Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3594

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 17 juni 2009

aan de minister van Landsverdediging

Belgische militairen - Buitenlandse missie - Veiligheid en welzijn

strijdkrachten in het buitenland
multinationale strijdmacht
NAVO
Afghanistan
Tsjaad
Libanon
Bosnië-Herzegovina
krijgsmacht
defensiebegroting
militair personeel
geestesziekte
loonpremie
antipersoneel(s)mijn
militaire missie van de EU

Chronologie

17/6/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/7/2009)
24/7/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3594 d.d. 17 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Belgische leger is de laatste maanden bijzonder actief in het buitenland. Naast de veelbesproken zending van de vier Belgische F16’s en bijhorend personeel, heeft de geachte minister in het kader van een intensiever engagement van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), en bijgevolg verdere steun aan de International Security Assistance Force (ISAF)-operatie besloten om een aantal instructeurs en militairen als verdere omkadering naar Afghanistan te sturen. Deze instructeurs leiden Afghaanse troepen op die vaak in het gevaarlijke Zuid-Afghanistan worden ingezet. De Belgische cavecats zouden alleszins een duidelijk verbod moeten instellen op de inzet van Belgische troepen in Zuid-Afghanistan. Met de extra inzet in Afghanistan, weerklinken reacties dat andere Belgische buitenlandse militaire inspanningen afgebouwd worden ten voordele van de activiteit in Afghanistan.

Gezien het voorgaande kader, volgende vragen ter update:

1.Is het veldhospitaal in het Libanese Tibnin concreet ontmanteld? Hoeveel militairen blijven na de ontmanteling van het veldhospitaal actief onder de United Nations Interim Force In Lebanon (UNIFIL)? Hoeveel ontmijners heeft België ter plaatse? Hoeveel clusterbommen hebben onze ontmijners ondertussen ontmijnd? Hoeveel veiligheidsincidenten (waarbij rapport werd gemaakt van gewonde / gedode Belgische militairen) zijn er geweest met het te ontmantelen springtuig? Zijn onze troepen daar ooit al aangevallen? Zo ja, weet u door wie en hoeveel maal?

2.Hoeveel militairen zijn er momenteel nog actief in Tsjaad? Wanneer wordt de Belgische inbreng in de European Forces in Bosnia and Herzegovina (EUFOR)-operatie gestaakt? Wat is de actuele evaluatie van deze missie?

3.Welk is het voorziene budget voor het Operational Mentor and Liaison Team (OMLT) en hun omkadering? Kan hij gedetailleerde cijfers voorleggen? Wat zijn de reeds gebeurde uitgaven voor onze missie in Afghanistan? Hoe werkt het systeem van risicopremies van onze beroepsmilitairen? Kan hij een voorbeeld geven met een bestaande of theoretische casus van een ginds actieve Belgische para? Hoe verhoudt zich deze verloning tot die van buitenlandse beroepsmilitairen?

4.Hoeveel veiligheidsincidenten / aanvallen (waarbij rapport werd gemaakt van gewonde / gedode Belgische militairen) zijn er reeds geweest in Afghanistan? In de andere landen?

5.Op basis van welke argumenten is de inzet van grondtroepen in het Zuiden uitgesloten?

6.Indien dit hoofdzakelijk te verklaren is door een inadequate uitrusting van onze grondtroepen, welke beleidsmaatregelen voorziet u om deze lacune weg te werken?

7.Wat is de kans de een Belgische militair die terugkeert, opnieuw wordt uitgezonden, of liever hoe wordt dit georganiseerd?

8.Zijn er gevallen bekend (voor 2007, 2008, 2009 tot nog toe), gelet op een Amerikaanse studie van het ministerie van Defensie, die wijst op 15 % van militairen die dienden in Irak of Afghanistan die te kampen hebben met het post-traumatische stress syndroom, van Belgische militairen die na een buitenlandse zending te kampen hebben met het post-traumatische stress syndroom? Wordt hier voldoende aandacht aan besteed door de militaire gezondheidsdiensten? Zo ja, hoe?

9. Welke zijn de meest courante fysieke en mentale klachten van onze militairen actief in het buitenland of bij hun terugkeer?

10.Kan hij duidelijk en overzichtelijk weergeven waar er hoeveel Belgische militaire actief zijn?

Antwoord ontvangen op 24 juli 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. a. Het veldhospitaal in TIBNIN is sinds 1 maart 2009 niet meer operationeel en is ondertussen terug in België.

b. Er zijn drie Belgische ontmijners (DOVO) ter plaatse. Zij maken deel uit van het peloton genie van 34 militairen die aan ontmijning doen.

c. Tot op heden zijn er ongeveer 14 000 tuigen onschadelijk gemaakt.

d. Er zijn een dode en vier gewonden bij het ontmantelen van springtuigen te betreuren.

e. Onze troepen werden nooit aangevallen.

2. a. Sinds eind mei zijn er geen Belgische militairen actief in Tsjaad.

b. De Belgische bijdrage aan de operatie EUFOR in Bosnië-Herzegovina werd stopgezet op 8 september 2008. De situatie in Bosnië-Herzegovina is kalm en stabiel en vormt actueel geen bedreiging voor de veiligheid. EUFOR legt actueel vooral de nadruk op de samenwerking met de lokale strijdkrachten op het vlak van trainingsmissies.

