Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3370

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 21 april 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Wapens - Registratie door de provincies - Gebrek aan personeel

regionale overheid
vuurwapen
persoonlijk wapen
tekort aan arbeidskrachten
provincie
aanwerving
jongerenarbeid
handvuurwapens

Chronologie

21/4/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2009)
5/6/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3370 d.d. 21 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Omdat alle gouverneurs sinds de inwerkingtreding van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens vaststelden dat het toegekende personeelscontingent niet voldoet, werd dit op regelmatige basis gesignaleerd aan de FOD Binnenlandse Zaken.

Tot op vandaag kregen de gouverneurs echter niet de nodige personeelsleden om de grote hoeveelheid aanvragen te behandelen.

Zijn er in de begroting 2009 extra middelen voorzien voor de registratie van wapens door de provincies?

Waarom slaagt Binnenlandse Zaken er niet in om de provincies van voldoende personeel te voorzien voor een taak die nochtans belangrijk is voor de veiligheid en de openbare orde in ons land?

Heeft er de laatste maanden overleg plaatsgevonden met de minister van Justitie over het personeelstekort bij de provincies? Wat is het resultaat van dit overleg?

Antwoord ontvangen op 5 juni 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Vooreerst dient te worden opgemerkt dat de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Het personeel belast met de uitgifte van de wapenvergunningen is federaal personeel dat door de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken ter beschikking wordt gesteld van de federale entiteiten van de Gouverneurs.

Bij de uitvoering van de nieuwe wapenwet heeft de ministerraad op 7 juni 2006 beslist om vijftig Voltijds Equivalenten (VTE’s) te rekruteren om aan de behoeften van de provinciale gouvernementen te voldoen.

Tijdens verschillende gelegenheden heeft mijn administratie verduidelijkt dat de vijftig VTE’s onvoldoende waren. Bij de voorbereiding van het budget 2008 en 2009 heeft mijn administratie gevraagd om bijkomend personeel te verkrijgen bovenop de vijftig VTE’s die al toegekend waren, zij het zonder succes.

Parallel met de voorbereiding van het budget 2009 werd een nota voor de ministerraad voorbereid. In deze nota werd gesteld dat om de achterstand in de provinciale wapendiensten weg te werken er een bijkomend personeelsbestand van vierenvijftig VTE’s noodzakelijk was.

Mede gelet op de budgettaire toestand heeft de ministerraad niet gunstig kunnen beslissen op deze vraag, dan onder de voorwaarde dat ik binnen mijn eigen begroting, de nodige middelen zou vinden. U begrijpt dat ik niet kon overgaan tot het verminderen of afschaffen van bepaalde diensten die tot mijn bevoegdheid behoren ten voordele van de beleidsopdracht die niet tot mijn bevoegdheid behoort.

In de loop van de maanden juli-augustus-september 2007 en 2008 heeft mijn administratie ongeveer 150 jobstudenten aangeworven die hoofdzakelijk hangende aanvragen bij de provinciale wapendiensten hebben geregistreerd. De financiering van deze maatregel is volledig ten laste genomen door het budget van mijn departement.

In 2009 zal eveneens een inspanning worden gedaan om in de maanden juli – augustus -september jobstudenten tewerk te stellen in de provinciale wapendiensten.

Tot slot zal door mijn administratie bij de voorbereiding van het budget 2010 opnieuw een dossier worden ingediend met het oog op het verkrijgen van middelen om het personeelseffectief bij de provinciale wapendiensten te versterken.