gegevens, haar standpunt opnieuw als volgt geformuleerd “ .. that the current evidence does not support a link between dental amalgam and systemic diseases or risks to children, pregnant women or developing fetuses”.

Ook de Scientific Committee on Emerging and Newly identified health risks van de Europese Commissie kwam, na onderzoek, in juni 2008 tot hetzelfde besluit. Meer nog de commissie wees erop dat de nieuwe producten voor vullingen (zonder amalgaam) ook en misschien nog meer toxicologische risico’s inhouden.

Amalgaam zal niet worden gebruikt bij patiënten met een gekende en door medische allergologen bewezen metaalallergie (schatting 1/100 000 patiënten). Populaire toestellen en pseudo intra-orale testen om dit aan te tonen, zijn van geen enkele waarde. Ook bij patiënten met bepaalde nieraandoeningen wordt best geen amalgaam gebruikt.

De milieuwetenschapper uit Freiburg (Institut für Umweltmedizin und Krankenhaushygiene), waar naar verwezen wordt, staat in de wetenschappelijke wereld nagenoeg alleen met zijn opvattingen en standpunten omtrent amalgaam.

De tandheelkundige beroepsverenigingen in Europa en ook in België raden uit medische voorzichtigheid aan om naast de boven vermelde categorieën, bij zwangere vrouwen of zogende vrouwen geen amalgaamvullingen uit te boren omdat dan het meeste kwik vrijkomt of om dat te doen onder cofferdam (een afschermend rubber scherm in de mond geplaatst) zodat de patiënt niet in contact komt met het vullingslijpsel.

Ten slotte: wetenschappelijke bewijsvoering waarop medische behandelingen moeten steunen en waarop een gezondheidsbeleid moet gestoeld zijn, kan niet geleid worden door één vaag patiëntengeval en zogenaamde “case reports”.

CONCREET ANTWOORD OP DE VRAGEN:

1. Dat in bepaalde Europese landen men tot een verbod zou komen (of gekomen is) van amalgaam heeft vooral te maken met milieuoverwegingen en lobbying van grote farmaceutische firma’s (producenten van alternatieve vullingsmaterialen). De materialen die ter vervanging (ook in België) worden gebruikt zijn composieten op basis van kunsthars. Over de toxiciteit en het nadeel voor de gezondheid is weinig geweten. Studies laten vermoeden dat die risico’s veel hoger liggen dan die van amalgaam. Er dient ook opgemerkt dat het verplicht invoeren van die vullingsmaterialen, in plaats van amalgaam, de kostprijs doet stijgen met 20 tot 25% omdat die materialen duurder zijn, langere behandeltijd vragen en in tegenstelling tot amalgaamvullingen maar de helft lang meegaan en dus vaker moeten vervangen worden (Beazoglou T. e. a. Public Health Reports 2007).

2. Het Kenniscentrum kan alleen overdoen wat vele andere expertgroepen al vele tientallen jaren lang, over gans de wereld hebben gedaan. Het Kenniscentrum zou onvermijdelijk tot hetzelfde besluit komen. Het Kenniscentrum kan beter opdrachten krijgen in de richting van preventieve tandheelkunde (bijvoorbeeld: hoe kunnen de wetenschappelijk gekende en bewezen methoden in de preventie van tandbederf het meest efficiënt in de Belgische gezondheidsstructuren worden toegepast). Hoe meer preventie van tandbederf hoe minder vaak amalgaam zal moeten worden gebruikt.

3. Op basis van al het voorafgaande is het verbieden van amalgaam in ons land niet aangewezen. Uitsluiten van een zeer beperkte risicogroep, wordt nu al door de tandartsen uit professionele deontologie, in de praktijk gedaan. Het gebruik van amalgaam neemt al spontaan af in ons land vaak op vraag van de patiënt, die de “witte” composietvullingen verkiest boven de donkere amalgaamvullingen, uitsluitend omwille van esthetische redenen.

Het gebruik van kwik in tandamalgamen is een terugkerend probleem. Het is evident dat een daling van het kwikgebruik tijdens humane activiteiten voordelig is voor zowel mens als leefmilieu. Alternatieven voor tandamalgamen op basis van kwik bestaan al vele jaren en worden veelvuldig gebruikt. Het gaat hier over tandcomposieten, glasionomeercement (GIC), keramische producten en goudlegeringen.

Het feit dat de amalgamen vallen onder de Europese Richtlijn 93/42/EEC betreffende medische hulpmiddelen, beperkt de mogelijkheid tot het nemen van nationale restrictieve maatregelen. De Medical Device Expert Group heeft advies gevraagd aan het Scientific Committee on Health and Environmental Risks, met betrekking tot de veiligheid van het gebruik van amalgamen en zijn alternatieven. Dit advies werd ontvangen en dient nu in rekening gebracht te worden door de MDEG om te evalueren of restrictieve maatregelen moeten genomen worden. België zal deze vraag naar voor schuiven tijdens de komende internationale vergaderingen.

In parallel met de reeds uitgevoerde studies, is het een goede suggestie om het Kenniscentrum te vragen een globale studie uit te voeren met betrekking tot de systemische effecten van tandamalgamen op lange termijn, en ik belast het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondeheidsproducten (FAGG) om deze studie aan te vragen bij het KCE.