Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3794

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 9 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Verplichte inenting tegen kinderverlamming (poliomyelitis) - Weigeringen door de ouders - Aantallen

voorkoming van ziekten
vaccinatie
infectieziekte
vroegste kinderjaren
officiële statistiek
geografische spreiding
pediatrie

Chronologie

9/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/8/2009)
19/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3794 d.d. 9 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het koninklijk besluit van 26 oktober 1966 legt een wettelijke verplichting op aan ouders om een kind te laten inenten tegen kinderverlamming (poliomyelitis). De verplichte vaccins worden gratis ter beschikking gesteld en de inenting dient te gebeuren voor de achttiende levensmaand.

1. Kan de geachte minister mij de cijfers bezorgen van het aantal kinderen waarvan de ouders de inenting niet hebben laten gebeuren, dit zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers ten aanzien van het aantal kinderen waarop het van toepassing zou moeten zijn? Graag kreeg ik ook een opsplitsing per provincie.

2. Kan eveneens worden geduid in hoeveel van de gevallen het gaat over een bewuste weigering en niet om bijvoorbeeld een vergeetachtigheid?

Antwoord ontvangen op 19 oktober 2009 :

  1. Het koninklijk besluit van 26 oktober 1966 legt een wettelijke verplichting op aan ouders om een kind te laten inenten tegen kinderverlamming (poliomyelitis). De verplichte vaccins worden gratis ter beschikking gesteld en de inenting dient te gebeuren voor de achttiende levensmaand.

    Het aantal kinderen waarop de inenting van toepassing zou moeten zijn, is gekend door de gemeentelijke overheden.

    Iedere burgemeester is ermee belast de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu maandelijks de lijst te bezorgen van de kinderen die de leeftijd van achttien maanden hebben bereikt en waarvoor het vaccinatiebewijs niet werd ontvangen.

    Na drie aanmaningen wordt het dossier overgemaakt aan de Procureur des Konings. Ongeveer 80 % van de dossiers worden geregulariseerd tussen het opstellen van een eerste aanmaning en het opstellen van een proces-verbaal. Van zodra een dossier wordt overgemaakt aan de Procureur des Konings in kwestie, staan diens diensten integraal in voor de opvolging van het dossier, waarover Volksgezondheid niet meer wordt ingelicht.

    De ingebruikname van nieuwe informaticasoftware die specifiek gericht is op het beheer van gevallen van niet-vaccinatie zal het de diensten van Volksgezondheid tegen half 2010 mogelijk maken om provincie per provincie exact te bepalen hoeveel aanmaningen en processen-verbaal er werden opgesteld, en hoeveel vaccinatiebewijzen er werden ingediend.

  2. In de meeste gevallen van niet-vaccinatie gaat het om een vergeetachtigheid wat betreft het indienen van de documenten, een contra-indicatie op doktersadvies of een onvolledige vaccinatie. Bewuste weigeringen vertegenwoordigen een onbestaand of zeer miniem percentage, afhankelijk van de provincies.