Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3780

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang) d.d. 9 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Intracommunautaire fraude - Fiscale schade - Recuperatie

fraude
belastingfraude
Europese Unie
fiscale controle
Europese fiscale samenwerking
inning der belastingen

Chronologie

9/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/8/2009)
2/9/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3781

Vraag nr. 4-3780 d.d. 9 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het samenwerkingsonderzoek van het Rekenhof, de Nederlandse Algemene Rekenkamer en het Bundesrechnungshof blijkt dat slechts 1 onderneming op 5 000 betrokken zou zijn bij intracommunautaire fraude. Maar dit geringe aantal zorgt wel voor ongeveer 30 % van het fraudevolume. Door de snelheid waarmee de fraude wordt uitgevoerd, zijn een snelle detectie en stopzetting de eerste prioriteit. Het onderzoeksverslag vermeldt ook dat de fiscale schade achteraf nauwelijks nog kan worden gerecupereerd. In 2005 werd slechts 0,004 % van de in te vorderen sommen effectief betaald. In 2006 was dat 0,032 %, in 2007 daalde dat zelfs tot 0,0001 %.

1. Welke juridische, administratieve of andere hinderpalen beletten de recuperatie van de fiscale schade die door intracommunautaire fraude wordt veroorzaakt?

2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om deze belemmeringen geheel of gedeeltelijk weg te werken?

Antwoord ontvangen op 2 september 2009 :

Van bij de invoering van het BTW-stelsel begin jaren zeventig werden de Benelux staten geconfronteerd met internationale BTW-fraude omwille van het destijds tussen deze drie landen toegepaste systeem van de verlegging van de heffing. Omwille van het wegvallen van de binnengrenzen per 1 januari 1993 en de stelselmatige uitbreiding van de Europese Unie heeft het fenomeen van de intracommunautaire fraude logischerwijze steeds de uitgesproken aandacht van mijn departement, en dan in het bijzonder van de BBI, weerhouden.

Teneinde de schade voor de Schatkist maximaal te beperken dient de carrouselfraude preventief en kordaat te worden aangepakt.

Hierna volgt een kort overzicht van alle gedurende de laatste jaren getroffen operationele en wetgevende initiatieven ter bestrijding van de intracommunautaire fraude :

- de afsluiting van een specifiek samenwerkingsakkoord met justitie en de federale politie;

- de oprichting van een multidisciplinaire ondersteuningscel;

- de terbeschikkingstelling van gespecialiseerde fiscale ambtenaren bij de federale politie en de parketten;

- de toekenning van de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie aan bedoelde ter beschikking gestelde ambtenaren;

- de oprichting van een speciale anti-carrousel eenheid binnen de BBI;

- de onmiddellijke melding door de parketten en de witwascel aan de fiscus van aan grote fiscale fraude gelinkte dossiers;

- de verplichte maandelijkse indiening van de BTW-aangifte in fraudegevoelige sectoren, zoals de minerale oliën, de GSM’s, de computers en de autovoertuigen (zie koninklijk besluit. nr. 1, art. 18);

- de hoofdelijke aansprakelijkheid van nalatige bestuurders in geval van gebrek aan betaling van de verschuldigde BTW (zie artikel 93undeciesC WBTW);

- de specifieke anti-misbruikbepaling inzake BTW (zie artikel 1, § 10 WBTW);

- de hoofdelijke aansprakelijkheid van BTW-belastingplichtigen in geval van betrokkenheid bij carrouselfraude (zie artikel 51bis, § 4 WBTW);

- de mogelijkheid voor de gewestelijk directeur tot sluiting van ondernemingen in geval van herhaaldelijke niet betaling van de BTW (zie artikel 88ter WBTW);

- de belangrijke verhoging van de strafrechtelijke fiscale boetes inzake BTW (zie artikel 70 §1 WBTW);

- de verplichte terugstorting van de door de belastingplichtige op zijn ingaande handelingen afgetrokken BTW in geval van betrokkenheid bij carrouselfraude (zie artikel 79, § 2 WBTW);

- de significante uitbreiding van de verjaringstermijnen in geval van fraude (zie artikel 81bis WBTW),

- beslag op goederen waarvoor de bepalingen van het WBTW niet werden nageleefd (zie artikel 52bis WBTW);

- de gelijkschakeling voorrecht BTW met voorrecht bedrijfsvoorheffing (zie artikel 87, lid 1 WBTW);

- de mogelijkheid voor de gewestelijke directeur BTW tot eisen van een zakelijke borg of persoonlijke zekerheidstelling (zie artikel 88bis WBTW);

- de mogelijkheid tot het nemen van bewarende maatregelen door de ontvanger BTW zonder machtiging beslagrechter (zie artikel 89bis WBTW);

- de informatieplicht voor notarissen/deurwaarders bij de openbare verkoop van roerende goederen (zie artikel 93undeciesD WBTW);

- de uitwerking op Belgisch initiatief van het Eurocanet systeem, zijnde een Europees netwerk tussen bevoegde autoriteiten voor de tracering van carrouselgevoelige handelingen;

- de zeer actieve deelname van de Belgische administratie aan de diverse Europese ATFS werkgroepen (anti tax fraud strategy).

Dat een mede op bovenstaande initiatieven gesteunde geïntegreerde antifraude politiek wel degelijk resultaten oplevert, wordt bewezen door de terugloop van de in ons land omwille van carrouselfraude geleden verliezen van afgerond 1,1 miljard euro in 2001 tot afgerond 26 miljoen euro in 2008.

Verder kan in het algemeen gesteld worden dat de recuperatie zelf van de fiscale schade veroorzaakt door de intracommunautaire fraude wordt belet door diverse factoren, zoals:

- het tijdsverloop tussen het vestigen van de belasting en het instellen van de vervolgingen door de ontvanger;

- de moeilijkheidsgraad van de vervolgingen ingevolge het gebruik door de belastingplichtigen van zeer complexe vennootschapsconstructies;

- de noodzaak van het voeren van tijdrovende gerechtelijke procedures;

- de formele en zeer tijdrovende procedures tussen het vaststellen van de fraude, de vervolging door het openbaar ministerie en de uiteindelijke afhandeling van het gerechtsdossier.

Daarenboven schakelen de malafide ondernemers slapende vennoot-schappen in, vennootschappen met een minimum aan gestort kapitaal zonder voor beslag vatbare activa, buitenlandse en onbemiddelde aandeelhouders en bestuurders en maken ze gebruik van stromannen.