Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3708

van Christine Defraigne (MR) d.d. 3 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Democratische Republiek Congo – Alliantie tussen Congolese en Rwandese strijdkrachten – Vredesinitiatieven - Congolees leger - Prestaties - Opleiding door het Belgisch leger - FDLR - Uitroeiing - Nationaal Park van Virunga - Bescherming

Democratische Republiek Congo
Rwanda
conflict tussen etnische groeperingen
beslechting van geschillen
militaire samenwerking

Chronologie

3/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5376

Vraag nr. 4-3708 d.d. 3 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het gezamenlijk offensief van begin 2009 van de Congolese en Rwandese strijdkrachten in het oosten van Congo heeft een einde gemaakt aan de rebellie van generaal Nkunda. We hebben echter vernomen dat er nieuwe slachtpartijen door de Rwandese Huturebellen zouden zijn aangericht. Enkele dagen geleden hebben zij negentig mensen gedood, waaronder zestig of zeventig burgers. Er gaat geen week voorbij zonder een dergelijk nieuw bericht.

Wat zijn, achteraf beschouwd, de politieke gevolgen van die gelegenheidsalliantie? Heeft zij de weg geopend voor een diepere samenwerking tussen de Democratische Republiek Congo (DRC) en Rwanda? Beperkt die nieuwe samenwerking zich tot veiligheidskwesties in Kivu?

Welke initiatieven kan ons land opnieuw nemen om te trachten de vrede in die regio te herstellen? Hoe moeten de prestaties van het Congolese leger op dit terrein worden geëvalueerd? Is de opleiding die wij aan de Congolese regimenten geven daardoor veranderd?

Hoe kunnen al die kleine groepjes van moordenaars die zich in het woud verbergen en die de Forces démocratiques de libération du Rwanda (FDLR) vormen, worden geëvalueerd en uitgeroeid? Hoe kunnen de natuurlijke rijkdommen van het Nationaal Park van Virunga worden beschermd tegen de roofzucht van de FDLR?