Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3672

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 23 juni 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Kinderbijslagen - Uitbetaling - Administratiekosten - Doorrekenen naar de instellingen

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
gezinsuitkering
Rekenhof (België)
algemene kosten

Chronologie

23/6/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2009)
10/8/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3672 d.d. 23 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Rijksdienst voor kinderbijslagen voor werknemers (RKW) kampt met het structureel probleem dat de 2 % administratiekosten die het reglementair aan sommige instellingen voor de uitbetaling van kinderbijslag mag aanrekenen, ontoereikend is om de werkelijke kosten te dekken. Voor deze categorie van instellingen bedroegen de werkelijke administratiekosten voor de RKW in 2006 gemiddeld 3,3 % van de uitbetaalde bedragen. Dit had tot gevolg dat een gedeelte van de voor derden gemaakte administratiekosten ten laste van de beheersbegroting van de RKW kwam. In 2006 ging het om meer dan 976 000 euro.

Aangezien de RKW volgens thesauriebehoeften wordt gefinancierd door het Globaal Beheer van de werknemers, komt het er uiteindelijk op neer dat voor derden gemaakte administratiekosten worden gefinancierd met geld dat bestemd was voor de sociale zekerheid.

Het Rekenhof heeft erop aangedrongen dat maatregelen zouden worden genomen opdat de RKW aan derden voor wie ze kinderbijslag uitbetaalt, de werkelijke administratiekosten zou kunnen doorrekenen. Dat is geen onoverkomelijke taak. In de koninklijke besluiten is immers voorzien dat het bijdragepercentage voor de administratiekosten kan worden herzien.

In zijn antwoord aan het Rekenhof heeft de staatssecretaris voor Begroting op 27 augustus 2008 akte genomen van de aanbevelingen van het Rekenhof en hij heeft de problematiek verwezen naar de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Heeft de geachte minister reeds de noodzakelijke reglementaire aanpassingen doorgevoerd om het de RKW mogelijk te maken de reële administratiekosten aan te rekenen?

Antwoord ontvangen op 10 augustus 2009 :

Als antwoord op uw vraag, deel ik u het volgende mee.

Ik ben zeker op de hoogte van de problematiek betreffende de administratiekosten aangaande de betaling van kinderbijslag die uitgevoerd wordt door de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) voor de rekening van derden.

De wijze van berekening van de administratiekosten is vastgelegd in het koninklijk besluit van 30 november 1993 betreffende de terugbetaling van de uitgaven in verband met de gezinsbijslag die de RKW voor rekening van bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen uitkeert (in uitvoering van artikel 111 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders).

In dit besluit wordt als regel vastgelegd dat de administratiekosten berekend worden als een percentage van 2 % van de toegekende kinderbijslag. Dit percentage wordt zo toegepast voor de uitbetaling van de kinderbijslag aan de gewezen invalide of gepensioneerde leden van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, Belgacom, De Post, Belgocontrol, Biac, de Regie voor Maritiem Transport, alsook aan de wezen van de personeelsleden en aan hun overlevende echtgenoot. Dit percentage wordt eveneens toegepast voor de uitbetaling aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht en gesubsidieerd onderwijs.

Overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit, kan de Koning in bepaalde gevallen het percentage van 2 % verminderen. Zo zijn de administratiekosten voor de vastbenoemde leerkrachten van de Gemeenschappen vastgesteld op 1,35 %. Dit laatste percentage wordt eveneens tot op heden aangerekend voor de verschillende overheden die, sinds 1995, aan de RKW de uitbetaling van de kinderbijslag aan hun personeelsleden hebben toevertrouwd. Dit verminderde percentage vloeit voornamelijk voort uit een overeengekomen werkverdeling tussen de RKW en de derde overheidsinstelling en is gebaseerd op de stabiliteit van de dossiers en de kwaliteit van de gegevens.

Uit de berekening doorgevoerd door de RKW waarnaar het Rekenhof verwijst, vloeit effectief voort dat de administratiekosten gebonden aan het beheer van de dossiers inzake kinderbijslag van derden die 1,35 % betalen dus gedekt zijn terwijl de kosten van derden die 2 % betalen dit laatste percentage overschrijden. Inderdaad, voor deze laatste categorie van derden vertegenwoordigen de werkelijke kosten voor het jaar 2006 meer dan 3,305 % van de toegekende kinderbijslag.

Deze problematiek zou kunnen aangehaald worden tijdens de voorziene onderhandelingen in het raam van de opstelling van de volgende beheersovereenkomst.