3. a. Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die gegeven werden op zijn parlementaire vraag 4-2054 van 18 november 2008.

b. Op basis van de uitgevoerde betalingen en aangevuld met schattingen, bedraagt de kost na 6 maanden 5,9 miljoen euro bruto.

c. Het systeem van toelagen en vergoedingen voor een militair die deelneemt aan een operatie wordt beschreven in het koninklijk bestluit van 18 maart 2003. De toelage is afhankelijk van de individuele wedde, en dus van de graad en de anciënniteit. De forfaitaire dagvergoeding is verbonden aan de inzetvorm. Voor een omschrijving van de inzetvormen wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 6 juli 1994. Een militair, niveau vrijwilliger, die ingezet wordt in OMLT, krijgt op maandbasis ongeveer 3 900 euro bruto extra (netto 2 820 euro). Voor elke dag dat de militair tijdens een operationele opdracht het Afghaanse bataljon vergezelt, komt er nog eens 14,73 euro netto bij. De premie voor het brevet paracommando varieert niet bij deelname aan een operatie.

d. Er bestaan geen recente studies bij Defensie die de verloning van de militairen, naar aanleiding van een inzet, internationaal vergelijkt. In het verleden is gebleken dat er van land tot land grote verschillen zijn waarbij zowel de vaste wedde als de prestatiegebonden verloning in acht moeten worden genomen.

4. a. Er werden geen Belgische militairen ernstig gewond of gedood in Afghanistan.

b. Voor de andere landen werden mij volgende cijfers gegeven:

NATION

KIA

NBD

' NBI

WIA

Divers




6

AUS

9



43

BEL




9

BGR



1

3

CAN

93

6

16

389

CZE

2

1

1

19

DEU

17

14

15

57

DNK

19

4

4

83

ESP

6

18

5

16

EST

3

1


29

FIN

1



3

FRA

14

4

2

86

GBR

134

11

20

682

HRV



1

1

HUN

2


3

3

ITA

7

3

22

62

LTU

1


2

2

LVA

3


3

5

NLD

13

5

7

88

NOR

4


1

10

POL

7



25

PRT

1

1

2

7

ROU

7



34

SWE

1


5

1

TUR




3

UAE



1


USA

178

17

49

1271

Total

522

85

160

2937

KIA : Killed In action

WIA : Wounded In Action

NBD : Non Battle Death

NBI : Non Battle Injury

As of : 30th June 2009

5. & 6. Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die gegeven werden op zijn parlementaire vraag 4-2054 van 18 november 2008.

7. Een militair kan meerdere keren op buitenlandse zending gestuurd worden. Defensie probeert een minimum termijn van twaalf maanden tussen twee opdrachten te respecteren.

8. Voor 2007, 2008 en 2009 zijn er op dit moment geen gevallen bekend van militairen die na een buitenlandse zending kampen met het posttraumatische stress syndroom. Soms treden posttraumatische stressklachten pas veel later op en wordt mogelijks niet altijd de link gelegd met ervaringen uit eerdere zendingen.

Elke militaire operatie wordt ondersteund door een psychosociaal team. De coördinatie gebeurt door de Raadgevers Mentale Operationaliteit (RMO). Zijn/haar partners zijn de Sociale dienst, de artsen en de psychologen en psychotherapeuten van het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.

Het psychosociale steunconcept voorziet in een begeleiding gedurende de ganse cyclus van de opdracht (zowel voor, tijdens als na de effectieve ontplooiing). Er is aandacht voor zowel de militair als voor zijn/haar thuisfront.

Bij zendingen van lange duur in het buitenland wordt een RMO meegestuurd en dit in functie van de risico-inschatting en van de omvang van het gestuurde detachement. Momenteel is er permanent een psycholoog RMO aanwezig in Afghanistan, Kosovo en Libanon. Het Belgische psychosociale steunconcept met inbegrip van een ‘embedded psychologist’ mag gezien worden als volledig coherent met de “best practices” in dit domein. Heel wat NATO-landen werken nu op gelijkaardige wijze.

9. De meest voorkomende “mentale” klachten bij onze militairen zijn stressgerelateerde symptomen die verband houden met de zendingsomstandigheden (het leven in een militaire compound, gebrek aan privacy, onduidelijke scheiding tussen dienst en vrije tijd, beperkte bewegingsruimte, enz.) en met de scheiding van en de bezorgdheid over het thuisfront. De meerderheid van de militairen ondervindt geen problemen tijdens of na een zending en kijkt met tevredenheid terug op de opgedane ervaring.

De meest voorkomende “fysieke” klachten bij onze militairen in het buitenland wijken weinig af van deze die in België geregistreerd worden.

10. Het aantal ontplooide militairen wijzigt zeer regelmatig, in functie van de rotaties, contact teams, enz... Op datum van 25 juni waren:

 696 militairen in Mazar E Sharif, Kabul, Kunduz en Kandahar (Afghanistan) bij ISAF;

 234 in Tibnin en Naqourah (Libanon) bij UNIFIL;

 207 in Leposavic, Zvecan, Novo Selo, Mitrovica en Pristina (Kosovo) bij KFOR;

 27 in het kader van het programma voor het militaire partnerschap in DRC en Burundi;

 11 bij EUSEC en de MONUC in DRC;

 11 veiligheidsagenten (DAS) in DRC, Burundi en Rwanda;

 6 leden Contact Team in Benin;

 2 man in het hoofdkwartier ATALANTA (Groot-Brittannië)

 10 in Mombassa (Kenya) als Vessel Protection Detachment

 6 als “liaison officers” in New York en Tampa (Verenigde Staten) en Potsdam (Duitsland).

 4 bij UNMIS in Soedan;

 2 bij UNTSO in Israel

 10 bij UNMIC in Abidjan (Ivoorkust).

Daarenboven zal vanaf half augustus het fregat Louise-Marie met 167 man afvaren om deel te nemen aan de Europese antipiraterij operatie ATALANTA.