Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3751

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 3 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen

Dienstencheques - Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) - Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) - Uitwisselen van informatie

ministerie
bijkomend voordeel
dienst voor arbeidsbemiddeling
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
sociale zekerheid
sociale bijdrage
uitwisseling van informatie

Chronologie

3/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
2/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3751 d.d. 3 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van zijn opdracht op het gebied van de inning van de bijdragen, houdt de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) de gegevens bij over de prestaties die in het systeem van de dienstencheques worden aangegeven en over de betalingen van sociale bijdragen waartoe deze prestaties aanleiding moeten geven. De RSZ gebruikt deze gegevens om de terugverdieneffecten inzake sociale bijdragen te berekenen. Een onderzoek van de driemaandelijkse multifunctionele aangiften (DMFA) zou nuttig kunnen zijn voor de RSZ om activiteiten op te sporen die niet door de erkende dienstenchequesondernemingen werden aangegeven. Maar ondanks dat werd geen controlestrategie ontwikkeld om de bij de RSZ beschikbare gegevens te benutten. Het Rekenhof beveelt aan om regelmatige informatiestromen te organiseren tussen de RSZ, de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid en de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) zodat deze laatste systematisch informatie zou krijgen over de aangiften in het kader van de sociale zekerheid van erkende ondernemingen in het stelsel van de dienstencheques.

In antwoord op deze aanbeveling bevestigde de geachte minister dat de implementatie van een elektronische stroom tussen de RSZ en de RVA wordt georganiseerd.

1. Is deze organisatie reeds voltooid?

2. Zo ja, vanaf welke datum werd de bedoelde informatie systematisch doorgegeven? Heeft dit geleid tot een significante toename van het aantal vastgestelde misbruiken en / of overtredingen?

3. Het Rekenhof had ook aanbevolen een soortgelijk systeem uit te werken met betrekking tot de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Werd deze aanbeveling ook in praktijk gebracht?

Antwoord ontvangen op 2 oktober 2009 :

In maart 2008 werd een werkgroep opgericht onder het voorzitterschap van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) waar de verschillende betrokken inspectiediensten deel van uitmaken, ook de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de RSZ-PPO.

Binnen deze werkgroep wordt de gegevensuitwisseling tussen de RVA en de RSZ besproken. De systematische en elektronische gegevensuitwisseling tussen de RVA en de RSZ/RSZ-PPO is nog niet gerealiseerd maar is momenteel in voorbereiding.

Intussen heeft de RVA wel reeds meerdere controles via de RSZ-databanken op punt gesteld. Zo vraagt de RVA sinds maart 2008 gegevens op via de RSZ over de eventuele achterstallige bijdragen. Enerzijds doet de RVA een preventieve controle: bij elke erkenningsaanvraag wordt via de toepassing “Digiflow” aan de RSZ een RSZ-attest opgevraagd. Indien Digiflow geen attest aflevert, wordt voor dit dossier aan de RSZ gevraagd of er achterstallige bijdragen zijn van minstens 2 500 euro. Anderzijds worden alle actieve ondernemingen trimestrieel gecontroleerd op eventuele achterstallige bijdragen. De RSZ-PPO heeft aan de RVA meegedeeld dat er bij hun werkgevers geen slechte betalers zijn. Verder controleert de RVA sinds mei 2009 ook systematisch of de ondernemingen die voor de eerste keer cheques indienen voor betaling bij de uitgiftemaatschappij daadwerkelijk werknemers in dienst hebben, via raadpleging van het personeelsbestand beschikbaar in de Dimona-databank.

Door de hierboven vermelde controles werden er sneller en efficiënter bepaalde inbreuken vastgesteld.

Er werden, tussen november 2008 en 16 juli 2009, in totaal 1 254 ondernemingen individueel onderzocht via Digiflow. 36 ondernemingen hebben zich, na een controle waaruit bleek dat ze achterstallige bijdragen hadden van minstens 2 500 euro, geregulariseerd via een betaling van de schulden of het respecteren van het afbetalingsplan. Er werden veertien ambtshalve intrekkingen door de voorzitter van de Adviescommissie op basis van achterstallige bijdragen van minstens 2 500 euro. (Verschuldigde sommen beneden de 2 500 euro worden overeenkomstig de dienstencheque-regelgeving niet als achterstallen beschouwd.)